maandag, oktober 08, 2018

Studentenleven



Oplettende lezers weten het al, want ik heb het weleens eerder opgeschreven. Ik ben zo'n typische stapelaar. Begonnen op een 'opleidingsschool,' waarvoor mijn ijver niet toereikend was, verder gegaan op een gewone lagere school, daarna naar een mulo gestuurd, waar ik in de tweede struikelde, ook uit gebrek aan ijver, waarna ik het licht zag, die school met prachtige cijfers afmaakte en mij door een slecht geïnformeerde schooldecaan de havo liet aanpraten, want dat zou in 1968 hetzelfde zijn als de hbs, maar dan met minder vakken. Toen ik van die havo afkwam, met een handvol negens, een acht en een zeven, maar die lag aan de leraar Duits, bleek ik toch niet naar de universiteit te kunnen. 

Ik begon aan mo-Engels, maar kon niet wakker blijven bij de lessen grammatica en fonetiek, terwijl de literatuur, het enige dat mij echt boeide, pas bij de akte-b aan bod kwam. Dan maar de pedagogische akademie, daar had ik de havo-top tenslotte ook gedaan. Na het behalen van de 'Akte van bekwaamheid als volledig bevoegd onderwijzer' ging ik op een lagere school aan de slag en daarnaast begon ik in deeltijd aan de studie voor Geschiedenis-mo. Ik haalde mijn mo-1 en daarna mijn mo-2. Tenslotte rondde ik de studie af met een doctoraalexamen in Utrecht, bij Maarten van Rossem, die niemand toen nog kende als mediafiguur.

Hoewel ik een groot deel van mijn studie uit eigen zak heb betaald en er een aanzienlijk deel van mijn sociale leven aan heb opgeofferd, heb ik geen seconde spijt van de weg die ik bewandelde. Die havo-top aan de Gemeentelijke Pedagogische Akademie te Dordrecht leidde weliswaar niet direct tot de universiteit, maar het was een fantastische school, waar veel jonge docenten met moderne opvattingen werkten en waar vooral ook je creativiteit werd gestimuleerd. Dat was op de onderwijzersopleiding idem dito, al irriteerde het mij weleens dat sommige leraren je al te nadrukkelijk wilden 'vormen'. Mijn latere opleidingen kon ik in hoge mate naar mijn eigen wensen inrichten en dat beviel ook uitstekend. Bovendien was de, inmiddels helaas verdwenen, mo-opleiding zo degelijk, dat het doctoraal daarna in een handomdraai kon worden behaald. Dat ik als een van de twee specialisaties voor kunstgeschiedenis koos in plaats van voor sociaal-economische, is ook iets dat ik nooit heb betreurd. In tegendeel, ik heb er bij ieder museumbezoek plezier van. 

Het enige dat mij een beetje spijt is dat ik, door al dat college lopen in deeltijd, het echte studentenleven heb gemist. Ik bedoel het studentenleven van voor de tijd dat de rendementsgruwel zich in het hoger en wetenschappelijk onderwijs invrat. Toen studeren nog wat meer inhield dan in razend tempo door de universiteit te worden gejaagd en je nog iets meer ervoer dan een blikken reet van de collegebanken. Ach, er echt onder lijden doe ik niet. Ik speel dat studentenleven, nu ik niet meer in het onderwijs werk, gewoon met mijn vrienden na. En dat bevalt uitstekend.

Foto: auteur


Geen opmerkingen: