De
opkomst was overweldigend bij de huldiging van FC Dordrecht,
gisteravond. Een overvol Statenplein, groen water spuitende
fonteinen, een podium omlijst door het groen-wit van de club.
Natuurlijk ook de enkele halve zool met vuurwerk, maar die viel
gelukkig in het niet. Het was dolle pret, al vond ik de meeste muziek
niet om aan te horen. Wel zongen we uit volle borst het clublied mee.
De spelers hosten en dansten, de burgemeester sprak toe, de juiste
mensen werden in het zonnetje gezet. De bekroning van een uitgekiend
beleid en van hard werken door technische staf en talentvolle
selectie. Het was verdiend.
FC
Dordrecht naar de eredivisie, dat leidde tot euforie, maar nu die
langzamerhand wegebt, moeten we weer, geheel in lijn met het karakter
van de club, met beide benen op de grond. 'Huh,' schamperde een zure
stamgast bij Visser, 'gepromoveerd ja, maar volgend jaar weer in de
Jupiler League.' Je hoort het vaker. Het zijn van die mensen die
twintig jaar hebben stilgestaan, die denken dat er in die twee
decennia niets is veranderd bij de club, die waarschijnlijk nog nooit
een voet in het stadion hebben gezet. Die niet snappen dat een club
die bijna de gehele competitie bovenaan heeft gestaan daardoor al
klaar blijkt voor de eredivisie en die het FC Dordrecht vooral ook
misgunnen, want nu komen de beruchte fans van Ajax en Feyenoord naar
Dordt 'en dat gaat allemaal van onze belastingcenten.' Het zijn de
types die het is ontgaan hoe behoorlijk de clubs die vorig jaar
promoveerden zich in de eredivisie hebben gehandhaafd. Het is de zure
Dordtenaar, de tegenkanter van de vrolijke fans van dinsdag op het
Statenplein. Geen Schapenkop, maar een Geitenkop.
Met
beide benen op de grond, want na twee decennia Jupiler League zijn we
gewend geraakt aan de gemoedelijkheid en gezelligheid die je daar
vaak treft. Ik herinner mij de uitwedstrijd tegen Achilles '29.
Gewoon met zijn allen, Groesbekenaren en Schapenkoppen, langs de lijn
en vooraf een pilsje in de kantine. Ja, in sommige stadions word je
als een criminele bende een uitvak ingedreven en is de gezelligheid
ver te zoeken, maar in het algemeen is het aardig toeven in de
onderste lade van het betaalde voetbal. Er gaat wat op ons afkomen in
de eredivisie, waar het voetbal niet alleen echte fans met een hart
voor hun club aantrekt, maar ook agressieve idioten die ik graag naar
een onbewoond Waddeneiland zou sturen. We zullen daar mee moeten
leven. Het beste antwoord is, denk ik, zo goed mogelijk voetballen en
het clublied blijven zingen. 'Een Dordtenaar zal altijd blijven
zingen,' galmden wij mee met Jan van Est en zo is het maar net.
Behalve voor de Geitenkoppen dan.
Wij
maakten dinsdag grapjes over Europees voetbal over twee jaar. Dat
blijft voorlopig een illusie. Ik zou al dik tevreden zijn met een
plek in de middenmoot. Eerst even wennen in de eredivisie, daarna
zien we wel verder. Onlangs was ik in Thessaloniki, in de buurt van
het PAOK-stadion. PAOK speelde tegen Panathinaïkos.
De deuren en ramen moesten dicht vanwege het traangas. Stenen,
vuurwerk, straatmeubilair, van alles vloog voorbij tot en met bakken
vis. Het kan dus altijd nog erger dan bij de beruchtste harde kern
van Nederland. Als het zo ver zou komen, dan is het jammer. Dan gaan
bij mij de voetballuiken dicht en word ik Geitenkop.
©Kees
Klok
Foto: archief auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten