donderdag, september 05, 2024

Akkerbouwer




Hoewel ik een geboren en getogen Dordtenaar ben en ik niet van plan ben deze stad en dit eiland ooit nog te verlaten, liggen er nogal wat wortels van mijn familie buiten de oudste stad van Holland.

Allereerst werd mijn vader geboren in Rotterdam, al stamt onze tak van de familie Klok uit het hertogdom Gelre en met name uit Nijkerk. 

Inderdaad, daar heb je tegenwoordig wolven. Mijn grootvader vertrok uit Nijkerk vanwege zijn werk. Hij was machinist bij de spoorwegen, nog op zo'n kloeke stoomlocomotief. Op een gegeven ogenblik kreeg hij als standplaats Rotterdam, waar hij in de kost ging bij een jonge weduwe met drie kinderen. Hij trouwde die weduwe en kreeg met haar mijn vader. Mijn oma, Sophia Groeneweg had rood haar en werd daarom 'rooie Fie' genoemd. Dat heeft helemaal niets met dit verhaal te maken, maar voordat ik grijze haren kreeg, zaten er heel wat sporen rood in mijn baard, hoewel ik verder het melkboerenhondenhaar heb van de kant van mijn moeders familie.

Aan die kant van de familie heb ik een grootmoeder Magcheltje Rijkhoek die werd geboren in 's Gravendeel (een voorvader was er ooit schout) en een overgrootmoeder die het levenslicht zag in wat tot 1971 Dubbeldam was. Anna Recourt was haar achternaam. In de familie ging het verhaal dat we vanwege die naam af zouden stammen van Hugenoten, maar het bleek lage Waalse adel uit de buurt van Luik (donc nous ne sommes pas de la rue !).

Door het toeval dat mijn grootvader aan moeders zijde tijdens de Eerste Wereldoorlog de neutraliteit van het vaderland moest handhaven, kwam mijn oma terecht in een huis op het erf van de vlasserij van haar vader aan de Schenkeldijk, gemeente 's Gravendeel. Daardoor heeft mijn oer-Dordtse moeder als geboorteplaats 's Gravendeel, een plaats waarvan mijn grootvader mij als kind vertelde dat de mensen er 'op verrekes' reden. Deze grootvader was, voor hij melkboer en grutter werd, zeeman. Ik heb het dus wel met mijn opa's getroffen. Zij spraken als kind zeer tot mijn verbeelding en ik voel me nog steeds schuldig dat ik het pijp- en sigarenroken eraan gegeven heb, maar ik ben naar beide vernoemd, dus hopelijk komt het in het hiernamaals toch weer goed.

In de 's Gravendeelse tak van de familie bevonden zich enkele ooms die landbouw bedreven. Als kind ging ik regelmatig op de diverse boerderijen in Strijensas, Mookhoek of Zuid-Beijerland logeren. Ik vond boer worden ook wel wat en reed op mijn veertiende al vlot tractor, al mocht ik tot mijn zestiende daarmee wel het land, maar niet de weg op. Toen ik studeerde ging ik in de zomer nog weleens helpen met oogsten. Dan reed je met tractor en kar naast de combine, die via een slurf die kar volstortte met graan, waarna je fluks koers zetten naar de dichtstbijzijnde silo om te lossen.

Tenslotte ben ik schoolmeester gewordenen en daarna onderzoeker, schrijver, vertaler en sinds enkele jaren stadsgids, maar mijn sympathie voor het akkerbouwbedrijf ben ik nooit kwijtgeraakt.


Foto: archief auteur


Geen opmerkingen: