Lieve
Stella,
Voor
Ballustrada ben ik begonnen een aantal gedichten van Moniza Alvi te
vertalen. Uit Carrying
My Wife, opgenomen
in haar verzamelbundel Split
World. Poems 1990-2005.
Heerlijke poëzie,
die mij op de een of andere manier opvrolijkt, ook al noden niet al
haar onderwerpen tot opgetogenheid. Wat mij vooral zo aantrekt in
haar gedichten is het subtiele spel met de werkelijkheid en de
absurde kanten daarvan en die prettige vermenging van westerse en
oosterse achtergronden. Je bent rijk als je, zoals Moniza, bent
opgegroeid met twee culturen. In haar geval de Engelse en de
Pakistaanse.
Het
is een droefgeestige, regenachtige dag midden in de winter, de
beroerdste tijd van het jaar, maar het omslag van Split
World alleen al
doet mij verlangen naar een andere wereld. Een wereld die Moniza Alvi
in haar gedichten ontvouwt. Een wereld ver van het platte geraas in
de 'sociale' media, de hysteriemachine waarin de waan van de dag
voortdurend wordt opgekookt, tot het net zo'n bitter en troebel
mengsel is als de koffie van mijn grootvader aan het einde van de
dag, nadat de pot vanaf 's morgens vroeg op het fornuis had gestaan
en de laatste, schier ondrinkbare kopjes werden uitgeschonken, omdat
weggooien zonde was.
Het
is een dag waarin de poëzie
van Moniza uitkomst biedt. Straks moet ik naar Amsterdam om in de
studio van BNR-Nieuwsradio over Griekenland te spreken. Op 25 januari
zijn er parlementsverkiezingen. Ineens staat Griekenland weer in de
belangstelling en wordt mij gevraagd om uitleg te geven. Ik kan de
onzekere toekomst van jouw land als historicus niet voorspellen, al
willen ze vooral dat ik dat doe, maar wel kan ik met mijn kennis van
de recente geschiedenis enige duiding geven en proberen de waan van
de dag wat te nuanceren en te relativeren. Moniza reist mee met de
trein, althans haar boek, zodat ik in goed gezelschap ben. Voorbeeld
voor mijn optredens is mijn oude leermeester Maarten van Rossem, al
zul je mij niet als jurylid bij een quiz op televisie zien zitten
brommen. Gelukkig ben ik niet bekend genoeg om voor zulk vertoon te
worden gevraagd. Ik ben trouwens een radioman. Ik hoef niet zo nodig
op de buis. Af en toe bij RTV-Dordt iets aardigs zeggen over het spel
van FC Dordrecht, vind ik mooi genoeg.
Op
een ochtend, een paar jaar geleden, belde de redactie van Pauw en
Witteman, maar een paar uur later vloog in de Golf van Mexico een
booreiland in de lucht, een deus-ex-machina. Ik was er vanaf. Van
Knevel & Van den Brink hebben ze ook eens gebeld, maar dat heb ik
afgehouden en Ingeborg Beugel gesuggereerd. Of ze ook is geweest,
weet ik niet, want als ik thuis ben luister ik om elf uur 's avonds
naar Met het oog op morgen. Daarin had ik een paar keer een gesprek
met Tijs van den Brink. Een prettige presentator, al denken wij over
veel zaken fundamenteel anders. Knevel & Van den Brink zijn van
de buis gegooid en Pauw doet het tegenwoordig alleen, niet meer met
Witteman, op wie jij heimelijk een beetje verliefd was, zoals je
weleens zei als je hem op de televisie zag. Ik ben ook heimelijk een
beetje verliefd, maar die vrouw is zoveel jonger dan ik, dat ik mij
belachelijk zou maken als het niet bij heimelijk bleef.
In
Griekenland heeft het gesneeuwd. Nu is dat 's winters in de bergen
normaal, maar voor Athene is het uitzonderlijk. Ook op Skyros ligt
sneeuw en zelfs op Kreta. Ik herinner mij dat je eens schreef, in
1988, toen je nog op de experimentele school van de universiteit
werkte, dat je vrij kreeg omdat het had gesneeuwd en de straten
onbegaanbaar waren geworden. Toen ik nog schoolging hoopten we 's
winters op een dagje ijsvrij, wat wij een enkele keer ook kregen.
Tegenwoordig is ijsvrij in Nederland een onbekend fenomeen. Niet
alleen omdat er de laatste jaren nauwelijks meer sneeuw valt, maar
vooral omdat wij in het onderwijs ook zijn doorgeslagen naar dwaze
normen. Ik geloof dat je nu als leerling 1050 uren per jaar les moet
hebben gehad, anders ben je voorbestemd voor de maatschappelijke mislukking. Nederland was altijd al het Europese land met de meeste
lesuren en de kortste vakanties, maar nu zit er op het ministerie van
onderwijs een malle generatie beleidsmakers die gelooft dat het
aantal lesuren allesbepalend is voor wat je leert. Ach, de
kortzichtigheid die overal de boventoon voert. Ik moet denken aan wat
Willem Walraven schreef in een van zijn brieven: 'Je wordt niet knap
van scholen, alleen van je eigen studiezin.' (In: Brieven,
1992, p. 585)
De
media zijn in rep en roer omdat enkele islamitische fanaten bijna de
hele de redactie van het satirische weekblad Charlie
Hebdo hebben
uitgemoord. Dat is afgrijselijk en ja, het idee dat er mensen
rondlopen die menen dat ze op grond van een geloof dood en verderf
moeten zaaien, is buitengewoon beangstigend, maar ook griezelig is
het ongenuanceerde geroep en de golf van onderbuikgevoelens in de
'sociale' media. Het doet mij terugverlangen naar de tijd van de
zwijgende meerderheid. Toen was de stamtafel in de kroeg de plek voor
dat soort gevoelens en daar bleef het gelukkig meestal bij. Nu kan
iedere malloot zijn frustraties kwijt op het internet en bij
programma's als Stand.nl, waar ik overigens niet meer naar luister.
Het draagt allemaal bij tot verhoging van de hysterie die in
Nederland van nature al heerst. Soms denk ik: 'Ik wil er helemaal
niets meer mee te maken hebben, ik ga alleen nog maar gedichten
schrijven en vertalen,' maar over een uurtje stap ik even goed in de
trein richting BNR-studio. Als ik een djellaba aantrek, heb ik de
hele coupé
voor mezelf alleen. Kan ik heerlijk lezen zonder enge zwartrijders in
de buurt of luidruchtige telefoneerders. Ik stop Split
World vast in mijn
tas. M'n woord een
wapen tot verweer,
luidt de titel van een dichtbundel uit 1972 van Wim de Vries en
Pierre van Vollenhove. Jacob Cats dichtte in de zeventiende eeuw:
'Het puntje van een gaeuwe pen, is 't felste wapen dat ick ken.' Ik
hoop het.
In
gedachten, altijd,
Kees
Dordrecht,
8 januari 2015
Geen opmerkingen:
Een reactie posten