maandag, september 05, 2022

Regendans




Lieve Stella,


De rapen zijn gaar: de Russen hebben de gasleveranties aan de EU gestaakt. Je vraagt je soms af hoe kortzichtig en onnozel je moet zijn om internationale politiek te mogen bedrijven. Iedereen die zijn hersens een klein beetje gebruikt weet toch dat je je nooit zo afhankelijk van een grootmacht moet opstellen als met name Duitsland heeft gedaan met zijn gascontracten met de Russen. In Nederland valt het nog mee, voorlopig, wij zijn maar voor vijftien procent afhankelijk van Russisch gas. We hebben bovendien nog enorme gasvoorraden onder Groningen en de Noordzee. Die oppompen veroorzaakt ellendige aardbevingen, maar met het geld dat Nederland er nu mee zou verdienen kunnen misschien wel honderd keer zoveel huizen als die in Groningen gevaar lopen in korte tijd worden verstevigd. Als de wil er is en met de nodige vindingrijkheid.


Ik heb je al vaker geschreven dat ik een tikje gedeprimeerd word van het nieuws van de dag. Gedeeltelijk is het hijgerig achter de ene hype na de andere aanhollen, deels is het steeds weer hetzelfde verhaal van bestuurlijk onvermogen. Ik wil er niet over bezig blijven, daarom duik ik maar zoveel mogelijk in de geschiedenis, maar dan vallen je ineens weer parallellen met nu op. Ik las Het monsterschip van Luc Panhuysen, dat gaat over Maarten Harpertszoon Tromp, je weet wel, die admiraal die vernoemd is naar een straat in Dordrecht. In Wielwijk. Voor ik jou leerde kennen en moest leven van een mager schoolmeesterssalarisje had ik soms het schrikbeeld dat ik van armoe in die wijk vol crisisbouw uit de jaren '50 terecht zou komen, in zo'n troosteloos klein kutflatje waarin van alle kanten het lawaai van buren op je afkomt. Of afkwam, want ik meen dat het een en ander gerenoveerd is en dat het nu hopelijk iets beter wonen is dan in de tijd dat ik er weleens kwam bij mijn studiemaatje Peter, toen hij nog braaf bij zijn ouders woonde. Zijn vader was een gepensioneerde kapper met slechte longen. Op een dag zei zijn huisarts dat hij beter kon stoppen met roken, waarop de man vroeg: 'Dokter hoeveel jaar, denkt u, dat ik dan langer leef?' Uiteraard kon de dokter dat niet zeggen, hij probeerde een voorzichtige 'twee jaar misschien', waarop die vader rustig door bleef roken en niet lang daarna aan zijn slechte longen bezweek, zonder alle ellende van afkicken met nicotinepleisters en wat al niet meer te hoeven doormaken.


Tromp dus moest met een wrakke en te kleine vloot een Spaanse armada tegenhouden en ook nog eens de Duinkerker kapers in toom houden. Omdat de landprovincies het verdomden om op tijd hun contributie te betalen en het rijke Holland ook niet overliep van gretigheid om de vloot op peil te houden leek het een onbegonnen taak. Toen het Tromp tegen alle verwachtingen in toch lukte die armada (dat woord betekent gewoon vloot in het Spaans, maar dit terzijde) in te sluiten op de rede van Duins, sloeg ineens de sfeer om en kwam er van alle kanten hulp. De admiraliteiten bouwden zich het lazarus, de VOC, de WIC en andere reders stuurden bewapende koopvaarders, de vloot groeide en groeide, tegenwoordig noemen ze dat opschalen, en uiteindelijk werden de Spanjaarden in de spreekwoordelijke pan gehakt. 'Wat zijn we toch een geweldige volkje', hoorde je overal in de Republiek, maar daarna gingen al snel de handen weer op de knip, zodat 'we' in de Eerste Engelse Oorlog (1652-1654) op zee een gevoelig pak slaag kregen. Gelukkig was er toen Johan de Witt, misschien wel onze grootste staatsman ooit, die voor een degelijke vloot zorgde, zij het met veel moeite en gezeur in de Staten-Generaal, zodat de Engelsen en Fransen in het Rampjaar (1672) het lid op de neus kregen in de slag bij Solebay. Kort daarop werden Johan en Cornelis de Witt vermoord door de Haagse schutterij en het ondankbare oranjegrauw.


Wat is nu de parallel, zul je vragen. Ik weet ook wel dat je die tijden niet goed met elkaar kunt vergelijken, maar de benepen geest van beknibbelen, vervolgens 'opschalen' als de nood hoog is en daarna de boel weer 'afschalen' (wat een nare woorden eigenlijk, maar goed, je begrijpt wat ik bedoel) lijkt enigszins van alle tijden. Neem nu de asielcrisis. Daar heeft het afschalen in minder drukke tijden en het steeds weer sluiten en dan weer openen van opvangcentra geleid tot een totale chaos, zodat mensen in Ter Apel in bizarre omstandigheden op straat moeten slapen. Ik heb het al eens gezegd: op organisatorisch gebied zijn we het lachertje van Europa, met ook nog eens een pijnlijk onvermogen om voor de meeste problemen een lange termijnvisie te ontwikkelen. Omdat ik er het zuur van krijg, luister ik maar weer eens een dagje niet naar de radio. 


De hovenier is geweest en de tuin ligt er weer naar tevredenheid bij. Daar heb ik schik in. Het is al wekenlang te droog, de regenton is uitgeput, maar de vegetatie houdt het redelijk uit, omdat het grondwater hier relatief hoog staat, al moet er nu toch echt een flinke bui komen, bij voorkeur 's nachts en natuurlijk niet als ik op de fiets onderweg ben naar de kroeg. Tijd voor een regendans. 


Gelukkig zijn er zo nu en dan ook aardige dingen te melden. Max Verstappen heeft de Grand Prix van Zandvoort gewonnen en omdat hij Nederlander is, is de euforie groot. Misschien wel even groot als na de slag bij Duins op 21 oktober 1639. 21 Oktober, dan begint de serie televisieuitzendingen van mijn Boekenpraatje bij ONS/Nostalgienet. Ze zijn druk bezig de opnamen te fatsoeneren tot een aardig geheel. Dat heet 'editen' in modern Nederlands. Het is maar dat je het weet. Of het een succes wordt weet ik niet. Ach, ik hoop dat kijkers er plezier in hebben of dat zo nu en dan iemand zich eens flink opwindt omdat hij of zij het er niet mee eens is, maar eerlijk gezegd ben ik alweer met andere dingen bezig. Vandaag weer een paar uur gewerkt aan het blootleggen van de sociale stratificatie van de Riedijk in 1885. Veel tappers, kroegen, bierhuizen en dergelijke en opvallend veel weduwen op de toch redelijk kleine bevolking van zo'n straat. De 19e eeuw was een ongezonde tijd en toen hadden ze nog niet eens corona.


Gut ja, corona was ook weer in het nieuws. Er is een rapport van de wetenschappelijk raad voor het regeringsbeleid waarin staat dat de regering zich snel moet gaan voorbereiden op een mogelijke nieuwe coronagolf. Dat lijkt me een verstandig advies, maar de overheid is al een aantal keren dringend geadviseerd om voorbereid te zijn op een pandemie en heeft daar toen niets mee gedaan. Misschien heeft men ervan geleerd, maar ik ben nogal somber gestemd over het lerend vermogen van de Nederlandse overheid. Ik ga, voor het kroegtijd wordt, even een regendansje proberen tussen de bloemen.


In gedachten, altijd,


Kees


Dordrecht, 5 september 2022.


Foto: auteur 


Geen opmerkingen: