Als
het even kan maak ik iedere dag een wandeling. Omdat ik het prettig
vind en om de buikomvang binnen de perken te houden. Ik lijk al
genoeg op Mr. Pickwick. De schepper van deze gentleman, Charles
Dickens, was een groot wandelaar. Hij liep rustig van hartje Londen
naar zijn landhuis in Rochester. Hij had er ook een handje van om
nachten lang door Londen te kuieren. Onvervaard en nergens bang voor.
Ondertussen schreef hij aan zijn boeken, hield hij een tijdschrift
gaande, bemoeide hij zich met een tehuis voor 'gevallen' meisjes,
maakte hij tien kinderen en toen hij dat toch iets te veel van het
goede vond, scheidde hij van zijn vrouw en begon hij op zijn
zesenveertigste de achttienjarige actrice Ellen Ternan het hof te
maken. In het diepste geheim.
Als
ik het bescheiden rijtje boeken zie dat ik zelf heb gepubliceerd, ben
ik weleens een beetje jaloers. Niet zozeer op de verhouding met dat
meisje, maar op Dickens zijn talent en tomeloze energie. Als ik
bedenk hoe hij zichzelf als een fakkel heeft opgebrand, een fakkel
die op zijn zevenenvijftigste doofde, ben ik weer helemaal tevreden
met mijn plekje ergens in het schemerige halletje van de Nederlandse
literatuur, op een krukje nabij de deur.
Ik
kan mij geen leven zonder de boeken van Dickens voorstellen, maar wat
heeft hij zelf, behalve een ongehoorde smak geld en een geheime
verhouding, verder aan al die roem gehad? Toen het sprookje
plotseling uit was, werd hij, tegen zijn wens in, begraven in
Westminster Abbey. Later kreeg hij daar Thomas Hardy, ook een groot
schrijver, als buurman. Misschien moet ik toch eens een wandeling
maken van Westminster Abbey naar Gad's Hill Place in Rochester. Je
weet maar nooit op welke vragen dat antwoord geeft.
Foto:auteur
Eerder gepubliceerd in The Dutch Dickensian jg.
2015
Geen opmerkingen:
Een reactie posten