Vanmiddag
is het eerste regenbuitje gevallen sinds ik hier ben. De wind is aan
het toenemen, de temperatuur zakt. Een teken dat aan de lange nazomer
een einde begint te komen, evenals aan mijn verblijf van twee
maanden. De dagen zijn als gebruikelijk razendsnel voorbij gegaan.
Jan Eijkelboom, de legendarische stadsdichter van Dordrecht, beweerde
altijd dat niet de tijd, maar wij zelf voortrazen. Hoe dan ook, het
resultaat is hetzelfde. Je kijkt ergens naar uit, het flitst voorbij
en de rest van je leven zit je met de herinneringen. Mits het iets is
om je te herinneren. Deze keer zullen de dagen in Athene met een
groep oud-leerlingen en oud-collega's een plezierige herinnering
blijven.
De
straten zijn nog nat als ik over de Lambrakisweg loop, mijn heuvel af
naar het centrum van Thessaloniki. Dat maakt de wandeling niet
helemaal risicoloos, want bij regen zijn sommige trottoirs spekglad.
Onder de vorige burgemeester (die een levenslange gevangenisstraf
uitzit op grond van een dubieuze strafzaak wegens fraude) zijn veel
trottoirs opnieuw geplaveid. Het ziet er aardig uit, maar aan
wandelaars is niet gedacht. Behalve de gladheid als het nat is, zijn
onregelmatigheden, treden, randen, richels, slecht of helemaal niet
aangegeven, zodat ik al verschillende keren een enkel heb verzwikt en
op een ochtend ineens voor de deur van een schoenmaker lag. Van de
schrik heb ik mij daar toen stevig geribde zolen laten aanmeten, maar
je zou maar tachtig zijn of zwakke botten hebben. Een deel van de
trottoirs is trouwens nauwelijks te belopen omdat er auto's op worden
geparkeerd. Dan mag je gezellig de straat delen met het verkeer.
Normaal
zou ik na zo'n bui de bus nemen, maar er wordt weer algemeen
gestaakt. Een automatische reactie van de vakbonden wanneer de
bovenbazen van het land op bezoek komen. Hoe algemeen vandaag
algemeen is, valt nog te bezien. Ik zie dat de banken waar ik langs
kom open zijn, de school om de hoek is vanmorgen gewoon op tijd
begonnen en het huisvuil werd opgehaald, maar de buschauffeurs staken
mee. Er rijden wel taxi's, maar de zon is alweer gaan schijnen en de
straten drogen snel op. Naarmate ik vorder kan ik steeds meer de pas
erin zetten en tegen de tijd dat ik bij het militair gerechtshof ben,
zijn alle sporen van regen verdwenen.
Sinds
Griekenland dankzij zijn corrupte politieke elite en het perfide
internationale bankwezen is gedegradeerd tot een Europees
protectoraat, wordt de dienst grotendeels uitgemaakt door een
buitenlands driemanschap dat de Trojka wordt genoemd. Gezien de
onzinnige maatregelen die het drietal eist, kun je de Trojka met
recht redeloos noemen. Aan de leiband van deze Trojka loopt de
volstrekt radeloze regering van het land, dat in een steeds
grotere chaos vervalt, waardoor het reddeloos lijkt.
Ik
loop langs het pompeuze hoofdkwartier van het Derde Legerkorps.
Vorige week paradeerde het trots langs de president, met tanks,
dankzij een gift uit het bedrijfsleven, anders kon de benzine niet
worden betaald. De president zegde vervolgens Europa de wacht aan.
Het is 1672 in Griekenland. 1672, het Rampjaar in de geschiedenis van
Nederland, maar wij hadden admiraal Michiel Adriaenszoon de Ruyter en
stadhouder Willem III. Of er in Griekenland ook figuren van een
dergelijk kaliber rondlopen, moeten we nog maar afwachten. Voorlopig
zullen de Grieken het met de Pavlov-reactie van hun vakbonden moeten
doen, waardoor de chaos alleen nog maar toeneemt.
©Kees
Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten