Tja,
Valentijnsdag. Het schijnt al een oude traditie te zijn, al kan ik
mij niet herinneren dat er in mijn jeugd veel aandacht aan werd
besteed. Althans in Nederland. Ik stuurde braaf een kaart met een
gedichtje naar mijn toenmalige vriendinnetje in Engeland, zonder mijn
naam erbij. Poststempel en handschrift zeiden toch wel genoeg en dat
was het dan. Later, toen ik Stella leerde kennen, merkte ik dat zij
wel prijs stelde op een Valentijn. Ik weet dat aan ons gezamenlijk
verblijf aan de Universiteit van Minnesota. Je houdt altijd wel iets
over van zo'n avontuur. Ieder jaar schreef ik een gedicht voor haar,
aanvankelijk in het Engels, maar al heel snel in het Nederlands, toen
ze die taal had geleerd.
Ergens
na de millenniumwisseling moesten er op Valentijnsdag zonodig bloemen
worden uitgedeeld op de school waar ik werkte. Dat was behoorlijk
sneu voor de jongens en meisjes die minder populair waren, maar daar
werd niet bij stilgestaan. Ik herinner mij een sketch van Mr. Bean,
die besloot zichzelf maar een Valentijn te sturen, of misschien wel meerdere, dat is mij ontschoten. Mr. Bean is uit bij
de luchtvaartmaatschappij waarmee ik geregeld naar Griekenland vlieg.
De
jongedame die nu en dan mijn bestaan opvrolijkt heeft ongetwijfeld
veel Valentijns gekregen. Zij is heel mooi, hartverscheurend lief en
ook nog eens bekend uit de media. Dan hoef ik mij dus niet meer uit
te sloven. Gelukkig weet ze al heel lang dat onze vriendschap mij
bijzonder blij maakt. Daar heeft ze Valentijn niet voor nodig en het
scheelt ook weer een postzegel.
Afbeelding:
Arthur Hughes, In the Grass (1864)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten