Ik zie
mezelf nog niet bij Visser met een paar vrienden door de zaak dansen.
Dat zou grote verbazing wekken. Tenzij ik stomdronken ben, een staat
waarin degenen die me kennen mij zelden zullen aantreffen, want voor
de stoppen bij opa Klok doorslaan gaat de ingebouwde veiligheid af en
val ik braaf in slaap. Gewoon met de kop tussen de pinda's en
salades, in vredige rust. Zodoende heeft een Chinees mij weleens in
zijn restaurant bij de Antwerpse haven 's morgens tegen een uur of
vijf uit een bord bami gevist. De natuur is soms genadig, al is ze
dat maar zelden. In Loxias is het volstrekt natuurlijk dat er in de
late uurtjes, wanneer de rebetica de boventoon voert, iemand opstaat
voor een chiftetelli of een zeibekiko.
Soms gaat het hele gastenbestand met de voeten van de vloer voor een
of andere volksdans. Opa Klok doet dan enthousiast mee. Ik ken alleen
de chasaposerviko, maar na een fiaaltje tsipouro doe ik
welke dans dan ook moeiteloos mee. In zo'n geval spreek ik ineens ook
veel vlotter Grieks. Ik vind dat een wonder.
In Utrecht
werd ter gelegenheid van Gedichtenweek een gratis dichtbundel met
werk van het Utrechts Dichtersgilde op straat uitgedeeld. Het deed
mij denken aan de Dordtboeken die een mensenleven lang geleden gratis
werden uitgedeeld in de Boekenweek. Gildemeester Chrétien
Breukers stuurde een pakketje voor de leden van de Dordtse
Dichterskring, een sympathiek gebaar dat erg op prijs wordt gesteld.
Het is een mooi vormgegeven, handzame bloemlezing, waar ik bijna
dagelijks even in lees. Ik ben poëzieredacteur,
geen criticus, dus verwacht van mij geen recensie, maar neem wel van
me aan dat er boeiende, bijzondere en verrassende gedichten instaan.
De gratis Dordtboeken kosten hier en daar een aardig bedrag in
antiquariaten en op boekenmarkten. Over een mensenleven gaat deze
bloemlezing, getiteld Het
Utrechts Dichtersgilde gaat dwars door de stad,
het in die wereld ook heel goed doen, voorspel ik. Om te weten of ik
gelijk krijg moet ik minstens 111 worden. Of ik dan nog door Loxias
dans of bij Visser verliefd zit te worden op meisjes 'van mijn
leeftijd, alleen tachtig jaar jonger' (vrij naar Gerard Reve) is nog
maar de vraag.
'Vreemdgaan
doe je gewoon,' schrijft Ellen Deckwitz in haar gedicht Vincent.
Ik moest aan die regel denken toen ik hoorde van een jonge vriend dat
hij vertrokken is bij zijn, nog jongere, vriendin. Een stel dat mij
dierbaar is en waarvan ik het erg jammer vind dat ze uit elkaar zijn.
Een moreel oordeel heb ik er niet over. Ook niet als er vreemdgaan in
het spel zou zijn, wat ik niet weet, maar het is het zoveelste
bevriende paar dat uit elkaar gaat en dat verdriet mij. Bijna altijd
als vrienden verschillende wegen inslaan verlies je er een uit het
oog. Ik wil dat niet, maar het gebeurt vrijwel automatisch. Ik wil
eigenlijk dat alles wat goed is goed blijft en nooit verandert. Zoals
er in poffertjessalon Visser in feite nooit iets verandert, waardoor
het zo'n prettig thuis blijft. Alleen, wat aan de oppervlakte goed
lijkt, blijkt dat in de praktijk toch niet altijd te zijn. Een van de
vele akelige kanten van de (menselijke) natuur waaraan ik nooit zal
wennen.
©Kees
Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten