Rommelend in mijn archief kwam ik een aantal dagboeknotities uit 1983 tegen. Een kleine selectie:
Zondag,
10 april 1983.
K.L.
Poll mag dan van mening zijn dat mijn gedichten te veel op verknipt
proza lijken, ik luister liever naar Teddybeer die zegt: 'Nou en, wat
is dan in godsnaam het verschil tussen poëzie en proza?'
Het
optreden gisteren ging goed. Eerst kwam de band Pardon van
Peter Baldé. Goede muziek. Erg mooie zangeres ook. Ik had weinig
vertrouwen in het publiek, dat naar mijn idee niet op mijn gedichten
zat te wachten, maar binnen een paar minuten had ik ze plat. Alles
liep daarna op rolletjes. Misschien moet ik komiek worden.
Maandag,
11 april.
Gisteravond,
na het zien van het VARA-programma De verbeelding, verklaarde
Peerke: 'Hierna heb ik recht op een uurtje droefgeestig staren over
de rivier.' Met Broertje en Peerke verkast naar Leni Bakker. Dokter
Henk kwam langs en bracht wat vrolijkheid, zodat het alcoholisch nog
bijna mis dreigde te lopen.
Vrijdag,
15 april.
Kreeg
het verhaal terug van De Fonteijne, met een nietszeggend briefje. Ben
een beetje beledigd. Voorlopig gaat daar geen werk van mij meer heen.
Woensdag,
20 april.
Maandag
waren Lupius en Lily hier voor de film Lasterpraat.
We willen Lily voor de hoofdrol. Meedogenloos realistische opnamen,
dat spreekt. Lily heeft haar twijfels en gaat eerst het boek lezen.
Misschien hapt ze daarna toe.
Maandag,
2 mei.
Geklaverjast
in De Vrijheid. Dokter Henk, tijdens een korte noodstop voor een
glaasje bier, over het (alternatieve) kleinschaligheidsfestival: 'Al
die gezondheid. Ik voelde me een misdadiger toen ik een sjekkie
opstak.'
Zondag,
15 mei.
Broertje
gisteren, terwijl we een patatje nuttigden bij Promenade: 'Ik leef
eigenlijk alleen nog maar om de Derde Wereldoorlog mee te maken.'
Zaterdag,
11 juni.
In
het Hof de verjaardag van Wim de Vries gevierd. Zag Wiebe Buddingh'
met een mooie, donkere vriendin. Huib Eijkelenboom: 'De Buddingh's
hebben smaak wat vrouwen betreft.' Ik: 'Ik ook, maar net iets minder
succes.' Huib: 'Maar jij hebt dan ook geen kommaatje achter je naam.'
Woensdag,
15 juni.
Las
bij het opbergen van oude papieren twee brieven van Laura Jonker en
Khadisa Benchikhi uit 1977. Toen was ik net van school veranderd en
zij zaten in de 5e klas bij Wim van Driel Vis ('meester Drilvis').
Als ik die brieven overlees, raak ik weer een beetje ontroerd. Er zit
nog weleens een gedicht in, denk ik.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten