Hij vraagt zich af hoe het komt dat de generatie van zijn grootouders zich altijd zo ouwelijk kleedde. Of leek dat maar zo door de zwart-wit foto's? Hij rommelt in de doos met familiefoto's, ooit gered uit de boedel van een tante. Zijn grootmoeder staat achter hem in de kamer. Hij is twee jaar oud. Oma overleed toen hij tien was, op zevenenzestigjarige leeftijd. Op de foto is ze negenenvijftig. Ze lijkt ergens in de zeventig.
Hij denkt dat het het gebrek aan kleur moet zijn. Op een zomerdag voor de coronapaniek, die het openbare leven grotendeels heeft verdord, zat hij op het terras van zijn stamkroeg. Verderop was de straat afgezet voor filmopnamen. Vlakbij het café was de lokaliteit waar de acteurs werden gekleed. Het was een komen en gaan van mensen uit de generatie van zijn grootouders. Het viel hem op hoe kleurrijk en stijlvol de vooroorlogse mode was.
Inmiddels hebben de noodmaatregelen, waarmee de overheid gelooft het coronavirus te kunnen uitbannen, bijna alle kleur uit het leven gehaald. Hij probeert daar iets van terug te vinden door films te bekijken. Hij volgt nu een serie over Vikingen. Ze slaan anderen en elkaar voortdurend de hersens in, maken tussendoor het ene kind na het andere en sterven bij tijd en wijle als vliegen aan besmettelijke ziekten.
Foto: archief auteur