Claire
zegt dat ik mij er niet druk over moet maken. Dat het mijn zaak niet
is. Dat ik mij er niet mee mag bemoeien. Ik weet dat ze gelijk heeft.
Ook al is ze tweeëndertig jaar jonger, soms heeft ze meer
levenswijsheid dan ik. Toch schiet mijn bloeddruk omhoog zodra ik hoor dat ze weer de nacht met hem heeft doorgebracht. Nee, jaloers
ben ik niet, wel bezorgd, diep bezorgd. Is het wanhoop, angst om over
te blijven, een geval van liefde maakt blind, vergaande naïviteit?
'Laat
gaan,' raadt Claire, 'zit je niet op te vreten, denk aan je hart.' In
plaats daarvan denk ik aan hoe het af kan lopen, aan hoe het af zal
lopen. Ik wil geen conflicten, daarom houd ik mensen die ik niet
vertrouw, die mij tegenstaan, zoveel mogelijk op afstand. Daarom is
zij met hem erbij niet welkom, ook al leef ik op in haar gezelschap
en wil ik haar iedere dag wel zien.
Ik
voel wat veel vaders moeten voelen als het gaat om een dierbare
dochter en een foute man. En dan is zij nog maar een aangenomen
dochter. Claire schudt het hoofd, haar ogen staan zorgelijk.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten