Als ik
Loxias binnenstap zie ik Margot zitten, een oud-leerlinge. Zij heeft
vrijwilligerswerk in Vietnam gedaan en nu, met de Griekse crisis....
je weet maar nooit. Ik hang mijn jas op en loop naar haar tafeltje om
haar te begroeten. Ze kijkt me verbaasd en een beetje verschrikt aan.
Het is een Griekse dubbelgangster. Eentje die wel erg op haar lijkt.
Het is mij al een paar keer overkomen dat ik in Thessaloniki een
evenbeeld zag van een bekende uit Nederland. Toch lijken de
gemiddelde Griek en de gemiddelde Nederlander niet erg op elkaar.
Dubbelgangers,
soms is het een griezelig fenomeen. Lupius heeft een neefje dat
sprekend op hem lijkt. Toen Lupius overleed, sprak ik op zijn
begrafenis. Zijn neefje zat op de eerste rij. Het was alsof Lupius in
levende lijve op zijn eigen begrafenis was. Het maakte het spreken
niet gemakkelijker. Voor een ander worden aangezien kan akelige
gevolgen hebben. Je evenbeeld zou maar net een ripdeal hebben
gepleegd, of de vrouw van een psychopaat hebben bekend. Ik heb een
neef die sprekend op mij lijkt, maar hij is een kop groter, woont ver
weg en is bovendien van onbesproken gedrag. Toch ben ik er niet
gerust op. Men zegt dat er in Dordrecht een dubbelganger van mij
rondloopt. Ik hoop dat ze hem goed in de gaten houden.
Ik mag dan
behoorlijk Grieks spreken, ik zie er met mijn groene ogen en lichte
huid allerminst Grieks uit. Toch wordt mij om de haverklap in
Thessaloniki de weg gevraagd en meestal door Grieken. Het verbaast
mij dat ik die weg vaak nog weet ook, al spreekt men mij natuurlijk
vooral aan in mijn eigen buurt, of in het centrum, waar ik goed
bekend ben. Eén
keer werd mij de weg naar Nederland gevraagd. Ik zat met Stella op de
laatste bus te wachten, na een bezoek aan de openluchtbioscoop aan de
Stratosboulevard, toen er twee auto's met Nederlandse kentekens
stopten. Een Grieks ogende man stapte uit en vroeg iets in gebroken
Engels. 'Het mag ook in het Nederlands, hoor,' zei ik, waarna het
gesprek vlotter ging. Twee Turkse families uit Alblasserdam, bijna
buren dus, die een verkeerde afslag hadden genomen en nu weer
richting Turkije koersten. We zetten hen op het goede spoor, maar
vroegen ons wel af waarom ze terug wilden door de landen van het
voormalige Joegoslavië.
Wij reisden via Italië.
Veiliger, makkelijker (de veerboot doet een deel van het werk) en
niets duurder, want je hebt niet bij elke grens een pet die een paar
tientjes verstopt in je groene kaart wil om vlot doortocht te
verlenen.
Het
is druk in Loxias. Dat komt in deze tijd nog maar weinig voor.
'Margot' heeft kennelijk iets te vieren. Haar gezelschap breidt zich
almaar uit. De stamtafel moet helemaal de hoek in. Een mooie
aanleiding voor mij om het niet te laat te maken. Ik ben moe.
Vanmiddag heb ik de vijf kilometer van het centrum naar mijn huis
gelopen, omdat ik geen zin had in een uitpuilende bus en ook niet in
een taxi, maar het is wel bijna allemaal heuvelopwaarts. Het hoeft
ook niet iedere avond drie uur te worden. Ik neem afscheid en
vertrek. Buiten vragen twee meisjes mij waar de Isavronstraat is.
'Daar zijn jullie.' Ze kijken alsof ik hen een oneerbaar voorstel doe
en lopen snel door.
©Kees
Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten