zondag, september 01, 2019

Literair dagboek (fragment)



Zaterdag, 16 augustus:
Thessaloniki
Vanmorgen om kwart over zes werd er dringend gebeld. De politie. Of ik de benedendeur wilde opendoen. Ergens in het gebouw stroomde water, de hoofdkraan van dat appartement moest worden dichtgedraaid. Voor ik open deed vanaf het balkon gekeken of er werkelijk een politiewagen stond. Vroeg boodschappen gedaan. Het wordt weer een bloedhete dag. Met het oog op de hitte en op eventuele storingen in de watertoevoer gisteren de noodvoorraad (drink)water ververst. We hebben vierenveertig liter. Vannacht goed geslapen, dankzij de ventilator.

Een paar dagen geleden berichtte Deus-ex-Machina dat de Pieris-vertalingen niet worden geplaatst. Ik denk nu aan Ballustrada, maar dat brengt in het voorjaarsnummer al mijn vertaling van het verhaal van Revathy Gopal. De Poëziekrant moet Vrettakos nog publiceren. Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift misschien, of gewoon de boel rechtstreeks op Stanza zetten? 

Gisteren was er een prachtige volle maan. Ik moest denken aan het vollemaansconcert bij de Yedi Kuleh, een paar jaar geleden, met Nena Venezanou. Na dat concert kregen we een rondleiding door de inmiddels niet meer gebruikte gevangenis. Ik was van plan over die avond en over de geschiedenis van de Eptapirgio een artikel voor Lychnari te schrijven, maar daar ben ik nooit aan toegekomen.

Zondag, 17 augustus:
Thessaloniki
Een heerlijke ochtend, na een drukkende nacht. Dankzij de ventilator toch behoorlijk geslapen. Om half zeven stapte ik monter de deur uit, op weg naar de berg, tegelijk met de achterburen die naast 'domme Dimitri'. wonen. Ze gingen op vakantie naar Lefkada. Om acht uur was ik terug. Stortbad, ontbijtje en daarna de Mitfords. Bij de eerste koffie al de eerste sigaar en geen gezeur van fanaten dat er in deze gelegenheid niet mag worden gerookt.

Gisteravond belde Jacques Noorman1. Hij had in Visser een bespreking gehad met Henk Verweerd van Liverse. Er zit schot in het zeugmaboek. Als mijn boeken evenveel succes krijgen als die van Gerard Reve, koop ik ook een huis in Montgivrai en een lief meisje om het schoon te houden. Het was letterkundig gezien een vruchtbare dag. Een Alvi vertaald, een gedicht geschreven en een paar goede pagina's kroniek. Als ik zo doorga komt het deel dat ontleend is aan dagboekschrift nummer 59 hier nog af.

Dinsdag, 19 augustus:
Thessaloniki
Een lieve glimlach van een knappe juffrouw achter de kassa van de Galaxias, vanmorgen. Daarna monter het appartement schoongemaakt. Had ik gisteren willen doen, maar toen ben ik na het werken aan de kroniek naar de stad gegaan voor een krant, een printcassette en lunch bij Doré. Vervolgens bij Loxias aan het bier gegaan. Vasokwam met de eerste versie van haar vertalingen van Stella's gedichten. Ze is goed bezig. Ze let ook op dingen als ritme en klankkleur. Toen Vaso naar haar fotoclub in Kalamaria ging ben ik naar huis gegaan. Bij Loxias een exemplaar van En vooral: de gordijnen dicht  achtergelaten voor Ioannis Kyprianidis. De aardige vrouw, die na hem zo'n beetje de leiding heeft, zou het 's avonds aan hem geven.

Zondag verder gegaan met de kroniek en The Mitfords. 's Avonds met Soula en Christosgegeten in een restaurant naast Kentro Lofos en hen op ijs getrakteerd (ik ouzo) bij hotel Filippio. Na een hete dag was het boven in het bos wat koeler. Soula vroeg waarom ik vrijdag niet op de begrafenis van tante Sofia (moeder van Nikos Timonidis, de worstelaar) was. Omdat ik helemaal niet wist dat ze was overleden. Zij is honderdéén geworden. Niemand van de familie heeft me gebeld, omdat iedereen dacht dat Savvas het zou doorgeven. Heel vervelend, ik had daar als Stella's weduwnaar moeten zijn. Toen ik Savvasgisteravond vroeg waarom hij me niet heeft gebeld, antwoordde hij: 'Ik dacht dat je haar niet kende.' Ik moet het in mijn dagboek nazien, maar het staat me bij dat Stella en ik haar twee jaar geleden samen met Savvas hebben bezocht. Hij heeft het zo druk, dat hij er verstrooid van wordt. Heb ik zelf ook, vandaar dat het goed is een dagboek bij te houden. Soula vroeg ook of ik van plan was om te hertrouwen. Ze kon mij in contact brengen met een kennis van haar dochter Ioanna, filologe, die na een ongelukkig huwelijk weer alleen staat. Ik heb haar vriendelijk bedankt en gezegd dat het nog te vroeg is om daar aan te denken. 

Woensdag, 20 augustus:
Thessaloniki
Drie kwartier te laat wakker voor de berg. In plaats daarvan in The Mitfords gelezen. Rond tien uur kwam Menelaos5. Naar Stella's graf gereden. Verse bloemen neergezet, olielampje aangestoken, wierook en kaarsen gebrand. Het is prettig om even bij haar te zijn, al weet ik ook wel dat het zelfbedrog is. Het was ook emotioneel. Later koffie gedronken bij Idee in de Perevoustraat. Ook weer een lieve glimlach van de serveerster. Thuis verder geschreven aan de kroniek en een stuk voor het weblog gemaakt (Het land van Duyvendak). Aan het eind van de middag een prettig telefoongesprek met Guus en Pita. 

Gisteren wilde ik thuisblijven, maar Tillybelde of we wat gingen drinken. Afgesproken bij Loxias, maar die bleek gesloten. Naar Prinkipos (tegenover 'Kemal')gegaan. Vaso gebeld, die direct kwam. Ze woont er zo'n beetje om de hoek. Tot elf uur zitten kletsen. Ik werd wat weemoedig van al die ongelofelijk mooie vrouwen en meisjes op straat. Al die bloei die alleen maar tot verval leidt, kijk maar naar mijn eigen kop.

1. Jeugdvriend.
2. Nichtje.
3. Nicht van Stella met echtgenoot.
4. Oudste broer van Stella.
5. Jongste broer van Stella.
6. Goede vriendin van Stella.
7. Café Prinkipos in de Apostolou Pavlou, schuin tegenover het geboortehuis van Mustafa Kemal (Atatürk).

In: Kees Klok, Mijn koffers gepakt. Literair dagboek. Uitgeverij Liverse (2014).


Geen opmerkingen: