Stille tocht
Op een bewolkte
zondagmiddag
herfst, de platanen
al vrijwel uit blad
loop ik door de
uitgestorven stad.
Mijn stille tocht voert
langs
de eerste dag van het
schooljaar
wanneer de directeur ons
toesprak
zijn hoofd een zwart
montuur
(wie zich moest melden
las aan de stand van die
bril
de strafmaat af)
voor het gebouw nog de
boom
waarachter we heimelijk
rookten
verscholen voor het
spiedend oog
van een lang gestorven
leraar
altijd uit op een judasrol
en het slinks strelen
van passerende meisjes
de pauzes en route
naar puddingbroodjes en
ander zoet
en ondertussen nog even
de Franse vocabulaire:
une jolie fille
chambres à la journée
wat wisten wij van tout
comfort?
de school lijkt
als een oude man gekrompen
geen schaduw meer
van wat ze ooit op ons
aan indruk maakte
op de verschoten voordeur
een perspex bord met:
Buurthuis, op zondag
gesloten.
Op het achterplein het
fietsenhok
waar werd gevochten
en waar op feestavonden in
het donker
gerookt werd en gezoend;
de toegangspoort staat
aan,
maar ik loop door,
ik zou me geen raad weten
als het er nog
ongeschonden was.
In: Hoe de wereld zich zou openen. Bordeauxreeks nr. 14. Liverse 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten