Gisteren, 18
maart, vierde zanger Leo Schellinger in het Dolhuis in Dordrecht zijn
vijftigjarig jubileum als artiest. Ik had de eer daar aan bij te
dragen met onderstaand gedicht. Het was een prachtig feest met
optredens van Leo, zijn dochter Kinga en tal van artiesten waarmee
Leo in de loop der jaren op het podium stond. Eregast was zanger Philip Elzerman
van de roemruchte Dordtse popgroep The Zipps.
AS
TEARS GO BY
voor
Leo Schellinger
Ik
loop nog weleens langs de Leliestraat
waar
het allemaal begon
in
een schuurtje achter een van de huizen.
De
treinen kwamen op nog geen twintig meter voorbij,
krassend
en schurend in de spoorbocht.
Een
sloot begrensde gevaarlijk gebied,
soms
fietste een agent langs
en
moest je lopen voor je leven
of
liever je voetbal,
voor
er gretig het mes in ging.
Als
de volwassenen van huis waren
gingen
er kleurrijke doeken
over
het licht en verzonken wij met
gestolen
sigaretten in Little
Red Rooster.
Het
vloerzeil weerspiegelde net genoeg
licht
voor peilloze puberdroefenis.
Een
godswonder dat er geen brand kwam.
Marianne
Faithfull, nu ja, dat meisje dat
op
haar leek, bleek met geen mogelijkheid
te
versieren, ook al rookte ze weleens mee.
Soms
werd er geschaatst op de
vijver
bij de begraafplaats
waar
niemand aanstoot aan ons kon
nemen.
Marianne zwierde als volleerd
terwijl
ze met iedere bocht of cirkel
meer
afstand nam. Er viel niet tegenop
te
zingen, al oefenden we avond aan avond
met
een oude koffer als drumstel.
We
plakten foto's van Buddy Holly aan de wand
en
lieten ons beschroomd naar dansles sturen.
Zo
begon iedereen in de tweede of derde
met
het plukken van muurbloemen
waarna
je opstoomde in de richting
van
de populaire meisjes, je kop vol clearacil,
klamme
zweethandjes en steeds die
kolerestappen
van de chachacha vergetend.
Soms
mocht je er eentje thuisbrengen.
Nooit
het meisje van je keuze,
maar
je had weer iets om over
op
te scheppen in het fietsenhok op school.
Waarna
het uiteenvallen begon
het
opdelen in klassen en standen,
het
slagen of zakken, de confectiepakken
voor
wie naar de Holland ging, op kantoor bij Lips
of
mee met de meisjes van de Victoria.
Iedereen
kende de wildste verhalen
niemand
had ervaring uit de eerste hand.
Er
werd over gezongen, er werd van gedroomd,
maar
je zag ze zelden in de kroegen
van
de hippe incrowd, met steeds weer plannen
voor
serieuzer werk. We lieten onze haren langer,
scherpten
ons Engels, vervingen het derdehandsje van
Arie
de Pechvogel door een imitatie-Fender.
Trillend
van bewondering en
meer
nog afgunst stond je voor
de
podia waar de echte jongens speelden.
Jij
moest het met een achterafzaaltje doen
waar
klerenkasten de stekkers uit de installatie
trokken
als de band niet beviel.
En
zo verbleekten dromen, werden koppen grijs of kaal,
lijven
zwaarder, herinneringen rijker en groeide de weemoed:
As
tears go by.
Och,
mocht ik ooit eenmaal nog met
Marianne
in haar gloriejaren,
toen
vogels klein waren
en
zomernachten lang.
Foto: Kees Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten