maandag, juli 18, 2011

Vier uur slaap


Doorgaans houd ik kantooruren aan, hoewel het me ook weleens overkomt dat ik 's avonds laat ineens nog aan een gedicht begin. Dat zijn wonderlijke dingen: als me een goede regel invalt die tot iets kan leiden moet ik direct aan de slag, want een uur later is die regel anders weer uit het brein gewaaid. Ben ik echter bezig aan een tijdschriftartikel, een kort verhaal, een vertaling, mijn literair dagboek, of heb ik leeswerk voor een geleerd stuk over de geschiedenis van het veelgeplaagde Griekenland, dan doe ik dat 'op kantoor.' Van negen tot twaalf en als het moet, wanneer er weer eens een deadline loert, mag het na de lunch een uurtje meer zijn. Ik ben net als Maarten 't Hart een uitgesproken ochtendmens, dus meestal sta ik rond half zeven al fluitend mijn sinaasappeltjes te persen, mijn zelfgebakken brood te snijden en naar de vitamine-b pillen te zoeken, want je moet wat na een avondje stamkroeg. Tegen half negen even snel naar de krantenboer voor de waan van de dag, daarna een pot koffie, of soms een Turkse koffie vooraf (die in mijn geval uit Griekenland komt) en dan nijver aan het werk, zoals een Bourgondische calvinist (een label dat ik ooit van collega historicus Guus de Landtsheer kreeg opgespeld) betaamt. Nu en dan kijk ik even een paar minuutjes tussendoor op Facebook, roep wat en log daarna snel uit, want ze moesten eens denken dat ik daar de hele godganselijke dag zit te koekeloeren.


Dat vroege opstaan heeft voordelen. Zo werd ik vanmorgen om tien over half zeven niet wakker van het bezorgen, middels een reusachtige vrachtwagen, van de nieuwe keuken van een van de buren. Het is meestal nog stil in de buurt, de vogels kwinkeleren dat het een lieve lust is en je kunt je buiten op het land wanen, terwijl je midden in de stad woont. Ik houd ervan om voor ik iets ga doen op mijn gemak rond te keutelen of de belevenissen van de vorige dag in mijn dagboek te noteren. Even opschrijven wie nu weer wat in de kroeg in mijn halfdove oor heeft zitten tetteren. Meestal zijn dat dingen die achteraf mijn heerlijke inkt van J. Herbin (Blue myosotis) niet waard zijn en dus nooit terecht zullen komen in het literair dagboek, maar soms zitten er pareltjes van verhalen tussen. Ik lees ook graag een boek tijdens het ontbijt terwijl ik op mijn gemak luister naar het Radio 1 journaal. Daarin hoor je soms kolderieke taal- en andere fouten. Die komen meestal wel in het literair dagboek terecht. De afgelopen maand was ik vijf maal op de radio, bij respectievelijk de NOS (Met het oog op morgen) en BNR-Nieuwsradio en één keer op de buis bij EenVandaag, om Griekenland uit te leggen voor andersdenkenden. Bij het terugluisteren hoorde ik dat ik mij ook weleens verspreek, al heb ik mezelf nog niet betrapt op klassiekers als 'een aantal mensen gaan'. Ook heb ik echte blunders, zoals die van een Radio 1 verslaggever die op woensdag 1 juni 2005 beweerde dat Bolsward aan het IJsselmeer lag, weten te vermijden.


Als ochtendmens heb ik 's morgens veel meer energie dan later op de dag en verzet daardoor drie keer zoveel werk als in de middaguren. Toen ik nog in het onderwijs rondliep waren mijn lessen enthousiaster naarmate het uur vroeger was. Ik had een ongelofelijke hekel aan negende en tiende uren, straftijden die je een leraar, en al helemaal de leerlingen, eigenlijk niet mag aandoen. Het liefst was ik mijn lessen om half zeven 's morgens begonnen, om tegen half twee 's middags te stoppen, maar ja, niet iedere leerling is een ochtendmens. Er waren erbij die tegen een uur of tien, half elf nog aan het doorslapen waren in de klas. Die werden nogal eens gewekt door een goed gemikt krijtje tussen de ogen. 's Avonds komt er weinig uit mijn handen. Voor de buis val ik vaak van verveling in slaap, tenzij er echt kwaliteit wordt geboden, zoals nu op de BBC de herhaling van Pride and Prejudice. Daarom luister ik meestal naar de radio. Daarbij kun je lezen of andere dingen doen, koekeloeren op Facebook bijvoorbeeld. Het liefst duik ik tegen een uur of elf met een boek in bed, hoewel ik dan altijd nog naar Met het oog op morgen luister en regelmatig de onvolprezen uitzendingen van Radio Bergeijk haal. Het is goed om de nacht in te gaan na even goed gelachen te hebben. Bovendien: hoe minder je slaapt, hoe meer je leeft. Ik had een tante die tot op hoge leeftijd een uitbundig bestaan leidde en regelmatig halve nachten met vriendinnen zat te kaarten. Haar lijfspreuk was: 'een mens heeft maar vier uur slaap nodig.' Wie weet ga ik dat ook nog eens roepen. Moet ik alleen de televisie de deur uit doen, vrees ik.



Geen opmerkingen: