Na de wolkbreuk zat het centrum van de stad zonder stroom en water. Geparkeerde auto’s in de nauwe, stijle straten van de bovenstad werden soms meters met de plotselinge banjir meegesleurd, evenals talloze scooters, motoren, vuilcontainers en de troep die daar als gebruikelijk omheen ligt. In de benedenstad stond hier en daar meer dan een halve meter water. In een souterrain verdronken twee hoogbejaarden die zich uit de oorlog herinnerden dat je ondergronds het veiligst zit.
De volgend dag bood de stad een aanblik alsof er niets was gebeurd. Het verkeer verkeerde in de gebruikelijke chaos, de zon scheen, de terrassen stonden uit. Wel droegen opvallend veel mensen een paraplu. In de wachtrij bij de bank, waar ik geld ging halen, heerste de overtuiging dat de Amerikaanse president Trump erachter zat, of anders was het wel de Europese regelgeving.
De kassier die mij uitbetaalde, zei dat hij een zus in Amsterdam heeft. ‘Een geweldig klimaat daar.’ Hij was er zelf nog niet geweest, maar vertrouwde blind op zijn familie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten