Het
verhaal is bekend. Ik leerde Stella in Minneapolis kennen, toen ik
daar een tijdje met een Fulbrightbeurs aan de universiteit verkeerde.
Het was een zonovergoten periode, met temperaturen tussen de zestien
en vijfenveertig graden. Zestien in de collegezalen, waar je vanwege
de hinderlijk overdreven luchtkoeling altijd een trui aan moest,
vijfenveertig daar buiten. Verrassend genoeg had de kamer in
Middlebrook Hall, die ik deelde met de IJslandse historicus Ragnar
Sigurdsson, geen koelkast. Wij dronken in die dagen Milwaukee's Best,
dat we betrokken van een supermarkt aan de rand van de campus. De
blikjes koelden we zo goed en zo kwaad als het ging op de airco, een
soort kast onder het raam, waar 's winters warme en 's zomers koude
lucht uit kwam. Roken was nog net geen probleem, al begonnen de
eerste anti-rokers al verontrustend te radicaliseren.
Dat
er iets was ontstaan tussen Stella en mij, werd duidelijk toen we op
een keer in een lift stonden en ze mij spontaan begon te zoenen. Een
paar dagen later nam ik haar uit eten naar een Mexicaans restaurant,
ergens in downtown Minneapolis. Daar gingen we zo op in elkaar, dat
de tornado die over een deel van de stad raasde, ons geheel ontging.
Terug in Middlebrook Hall kroop de rest van het internationale
gezelschap waarin wij verkeerden net uit de schuilkelder. In één
klap hadden we een reputatie van onverschrokkenheid. Echt
onverschrokken was Ragnar. Hij ging tijdens het tornado-alarm
doodgemoedereerd met zijn camera op het dak zitten, ongeveer zoals
Churchill in Londen tijdens de Blitz.
Stella
vond dat de rest van het gezelschap niets van onze relatie hoefde te
weten. Ik vond dat eerst wat overdreven, maar besefte al snel dat ze
gelijk had. In de groep bevond zich een Nederlandse docent, die het
verblijf in Minneapolis opvatte als een uitnodiging om zoveel
mogelijk vrouwelijke collega's te bevrijen. Zijn pogingen daartoe
hadden wisselend succes, maar leidden op den duur tot zoveel
ergernis, dat zijn opvallend obsessief gedrag aanleiding was voor de
hoogleraar, die aan het hoofd van het programma stond, om hem ernstig tot de orde te
roepen. Alleen Ragnar en Stella's kamergenote Ute wisten van onze
relatie, want we wilden weleens een uurtje ongestoord alleen zijn. De
anderen hoorden er pas van toen ze drie jaar later onze trouwkaart
ontvingen.
Onlangs
vond ik in Stella's archief twee schriften met dagboekaantekeningen
uit die tijd. Grotendeels in het Engels geschreven, wat ik
gemakkelijker lees dan (handgeschreven) Grieks. Ik lees ze met een
sterk gevoel van weemoed, maar toch is het heerijk om alles door de
ogen van mijn grote liefde nog eens te beleven.
Foto:
archief auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten