Hij is blij dat hij zich voornamelijk met het verleden bezighoudt. Zo aangenaam is het heden even niet. Hij vraagt zich af hoe historici over vijftig jaar over de coronacrisis zullen oordelen. Hij denkt aan het personeel van zijn stamkroeg, dat al die tijd enorm zijn best heeft gedaan de coronaregels toe te passen. Hij denkt aan het stadion van zijn club, hetzelfde verhaal. Als dank mag de horeca weer dicht, wordt het stadion publieksloos.
Misschien komen die geschiedkundigen over vijftig jaar tot de conclusie dat de aanpak doeltreffend was en dat de nog onbekende, maar volgens voorspellingen vermoedelijk enorme nevenschade aan economie en mensenlevens gerechtvaardigd was. Misschien is de conclusie vernietigend. Hij zal het niet meer meemaken. Zo oud is hij nog niet, maar dat hij het op deze aardkloot, corona of geen corona, nog vijftig jaar volhoudt is onwaarschijnlijk. Hij is niet in de Kaukasus geboren.
Voorlopig zag hij bij de laatste persconferentie twee heren die het eigenlijk ook niet meer weten, met in gedachten op de achtergrond een kluwen virologen, epidemiologen, en wie weet wat voor 'deskundigen', met elkaar op de vuist. In januari 1984 schreef zijn voormalige docent Henk van Galen Last een column over de 'Europese geest'. Hij klonk optimistisch, maar hekelde het oppervlakkige 'gogen en logen-dom'. Geschiedenis, het blijft een aardig vak.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten