dinsdag, september 13, 2016

Tempo Doeloe




Er is een hete nazomerdag voorspeld, met ongewoon hoge temperaturen voor september. Daarom ben ik vroeg aan mijn dagelijkse wandeling begonnen. Die voert bijna altijd naar het historische centrum en het oude havenkwartier. Daar is Dordrecht op zijn mooist. Ik ben er dichtbij opgegroeid. Ik loop altijd eerst langs het huis waar ik van mijn achtste tot mijn drieëntwintigste woonde, om de krant van gisteren te bezorgen. Als ik die uit heb, gaat hij naar mijn zwager, in plaats van in de papierbak.

Het is bijna windstil. De Oude Maas ligt er gladgestreken bij. Vrijwel geluidloos komt een groot vrachtschip stroomopwaarts van onder de Zwijndrechtse brug. Diep geladen, de hydraulische luiken open. Geen blauwe driehoeken, dus geen giftige of brandbare stoffen aan boord. Het leven op de rivier boeit me. Ik wil er alles van weten. Daarom ben ik bezig met mijn vaarbewijs, maar nadat ik dat aan iedereen heb rondgetetterd, betwijfel ik of ik ook het examen ga doen. Ik zal nooit een boot kopen. Weten is genoeg, misschien kan ik het examengeld beter doneren aan een dierenasiel.

Bij de scheepsmotorenfabriek is het koffietijd. Een rij mannen in werkkleding zit op de stoep, in de schaduw tegen de muur geleund. Iedereen staart op zijn telefoon, behalve een man van mijn leeftijd. Hij leest een krant. Allemaal dragen ze een honkbalpet, cap moet je tegenwoordig zeggen. Honkbalpetten maken dom. Ik ben nog nooit iemand tegengekomen die er, met zo'n pet op, intelligent uitzag. In tegenstelling tot de ouderwetse, op degelijk vakmanschap duidende, platte pet. Een tweedjasje er onder en je bent een landjonker. Onder hun cap maakt het rijtje telefoonstaarders een troosteloos gedegenereerde indruk, ook al weten ze ongetwijfeld honderd keer zo veel van technische zaken dan ik.

Kwart over tien, zie ik op de toren van de Grote Kerk, de mastodont die zich liefdevol liet bekloppen door de dichter J. Eijkelboom. Het is nu al Grieks warm. Nog even. Voor het einde van de week is de herfst voorspeld en begint de beroerde, koude, natte winter op te doemen. Nog even leven bij de dag, genieten van het ogenblik. Ik loop naar huis Roodenburg in de Wijnstraat, waar het in het petit café, in het middeleeuwse keldergewelf, aangenaam koel is. De deuren naar de beschaduwde binnentuin staan open, maar we mogen er niet in. Een omwonende maakt bezwaar. Bijna veertig jaar geleden woonde ik in deze buurt. Boven een kroeg, met op vrijdagen en zaterdagen vanaf vijf uur 's morgens marktkooplui voor de deur. Ik ben er alleen maar weggegaan omdat ik voor een leuke prijs mijn huidige woning kon kopen. Met een tuin en vooral die heerlijke veranda, die herinnert aan Tempo Doeloe en Ons Indië.


Foto: auteur




Geen opmerkingen: