vrijdag, januari 09, 2015

Brieven aan Stella (36)




Lieve Stella,

Voor Ballustrada ben ik begonnen een aantal gedichten van Moniza Alvi te vertalen. Uit Carrying My Wife, opgenomen in haar verzamelbundel Split World. Poems 1990-2005. Heerlijke poëzie, die mij op de een of andere manier opvrolijkt, ook al noden niet al haar onderwerpen tot opgetogenheid. Wat mij vooral zo aantrekt in haar gedichten is het subtiele spel met de werkelijkheid en de absurde kanten daarvan en die prettige vermenging van westerse en oosterse achtergronden. Je bent rijk als je, zoals Moniza, bent opgegroeid met twee culturen. In haar geval de Engelse en de Pakistaanse.

Het is een droefgeestige, regenachtige dag midden in de winter, de beroerdste tijd van het jaar, maar het omslag van Split World alleen al doet mij verlangen naar een andere wereld. Een wereld die Moniza Alvi in haar gedichten ontvouwt. Een wereld ver van het platte geraas in de 'sociale' media, de hysteriemachine waarin de waan van de dag voortdurend wordt opgekookt, tot het net zo'n bitter en troebel mengsel is als de koffie van mijn grootvader aan het einde van de dag, nadat de pot vanaf 's morgens vroeg op het fornuis had gestaan en de laatste, schier ondrinkbare kopjes werden uitgeschonken, omdat weggooien zonde was.

Het is een dag waarin de poëzie van Moniza uitkomst biedt. Straks moet ik naar Amsterdam om in de studio van BNR-Nieuwsradio over Griekenland te spreken. Op 25 januari zijn er parlementsverkiezingen. Ineens staat Griekenland weer in de belangstelling en wordt mij gevraagd om uitleg te geven. Ik kan de onzekere toekomst van jouw land als historicus niet voorspellen, al willen ze vooral dat ik dat doe, maar wel kan ik met mijn kennis van de recente geschiedenis enige duiding geven en proberen de waan van de dag wat te nuanceren en te relativeren. Moniza reist mee met de trein, althans haar boek, zodat ik in goed gezelschap ben. Voorbeeld voor mijn optredens is mijn oude leermeester Maarten van Rossem, al zul je mij niet als jurylid bij een quiz op televisie zien zitten brommen. Gelukkig ben ik niet bekend genoeg om voor zulk vertoon te worden gevraagd. Ik ben trouwens een radioman. Ik hoef niet zo nodig op de buis. Af en toe bij RTV-Dordt iets aardigs zeggen over het spel van FC Dordrecht, vind ik mooi genoeg.

Op een ochtend, een paar jaar geleden, belde de redactie van Pauw en Witteman, maar een paar uur later vloog in de Golf van Mexico een booreiland in de lucht, een deus-ex-machina. Ik was er vanaf. Van Knevel & Van den Brink hebben ze ook eens gebeld, maar dat heb ik afgehouden en Ingeborg Beugel gesuggereerd. Of ze ook is geweest, weet ik niet, want als ik thuis ben luister ik om elf uur 's avonds naar Met het oog op morgen. Daarin had ik een paar keer een gesprek met Tijs van den Brink. Een prettige presentator, al denken wij over veel zaken fundamenteel anders. Knevel & Van den Brink zijn van de buis gegooid en Pauw doet het tegenwoordig alleen, niet meer met Witteman, op wie jij heimelijk een beetje verliefd was, zoals je weleens zei als je hem op de televisie zag. Ik ben ook heimelijk een beetje verliefd, maar die vrouw is zoveel jonger dan ik, dat ik mij belachelijk zou maken als het niet bij heimelijk bleef.

In Griekenland heeft het gesneeuwd. Nu is dat 's winters in de bergen normaal, maar voor Athene is het uitzonderlijk. Ook op Skyros ligt sneeuw en zelfs op Kreta. Ik herinner mij dat je eens schreef, in 1988, toen je nog op de experimentele school van de universiteit werkte, dat je vrij kreeg omdat het had gesneeuwd en de straten onbegaanbaar waren geworden. Toen ik nog schoolging hoopten we 's winters op een dagje ijsvrij, wat wij een enkele keer ook kregen. Tegenwoordig is ijsvrij in Nederland een onbekend fenomeen. Niet alleen omdat er de laatste jaren nauwelijks meer sneeuw valt, maar vooral omdat wij in het onderwijs ook zijn doorgeslagen naar dwaze normen. Ik geloof dat je nu als leerling 1050 uren per jaar les moet hebben gehad, anders ben je voorbestemd voor de maatschappelijke mislukking. Nederland was altijd al het Europese land met de meeste lesuren en de kortste vakanties, maar nu zit er op het ministerie van onderwijs een malle generatie beleidsmakers die gelooft dat het aantal lesuren allesbepalend is voor wat je leert. Ach, de kortzichtigheid die overal de boventoon voert. Ik moet denken aan wat Willem Walraven schreef in een van zijn brieven: 'Je wordt niet knap van scholen, alleen van je eigen studiezin.' (In: Brieven, 1992, p. 585)

De media zijn in rep en roer omdat enkele islamitische fanaten bijna de hele de redactie van het satirische weekblad Charlie Hebdo hebben uitgemoord. Dat is afgrijselijk en ja, het idee dat er mensen rondlopen die menen dat ze op grond van een geloof dood en verderf moeten zaaien, is buitengewoon beangstigend, maar ook griezelig is het ongenuanceerde geroep en de golf van onderbuikgevoelens in de 'sociale' media. Het doet mij terugverlangen naar de tijd van de zwijgende meerderheid. Toen was de stamtafel in de kroeg de plek voor dat soort gevoelens en daar bleef het gelukkig meestal bij. Nu kan iedere malloot zijn frustraties kwijt op het internet en bij programma's als Stand.nl, waar ik overigens niet meer naar luister. Het draagt allemaal bij tot verhoging van de hysterie die in Nederland van nature al heerst. Soms denk ik: 'Ik wil er helemaal niets meer mee te maken hebben, ik ga alleen nog maar gedichten schrijven en vertalen,' maar over een uurtje stap ik even goed in de trein richting BNR-studio. Als ik een djellaba aantrek, heb ik de hele coupé voor mezelf alleen. Kan ik heerlijk lezen zonder enge zwartrijders in de buurt of luidruchtige telefoneerders. Ik stop Split World vast in mijn tas. M'n woord een wapen tot verweer, luidt de titel van een dichtbundel uit 1972 van Wim de Vries en Pierre van Vollenhove. Jacob Cats dichtte in de zeventiende eeuw: 'Het puntje van een gaeuwe pen, is 't felste wapen dat ick ken.' Ik hoop het.

In gedachten, altijd,

Kees


Dordrecht, 8 januari 2015


Geen opmerkingen: