zondag, maart 26, 2017

Epigonisme




Ei pellen met Nico Boote, luidde de titel. Nico Boote was een schepping van Jacques Noorman, die toen furore maakte als toneelschrijver. Jan van der Geer, die kort daarvoor was gedebuteerd in Avenue-Literair, had het omslag ontworpen. Het had een sterk psychedelisch karakter, meen ik mij te herinneren. Ik moet mijn archief hoognodig ordenen, dan kom ik Ei pellen met Nico Boote ongetwijfeld tegen. Het was de tijd dat we optraden met de Bobby Kinghe Poetry and Sound Show. Tijdens die show vertoonden we vloeistofdia's. Dat moest in die tijd, net als de Engelse titel, ook al traden we op in het Nederlands.

C. Buddingh' was ons grote voorbeeld. Gerrit de Wolf, die we meestal Lupius noemden, zag hem vaak bij thuiswedstrijden van DFC. We vonden hem de grootste dichter van West-Europa. Daarna kwam Remco Campert, bij wie in onze ogen 'alles zoop en naaide.' Buddingh' was twee jaar jonger dan mijn vader, maar tussen hun opvattingen over poëzie zat minstens een eeuw. Mijn vader vond dat Buddingh' niet kon dichten en Campert een schandaal, maar hij las diens Tjeempie of Liesje in Luiletterland wel in één ruk uit.

We stopten, zonder dat we dat eigenlijk door hadden, wat Campert en veel Buddingh' in Ei pellen met Nico Boote. Toen Jan klaar was met typen, nog een opgave omdat Lupius een ongelofelijk priegelig handschrift had, stuurden we het manuscript naar Meulenhoff, waar toen nog Theo Sontrop zat, een bekende van Buddingh'. Zonder hem daarin te kennen, gebruikten we diens naam als aanbeveling. Dat deed je als je zeventien was en vloeistofdia's vertoonde.

Het duurde lang voordat we antwoord kregen. Zolang dat we al gestopt waren met de Bobby Kinghe Poetry and Sound Show, nadat tijdens een optreden in Gorcum het vierkoppige publiek tijdens de voorstelling was vertrokken. Uiteindelijk retourneerde Sontrop ons manuscript. 'Wel met enig talent geschreven, maar een zeker epigonisme is u niet vreemd.' We zochten op wat epigonisme betekende en vertelden het verhaal niet lang daarna aan Buddingh', die ons aanraadde 'onnoemelijk veel poëzie te lezen en daarin je eigen weg te zoeken.' Ik ben beiden nog altijd dank verschuldigd.


Geen opmerkingen: