We
hadden voor de vlucht wel drank ingeslagen, maar niet aan glazen
gedacht. Daarom kochten we na aankomst vier eierdopjes in een
dorpswinkeltje waar ze evenmin aan glazen hadden gedacht. Voor het
slapen vulden we onze eierdopjes en lieten de dag voorbijgaan. M.
zette altijd eerst haar schoenen en sokken op de gang, omdat ze in
die periode erg last had van zweetvoeten. Toch werd het overdag
zelden warmer dan achttien graden en meestal regende het. Als de
reisgenoten naar bed waren, deden we aan onbeschermde seks. De
condooms bleken vergeten en nergens waren die te koop. Wel kon je in
iedere uithoek heiligenbeelden krijgen, in alle soorten en maten. We
vroegen ons af waarom M. niet aan de pil was en bij gebrek aan een
antwoord, behoedden wij ons voorlopig voor op natuurlijke wijze:
zoveel dagen ervoor en erna was het wel ongeveer veilig. Daar tussen
namen we het risico. We hielden wel van een beetje spanning.
We
wilden een beeld van de heilige Antonius kopen. Dat zou veel zoeken
schelen, als we iets kwijt waren. We konden het niet eens worden over
de grootte. Tenslotte moest hij ook nog mee in het vliegtuig en de
huurauto raakte al aardig vol. In een onuitspreekbaar dorp aan de
voet van een magische berg, wees een vrouw ons een raam boven een
café:
'Daar logeerde de prins van jullie dichters.' Ik meende een licht
verontwaardigde toon te horen, maar vroeg niet verder. Die avond
dronken we de eierdopjes leeg op rijm, wat al snel begon te
vervelen.
We
keerden terug zonder heiligenbeeld, maar met nog lang een turflucht
in onze neusgaten. M. was over tijd, maar na twee weken bleek het
loos alarm. Ze ging aan de pil, waarna het probleem met haar voeten
van lieverlee verdween. De eierdopjes gaven we aan een kerk, waar
voor het goede doel een rommelmarkt werd gehouden.
Foto:
Kees Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten