De laatste week van het jaar is traditioneel de periode van terugblikken op het nieuws van het afgelopen jaar. Ik doe daar even niet aan mee. De waan van de dag dringt zich al veel te vaak op schreeuwerige wijze aan ons op. Ik ga voor de verandering maar eens twintig jaar terug in de tijd. In de dagen dat Stella in Düsseldorf werkte en ik in Dordrecht. Een periode waarin ik, achteraf tot mijn eigen verbazing, geloofde dat binnenkort de Derde Balkanoorlog zou uitbreken en waarin een stagiair afscheid nam die heel goed bleek te zijn, maar die ik mij absoluut niet meer voor de geest kan halen. Tja, de herinnering...ik heb het eerder gezegd: hoe vroeger de herinnering, hoe groter het fictionele gehalte. En wat in onderstaande notitie fictie is of werkelijkheid? Ach, is dat in de literatuur belangrijk dan?
Dinsdag, 29 december 1992:
Düsseldorf
Drie wondertjes. Vanmorgen belde ma dat mijn artikel in het NRC-Handelsblad van gisteren stond. Naar het 'hoofdbaanhof' gegaan, waar zowaar nog een exemplaar in de kiosk lag. Even later werd de expressezending uit Amsterdam bezorgd. Ik had het niet voor mogelijk gehouden.
Het stuk staat er goed in, al kon de redactie niet nalaten er wat aan te prutsen. Het woord 'demagogische' voor de artikelen van Peter Michielsen is geschrapt. Ook zijn de tussentitels er uitgehaald en vervangen door witregels, maar dat laatste is de gewoonte bij achtergrondartikelen. De grote lijn staat er ongeschonden in en de foto (door Vincent Mentzel van het meer van Ochrid) is een mooie aandachttrekker. De kop beslaat de hele breedte van de pagina en mijn titel is onveranderd gelaten.
De floppy met de bespreking van Burenruzie op de Balkan vanmorgen naar Hero Hokwerda verstuurd. Nu aan de slag met mijn stuk over Macedonië voor Kleio. Dat wil ik voor de vijftiende de deur uit hebben. Menelaos is op stap met een vriend, die hier al vijf jaar gedetacheerd is op een Griekse school, zodat ik door kan werken. Morgen vroeg breng ik hem naar het vliegveld.
Woensdag, 30 december 1992:
Düsseldorf
Door een stommiteit hadden we ons vanmiddag buiten het appartement gesloten. Er moest een man met een koffertje aan te pas komen, die een ijzerdraad tevoorschijn haalde, waarmee hij binnen luttele seconden de deur open had. Kosten: negentig mark. Frau E. noch de huismeester waren thuis. We moesten bij de naaste buren, twee dames, tante en nichtje, aankloppen om de slotendokter te bellen. Ik noem ze altijd 'de papegaaien' vanwege tantes merkwaardig krassende lach. Ze zijn altijd wat formeel en houden afstand, maar nu bleken ze hulpvaardig. We werden binnen genodigd en in afwachting van de slotelaar kregen we bier. Later heeft Stella hen als dank wat Griekse zoetigheden gebracht.
Vanmorgen om half acht Menelaos naar het vliegveld gebracht. Vanmiddag belde hij uit Thessaloniki dat de reis zonder problemen is verlopen. Afwisselend gewerkt aan mijn artikel voor Kleio, dat aardig vorm begint te krijgen, en gelezen in deel drie van In de ban van de ring. Ik ben de serie weer eens aan het herlezen, al ken ik het hele epos zowat uit mijn hoofd. Als deel drie uit is, begin ik aan mijn winter-Dickens, Martin Chuzzlewit dit keer.
Donderdag, 31 december 1992:
Düsseldorf
Gisteravond met Stella gegeten bij Bacchus in de Schadowstrasse. Als Grieks restaurant zou je eerder verwachten dat het Dionysos heette. Betaalbaar en het kon de toets van Stella's kritiek doorstaan. Van de meeste Griekse restaurants buiten Griekenland moet ze niet veel hebben, omdat die zich bijna altijd richten op de lokale smaak en wat ingewikkelder Griekse gerechten niet op de kaart hebben. Nederlanders zijn vleeseters, denkt de Griekse restaurateur en vervolgens serveert hij bergen vlees. Ligt de gyros links en de souflaki rechts dan noem je het Kretaschotel, ligt de souflaki links en de gyros rechts dan is het een Rhodosschotel en doe je er een kwak tzatziki bij, dan zet je Naxosschotel op de kaart, om maar wat te noemen, en zo varieert dat oneindig vervelend voort. Enkele goede zaken, zoals Bacchus, niet te na gesproken. Daarvoor, na ons avontuur met het slot, zijn we nog op zoek geweest naar een nieuwe winterjas, maar er was niets behoorlijks te vinden in mijn maat. Alleen maar vogelverschrikkersjassen met veel te lange mouwen.
Op Hilversum 1 de traditionele terugblik op het afgelopen jaar. Ik zet daarom maar een cd-tje op. Bij het opstaan dacht ik: ha, vrijdag, gelukkig de VPRO. Maar het is pas donderdag en die begint met die vreselijke EO. Nog een paar uur, dan komt Stella van kantoor en rijden we naar Dordrecht voor de jaarwisseling. Ik van Düsseldorf tot de grens, waarna Stella het overneemt. Om de een of andere ambtelijke reden mag ik in Nederland niet rijden in een auto met een buitenlands nummerbord.
©Kees Klok, Dordrecht
Geen opmerkingen:
Een reactie posten