Een
doordeweekse avond in een zaaltje. Ik luister naar een mevrouw die
een lezing houdt over een zeventiende eeuwse schrijfster. Een
deskundige mevrouw die belangwekkende dingen vertelt, maar het zou
wat vlotter mogen. Daarom dwaalt mijn aandacht af en toe even weg.
Een rij voor mij zit een dikke veertiger die snotverkouden is. Hij
niest regelmatig, veegt het snot steeds af met zijn blote handen en
is verder voortdurend met zijn iPhone in de weer.
Je
ziet ze overal, de communicatieverslaafden. Zielige figuren die geen
tien minuten zonder hun iPhone of tablet kunnen. O hemel als je een
kreet op Facebook mist! Je ziet ze op de fiets, met nauwelijks oog
voor het verkeer. Het is een wonder dat ze niet bij bosjes worden
doodgereden. Je ziet ze achter het stuur in de auto. De zwaarste
gevallen, die de ernstigste ongelukken kunnen veroorzaken. Een foto
missen van het knappend ontbijtje van Facebookvriendin Marietje is
onverdraaglijk, ook al rijd je op de snelweg.
Ik
ben helemaal voor Facebook. Ik gebruik het graag om mijn ideeën,
mijn boeken, mijn Youtube-kanaal en mijn weblog aan te prijzen. Ik
heb er oude vrienden door teruggevonden en nieuwe door gekregen.
Echte vrienden. Daarmee bedoel ik mensen die ik ook fysiek ontmoet.
Ik ben tegen verbieden, tegen betuttelen en tegen moraliseren. Er
zijn echter grenzen. Die man voor mij zou dringend moeten worden
verzocht op te krassen. Iemand die koekeloerend naar zijn of haar
iPhone een ongeluk veroorzaakt, moet voor een paar maanden naar een
inrichting, zonder enige toegang tot de sociale media. De spreekster
benadrukt het plezier dat de zeventiende eeuwse dichteres had in
schrijven. Ik begrijp dat. Een pen over papier laten glijden is
zoveel lekkerder dan het vingeren van een iPhone.
©Kees
Klok
1 opmerking:
Wat vies en wat zonde, al dat snot van die veertiger op z'n iPhone!
Een reactie posten