In mijn studietijd, ja jongens en meisjes, dat is lang geleden, ontstond er in Nederland een ware spellingstrijd. Een aantal meneren en mevrouwen begon te pleiten voor een fonetische spelling. Je moest iets gewoon spellen zoals je het uitsprak, dan maakte je ook nooit meer een spelfout. Spelling was tenslotte maar een afspraak en die afspraak kon je zonder meer vervangen door een andere. Ik hoor het mijn toenmalige leraar Nederlands, net van de universiteit en vol revolutionair vuur, nog roepen. Remco Campert liet zich meedrijven op de zogenaamd progressieve stroom en schreef Tjeempie of Liesje in Luilekkerland, een bijzonder komisch boek in fonetische spelling. Hij heeft het daarna bij mijn weten nooit meer gedaan. Een fonetische spelling. Als het was doorgegaan hadden Groningers en Limburgers elkaars teksten nauwelijks meer kunnen lezen en hoe zou dat hebben gemoeten met de spellingcontrole op de pc? Ach, die was er nog helemaal niet. Werkstukken schreven we op een schrijfmachine, met een beetje geluk een elektrische, en als er veel moest worden gewijzigd, typte je het hele rotding over.
Ja, mijn leraar Nederlands had gelijk. Spelling is een afspraak, maar wel eentje die, eenmaal gemaakt, zo weinig mogelijk, liefst helemaal niet, moet worden veranderd. Waarom kunnen we het Engels van James Boswell uit de achttiende eeuw, redelijk gemakkelijk lezen? En zelfs dat van Shakespeare, die nog een flinke tijd eerder schreef? Omdat de Engelsen, zo dom als ze zijn met hun Brexit, met hun spelling heel wat verstandiger omgaan dan wij. Nauwelijks veranderingen. Dickens spelde het Engels vrijwel hetzelfde als ik vandaag de dag doe. Wij Nederlanders zijn in een bepaald opzicht een uiterst merkwaardig volk. Als we een afspraak hebben die goed werkt, zeggen we na verloop van tijd: het wordt tijd voor verandering. Wij geloven dat verandering onverbiddelijk verbetering brengt, een opvatting die even jammerlijk is als geloven dat je kind door inentingen autistisch wordt of dat 'de markt' zaligmakend is voor de economie.
De taal verandert, maar daar hoeft de spelling niet voor mee te veranderen. Wel ben ik het met A.L. Snijders eens dat het raar is om, zoals altijd wordt gedaan, de geschiktheid van een sollicitant af te meten aan het feit of de betrokkene al dan niet foutloos spelt. Als iemand in zo'n brief 'het gebeurd mij weleens' schrijft kan hij een even goede magazijnchef worden, of barbediende, of postbode, als iemand die 'het gebeurt mij weleens' schrijft, al geldt dat natuurlijk niet voor een schooljuffrouw of een journalist, beroepen waarin het goede voorbeeld moet worden gegeven. Ernstiger zou ik het vinden als iemand het bastaard-Nederlands gebruikt van de generatie die, idioot als het is, als 'millenials' wordt aangeduid. Ik ben geen taalpurist. Talen beïnvloeden elkaar en dat kan soms verrijken, maar iemand die voor de helft, of soms meer, Engelse woorden uitkraamt, terwijl er niets mis is met het Nederlandse equivalent, die neem ik niet serieus. Dan ben je in mijn ogen een irritante potsenmaker, ook al spel je de boel correct.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten