dinsdag, oktober 02, 2018

Tot zover het weerbericht



Lieve Stella,

Toen ik hier maandagmorgen aankwam vanuit Nederland, in veel te warme kleren, was het nog volop zomer. 's Avonds begon het ineens hard te waaien, zakte de temperatuur snel met zo'n tien graden en brak de herfst aan. Het is somber buiten, bewolkt, nat en het waait een beetje, want ten zuiden van Thessaloniki trekt een zware storm, bijna orkaan zeggen de kranten, voorbij en daar krijgen we misschien een uitlopertje van mee. Tot zover het weerbericht. 
   
Ik zit weer in dezelfde studio als de vorige keer, in het Tijdelijk Schrijfhok dus, heb al verschillende avonden bij Konaki gegeten, ben gisteren met je nichtje Eleni en haar vriend Nikos aan de zwier geweest in de buurt van Platia Athonos, heb Yorgakis, de liefhebber van Engelse literatuur, gezien in een drankhol om de hoek bij het voormalige Loxias en ben daar toen ook maar een uur of wat op een paar glazen wijn gaan zitten. Hoe het heet ben ik vergeten te noteren, maar het zijn de buren van keizer Galerius en het is letterlijk een hol. Duister, met een niet onvriendelijk, maar Eucalypta-achtig vrouwtje achter de bar en één vaste klant, een reus die voortdurend verbaasd uit zijn ogen kijkt, maar niet echt gevaarlijk is, geloof ik. Yorgakis komt er af en toe met Yiannis de Pontiër, maar die was wegens handel buiten de stad. Yiannis verhandelt de wijnen van zijn zwager, maar doet ook in andere dranken en daar rijdt hij van in een tot disco omgebouwde mercedes. Ik ben een keer met hem meegereden naar de oude Karaisas, de schilder die in een Dali-achtig appartement woont in Konstantinoupolitika (probeer dat maar eens uit te laten spreken door een Nederlander) en daar ben ik drie dagen doof van geweest. 
   Voorts heb ik Baraka, aan de andere kant van de familie Galerius, voorlopig benoemd tot het Visser van Thessaloniki, waar ik vrijwel iedere dag aan het eind van de middag koffie ga drinken en iets substantieels daarna, want het knusse kafeneion Odysseas van Rita, de voormalige rechterhand van Loxias, is gesloten en oogt inmiddels als een troosteloze puinhoop. Nee, Rita is niet failliet, ze heeft iets gehuurd in de Kastritsiou, waar ze het kafeneion gaat voortzetten, maar daar is de verbouwing uitgelopen, zodat het, althans volgens Sofia, de voormalige kokkin uit Loxias, die ook weleens in Baraka komt, pas volgende week open gaat. Ik reken nergens op, maar ik denk wel dat ik er bij mijn volgende bezoek terecht kan, als ze maar niet in de kelder gaan graven, want dan heb je voor je het weet de Archeologische Dienst over de vloer. Denk maar aan de metro, dat gebed zonder end. 

Hoewel het T.S. wel een beetje klein is, ongeveer de helft van mijn werkkamer thuis, is het van alle gemakken voorzien. Een badhokje waar ik net in pas als ik niet te veel kilo's aankom, een ruim bed, een aardig balkonnetje met uitzicht op een binnenplaats en een keukentje waar ik eventueel kan koken, wat ik met Konaki op twee minuten afstand lopen, uiteraard niet doe. Ik maak wel een ontbijtje en zet koffie. Je begrijpt dat ik die koffie uit Dordrecht heb meegenomen, Dordtse blend uit het Theewinkeltje in de Nieuwstraat, want die is veel meer naar mijn smaak dan de Jacobs die ze bij het supermarktje in de Mouson verkopen. Aardige mensen daar, dat wel. Ik ging om lijm, want mijn orthopedische hakjes zaten niet meer goed vast, maar kon in de chaos niets vinden. De winkelier is tien minuten aan het graven geweest in een stapel dozen en kwam toen met een brede glimlach met een aantal tubes Uhu aan. Ik heb er maar direct drie gekocht.
   Omdat ik lekker ver van de straat zit, kan ik hier goed werken. Ik heb al een artikel geschreven voor Lychnari, dat boeiende tijdschrift over het Griekenland van nu, waaraan jij ook weleens het een en ander hebt bijgedragen, en de laatste hand gelegd aan de voorbereiding van de gastcolleges die ik op 10 en 12 oktober geef bij Alex Dagkas aan jouw oude Alma Mater. Wandelen doe ik ook, maar vanwege het gelazer met mijn achillespees ga ik wel te voet naar de benedenstad, of een klein stukje van hier naar boven als ik bij Melkiades, met dat mooie uitzicht over de stad, wat wil drinken, maar ik ga meestal met een taxi terug. Als ik de bus wil nemen, nummer 23 stopt voor de deur, moet ik helemaal naar de halte bij de haven lopen, vlakbij het Holocaustmonument, anders zit het ding te vol, want het is maar een kleine bus vanwege de steegjes waar hij doorheen moet. Nu weet je ook meteen waarom ik orthopedische hakjes in mijn schoenen heb. Ik moet van de dokter ook allerlei rekoefeningen doen. Gelukkig heb ik weinig inkijk, anders denken de buren dat ik 's morgens al iets te veel heb gedronken, terwijl je weet wat voor toonbeeld van matigheid ik ben. 

Dinsdag moet ik langs de boekhouder, in dat grauwe hok bij het station dat hij kantoor noemt, om te vernemen hoe het staat met de aanhoudende troebelen met de belastingdienst. Ik heb nog steeds geen reactie op de aangifte. Ze zullen wel weer een of ander niet-bestaand papier uit Nederland willen, compleet met vertaling en apostille, want hier leggen de ambtenaren wetten en regels geheel op eigen wijze uit. Ik vrees dat we weer naar de fiscus zelve moeten. Dat betekent om half zeven op en om half acht de deur uit, want als je daar niet bent op hetzelfde ogenblik dat de boel open gaat, loop je de kans de rest van de ochtend op je beurt te moeten wachten.
   Op 4 oktober 2017 heb ik persoonlijk in Athene een verzoekschrift ingediend om het nabestaandenpensioentje stop te zetten. Door de dubbele belasting en de kosten van de vertalingen en de boekhouder, houd ik nauwelijks iets over, dat heb ik je, meen ik, al eens geschreven. Ik heb nog steeds geen antwoord, maar dankzij een telefoontje door Vaso weten we inmiddels wel dat het protocolnummer in een computer staat en het verzoek op een stapel ligt bij een juffrouw die het zo druk heeft dat ze de telefoon niet opneemt. Ik voorzie een nieuw bezoek aan Athene. Gelukkig kan ik dat altijd combineren met leukere dingen.
   Vorige week heb ik trouwens nogal wat Atheners ontmoet in Amsterdam. Bij de inaugurale rede van de nieuwe professor Nieuwgrieks aan de UvA, Maria Boletsi. Wat zou het fijn zijn geweest als je erbij had kunnen zijn, want ze was leerlinge van de Peiramatiko toen jij daar lesgaf. Niet aan Maria, zij koos voor Duits, maar ze kan zich jou goed herinneren. Haar vader, Spyros, werkte er toen als filoloog en jullie waren goed bevriend. Vandaar dat ik hem ook ken. Maria bezet als bijzonder hoogleraar de Marilena Laskaridis Leerstoel in Nieuwgriekse Studies. Haar benoeming is een belangrijke stap in de strijd om de studie Nieuwgrieks voor Nederland te behouden. 
   De UvA heeft Nieuwgrieks ondergebracht bij de Capaciteitsgroep Romaanse talen en culturen, wat voor mij een teken is dat het College van bestuur het niet helemaal begrijpt. Grieks een Romaanse taal en cultuur? Nu ja, Nederlands is aan de Aristotelesuniversiteit een onderdeel van de studie Duitse taal en letteren en niet alleen daar, vrees ik. 

In de tijd dat ik hier zit, logeren de vrienden uit Up Holland in het huis in Dordrecht. Zo weet ik zeker dat, mocht de (na)zomerse droogte nog steeds voortduren, de tuin adequaat wordt besproeid. Ik heb niet voor niets een smak geld betaald aan de hovenier. Met genoegen, want het is mooi geworden, maar het moet, nog tot ver in de herfst, wel mooi blijven. Voor mijn vertrek heb ik zelf nog flink wat tuinwerk gedaan, waardoor mijn tennisarm weer terug is. Pijntje hier, pijntje daar, maar zo lang het niet erger wordt dan het is, is het te doen. FC Dordrecht heeft, na een gelijkspel in de eerste wedstrijd van het seizoen, tot nu toe alles verloren, inclusief de eerste bekerwedstrijd. Dat is pas erg!

In gedachten, altijd,
Kees

Thessaloniki, 30 september 2018

Foto: auteur



Geen opmerkingen: