vrijdag, december 21, 2018

Brexidiots



Lieve Stella,

Gisteren was de zeventiende sterfdag van Hans Warren. Ik herinner mij nog hoe wij schrokken van het nieuwsbericht. Ik ben een groot liefhebber van zijn werk, vooral van zijn indrukwekkende reeks Geheim Dagboek. Je herinnert je vast wel dat ik steeds reikhalzend uitkeek naar het verschijnen van een volgend deel. Het laatste is na zijn overlijden door zijn partner, Mario Molegraaf, afgemaakt. Hij heeft ook alle delen bezorgd die bij de dood van Hans nog niet waren gepubliceerd. Wat moet dat een verschrikkelijk zware, maar wellicht ook dankbare, taak zijn geweest. Ik weet nog hoe moeilijk, maar ook hoe troostend, het voor mij was om jouw postume bundel te redigeren en samen met je nichtje Vaso daarna de Griekse editie persklaar te maken. 

Over zes dagen is het elf jaar geleden dat jij overleed. Een paar weken daarvoor kwam een meisje van Radio5 mij en Klaas Blokhuis interviewen voor het programma De Avonden over het onderwerp wat is uw favoriete schrijver en waarom? Ik heb toen uitgebreid over het Geheim Dagboek gesproken. We ontvingen haar in de woonkamer. Jij was er speciaal voor opgestaan, het was net in de periode dat je een opleving had, zelfs weer een beetje kon eten, maar het interview was nauwelijks begonnen of je moest hevig overgeven, waarna je terugging in bed, het ziekenhuisbed dat hier beneden in de kamer stond. Dat meisje, ik meen dat ze Bente heette, Klaas en ik hebben de interviews toen boven, in mijn werkkamer afgemaakt. Je hebt de uitzending nog gehoord, maar kort daarop ging je zo sterk achteruit dat je terug moest naar het ziekenhuis, tot het einde, op die stormachtige, zwaarbewolkte tweede kerstdag. 
Dingen veranderden in die elf jaar, logisch natuurlijk. Ik heb mensen leren kennen die jij nooit hebt ontmoet, of die indertijd slechts een naam voor je waren, in een boek of tijdschrift. Vrienden zijn overleden, zoals Klaas Blokhuis en Lupius. Mijn regelmatige uitstapjes naar Skyros zijn van na jouw tijd en sinds 2015 heb ik het vruchtgebruik van het huis in Ano Toumba niet meer. Een hele kopzorg minder, maar ik vraag me nog altijd af of ik dat niet te vroeg heb opgegeven. Soms weet je niet wat verstandig is. Ik zit prima in mijn pied-à-terre in de Ano Polis van Thessaloniki, maar ik moet het altijd wel lang van tevoren bespreken om zeker te zijn dat het niet al verhuurd is, en ik krijg steeds meer moeite met dingen plannen op de lange termijn. Bovendien is het wel comfortabel, maar klein en heb ik er mijn boeken niet. Ik reis, eigenlijk tegen mijn zin, met een e-reader, die ik steeds als ik thuiskom weer snel opberg. In Griekenland koop ik er altijd nog wel een paar boeken bij, die ik soms opstuur via de post (of via een koerier, want de posterijen zijn tegenwoordig niet echt betrouwbaar meer), om te voorkomen dat ik flink moet bijbetalen voor mijn koffer tijdens de terugreis. Ook die aardige, Griekse consul in Rotterdam, Kyriakos Amiridis, leeft niet meer. Hij werd overgeplaatst naar Brazilië, waar hij door de minnaar van zijn vrouw is vermoord. Gelukkig dat Kyriakos de dag na jouw overlijden de helpende hand bood, want als het aan de idioot op het consulaat had gelegen die de begrafenisondernemer in eerste instantie te woord stond, was jouw laatste reis naar Griekenland een drama geworden.
De Grieken hebben het consulaat in Rotterdam gesloten, je moet nu voor alle consulaire zaken naar Den Haag, maar dat heeft niets met die moord te maken. Een geldkwestie, zoals er sinds het uitbreken van de economische crisis ook een einde is gekomen aan de jaarlijkse recepties ter gelegenheid van de nationale feestdagen op 25 maart en 28 oktober in de residentie van de ambassadeur. Ik weet op het ogenblik niet eens hoe de Griekse ambassadeur in Den Haag heet. Dat kun je, zoals dat tegenwoordig heet, 'goegelen', maar ik heb wel iets beters te doen dan naar het schermpje van mijn telefoon staren. De Cyprioten hielden hun recepties, waaraan door de crisis voorlopig ook een einde is gekomen, vaak in het Crown Plaza hotel. Ik heb mij altijd verbaasd dat je daar zomaar kon binnenlopen, bij de Griekse recepties trouwens ook, alsof er geen terroristen en andere griezels bestonden. Geen agent voor de deur, geen particuliere beveiligers in zicht, ze zullen er wel zijn geweest, neem ik aan, maar niet zichtbaar, en er werd nooit naar onze namen gevraagd. Nu ja, we waren daar toen bekend als de bonte hond, vooral jij, als oud-onderwijsattaché.

De donkere decemberdagen werden in het afgelopen weekeinde verlicht door de kerstbijeenkomst van de Haarlem Branch van de Dickens Fellowship, traditiegetrouw in Haarlem. Omdat de kas het dit jaar niet toeliet, was er voor het eerst sinds jaren geen spreker uit Engeland, maar de mooie lezing door Dick Kooiman, over Dickens en het koesteren van herinneringen, maakte veel goed. De bijeenkomst was traditiegetrouw in heerensociëteit Trou moet blycken in de Grote Houtstraat, waar het altijd bijzonder sfeervol is, al weet men het pand, mooi gerestaureerd na een brand, enkele jaren geleden, nog steeds niet goed warm te stoken. Vooraf lunchte ik met Annemarie, mijn eerste vrouw, met wie ik na onze scheiding altijd bevriend ben gebleven, in Brinkman aan de Groote Markt (in Haarlem hanteert men nog de klassieke spelling, mooi zo!), waar ze je er zowat uit stookten. Weet je nog dat we eens wat dronken in café Louvre in Praag? Dat het daar bloedheet was, maar dat de kachels niet lager werden gezet? Nee, het personeel deed gewoon een paar ramen wijd open. Daar leefden ze nog helemaal in de herinnering van het zegenrijke communisme, toen verwarming niets kostte. Je mocht er ook gewoon roken, maar dit terzijde.
In Engeland leeft een deel van het volk ook nog in het nostalgische verleden. Daarom willen ze een Brexit. Dan wordt het weer als vroeger, toen alles beter was. Terug naar de vervallen resten van het verdampte wereldrijk, met de vreeswekkend geslonken Royal Navy in het Kanaal om het buitenlandse tuig buiten de deur te houden. Als ik niet zoveel familie en vrienden in Engeland had en niet heimelijk nog steeds anglofiel was, zou ik zeggen: 'good riddance', donder maar op na meer dan veertig jaar zieken en lijntrekken, maar dat is natuurlijk een even stompzinnige en simpele gedachte als de opvatting van cartooneske figuren als Jacob Rees-Mogg en Boris Johnson, die geloven dat het Verenigd Koninkrijk het beste zonder enige overeenstemming uit het huwelijk met de Europese Unie kan stappen. Ik vind die Brexidiots eigenlijk gewoon landverraders, maar ik ga er gelukkig niet over. Ik wil naar de Annual Conference van de Dickens Fellowship in Eastbourne, in juli, maar als ik daarvoor vanwege de Brexidiots een paspoort moet aanvragen of misschien zelfs een visum, dan sla ik maar een keertje over.

Het jaar loopt ten einde. Eerst nog even Yule en daarna kan het vuurwerk weer losbarsten. Het 'volk', alleen God weet wat dat is, maar God bestaat uitsluitend in het menselijk brein, schreeuwt moord en brand als de patat, de kapsalon of het treinkaartje een grijpstuiver duurder worden, maar als het om vuurwerk gaat trekt het onbekommerd de zogenaamd krap gevulde beurs. Ik doe er dit jaar maar eens niet aan mee. Ik steek lekker de open haard aan, schenk een Metaxa met twaalf sterren in, een cadeautje van een lieve oud-leerlinge en haar vriend, en pak er een spannend boek bij. Het mag natuurlijk niet van de activisten, die open haard, maar die moeten er eerst maar eens voor zorgen dat vuurwerk wordt verboden en roken in de kroeg weer toegestaan. Misschien schrijf ik je voor die tijd nog wel en anders wordt het, bij leven en welzijn, en dat weet je met al die proleten in de wereldpolitiek maar nooit, volgend jaar.

In gedachten, altijd,

Kees

Dordrecht, 20 december 2018

Foto: auteur




Geen opmerkingen: