Omdat we toch in de buurt waren, besloten we een kijkje te nemen in Banneux. Dat was op 18 augustus 1983. We waren nog jong en onbedorven. Maria was nog nooit aan ons verschenen, maar dat kon kloppen. Zij verschijnt alleen aan goede katholieken, niet aan langharige, maar licht kalende, ongelovige leraren. We hadden een paar uur door de Ardennen gereden en waren toe aan een verzetje. Langs de weg naar de ingang van het bedevaartsoord, waar Maria zich naar verluidt in de jaren dertig enkele malen had vertoond, stond een lint van kramen, waar de meest schaamteloze relikitsch werd verkocht. Wij hadden daar wel schik in. Ik kocht een klein, plastic flesje, met de beeltenis van de heilige maagd, dat ik even later, bij de bron met wijwater vulde.
Voor ons liep een gezet mannetje van een jaar of vijftig, met een echt kaal hoofd. Bij de bron aangekomen nam hij met zijn handen een ruime schep water en stortte dat uit over zijn schedel, alsof hij zichzelf doopte. Daarna sloeg hij een kruis en liep verder. Wij vonden die avond een hotel in Houffalize, een dorpje aan de Ourthe, waar tijdens het Ardennenoffensief stevig is gevochten. Dat zag je aan een Duitse Pantzerkampfwagen op het dorpsplein. Duitsers weten vrijwel overal een mooie naam aan te geven. Een paar weken eerder reisde ik met vrienden per trein van Nederland naar Wenen. Ergens in de schaduw van de Lorelei kwam een conducteur de kaartjes controleren. Die had ik op zak. 'Ah, sie sind der Minigruppenführer,' kraaide de man, waarna mijn vrienden mij de rest van de reis aanspraken als Herr Führer.
Aan de Ourthe dronken we Rochefort, een zes of een acht, daar wil ik vanaf zijn, en de volgende dag bezochten we Bastenaken, bekend van de wielerklassieker Luik-Bastenaken-luik. Daar is in de oorlog zo zwaar gevochten, dat ze er twee musea aan overhielden en een monument, die we allemaal bezochten. We hadden niet voor niets geschiedenis gestudeerd, mijn reisgenoot aan de University of Lancaster, ik aan de Universiteit Utrecht. Door onze studie waren wij nogal sceptisch ten aanzien van Mariaverschijningen en het effect van wijwater, maar om Pantzerkampfwagens kon je niet heen. Wij besloten nog een nachtje aan de Ourthe te blijven.
Eenmaal thuis zette ik het flesje wijwater naast mijn bejaarde platenspeler. Baat het niet, het schaadt ook niet. Die pick-up heeft nog jaren goed gewerkt, tot ik Stella leerde kennen, die een gloednieuwe stereotoren meebracht toen ze bij me kwam wonen. Zij was van huis uit orthodox. Het verschil tussen katholieken en orthodoxen zit hem in het kruis, dat sla je op een andere manier. In Rome van links naar rechts, in Constantinopel net andersom. Het flesje wijwater vond ze niet om aan te zien. Het is, zoals L.H. Wiener zo prachtig zegt 'verdwenen in de mist der mensen.'
Foto: Brian Lord
Geen opmerkingen:
Een reactie posten