dinsdag, augustus 09, 2016

Meisjesbad




Op de dag dat ik zou afzwemmen voor het diploma-A, lag ik met een griepje in bed. Daarna is het er op de een of andere manier niet van gekomen. Ik kon mijn hoofd boven water houden en dat vonden mijn ouders en onderwijzers kennelijk wel voldoende. Als we met de klas, of in familieverband, gingen zwemmen, sprong ik gewoon ook in het diepe. Als ik daar rondzwom was er geen badmeester die zag dat ik ongediplomeerd was en dat kwam niet omdat ze niet goed opletten. Zodra je onderdook en door een van de gaten zwom in de loopbrug die het meisjesbad van het jongensbad scheidde, werd je ernstig teruggefloten. De meisjes mochten wel naar de jongens, maar andersom was taboe. Wij betreurden dat als jongetjes, want ook toen al waren meisjes veel leuker gezelschap dan andere jongens. De meisjes, op die leeftijd geestelijk en lichamelijk flink verder ontwikkeld dan wij, zagen ons niet staan, of in dit geval dobberen. Ze bleven meestal aan hun eigen kant. Dat ons gedrag, stoere taal, 'bommetjes' en veel ongeleid lawaai hen juist niet naar onze kant overhaalde, begrepen we nog niet. Ik ken oud-klasgenoten die dat nog steeds niet beseffen.

We mochten het meisjesbad dan wel niet in, we konden er wel in kijken. Dat deden we, toen we de lagere school waren ontgroeid, op zomerdagen vanaf het dijkje tussen het zwembad en de jachthaven aan het Wantij. Ter hoogte van de afrastering van het meisjesbad, waar overigens ook moeders zwommen, ouwe wijven van soms wel in de dertig, hadden we onze hangplek. Steeds wisselde ons groepje van samenstelling. Iemand kreeg een brommer en een meisje voor achterop en verdween. Jong grut uit de tweede of derde zocht aansluiting. Uiteindelijk reed ik ook op een brommer de dijk af, met een meisje achterop, maar dat was een derdehands Berini, geen stoere Puch met een hoog stuur, zodat het met die verkering nooit echt iets is geworden.

Ik heb er een gedicht aan overgehouden, aan dat meisjesbad, niet aan die verkering, dat om ondoorgrondelijke redenen enig succes had. Een zwemdiploma heb ik nog steeds niet. Zwemmen doe ik nog maar zelden. Water is om op te varen, niet om in te liggen, maar het is net als met fietsen: wie het eenmaal kan, leert het nooit meer af. Meisjes zijn trouwens nog steeds leuker gezelschap dan andere jongens.





Geen opmerkingen: