Soms lijd ik
aan wat ik maar oudere herenromantiek noem. Dan denk ik tedere
gevoelens te koesteren voor een dame. Niet zelden is die dame 'van
mijn leeftijd, alleen dertig jaar jonger,' zoals Gerard Reve dat zo
treffend wist uit te drukken. Meestal is de dame in kwestie,
eigenlijk nog een meisje, zich van niets bewust. Dat is maar goed
ook, vooral voor mijn eigenwaarde.
In 1969 ging
ik als jong scholier op bezoek bij Kees Buddingh'. Hij was toen
eenenvijftig. Ik vond dat heel oud. Zijn vrouw was jonger,
zesenveertig schat ik, en eveneens oud in mijn ogen. Onlangs sprak ik
een oud-leerlinge van zesenveertig. Ik vond haar jong, sprankelend en
aantrekkelijk. 'Van mijn leeftijd, alleen vijftien jaar jonger,' om
nogmaals in de geest van Reve te spreken.
Het komt
door onze gekluisterdheid aan het lichaam. Aan wat straks wordt
aangeduid als het stoffelijk overschot. Dat veroudert, verwelkt als
een bloem en sterft uiteindelijk af. Je hoopt dat dat met zo weinig
mogelijk pijn en ellende gepaard zal gaan. Ik ben niet bang voor de
dood, wel voor het pad erheen. Terwijl je lichaam de weg van alle
narcissen gaat, blijft je geest jong. Een verschijnsel dat al vele
malen is beschreven en bezongen, dat voor veel leed zorgt en soms
voor wat tijdelijk geluk, als twee geesten zo met elkaar overeenkomen
dat het physique niet meer telt.
Bijna
veertig jaar geleden, ik was drieëntwintig, trouwde ik met een
meisje van negentien. Ze was niet alleen erg mooi, maar ook heel
begaafd. Ze kon goed zingen, tekenen en schrijven, maar ze had moeite
te kiezen, zodat geen van drieën goed uit de verf kwam. Het duurde
niet lang of bepaalde karaktertrekken begonnen te botsen. We hadden
nog geen enkele levenservaring, konden het huwelijk niet aan en
gingen uit elkaar. Onze geesten bleven jong, tot op de dag van
vandaag. Nu is zij schrijfster in een stad niet ver van Amsterdam.
Een grootmoeder met een bewogen leven achter zich. Ik ben een
stoffige weduwnaar in de provincie. Nu en dan zoeken wij elkaar op en
dan kan het zijn dat de passie even opflakkert, maar na zo'n nacht
laten wij elkaar weer los. De illusies uit het verleden zijn niet te
herleven, alleen te dromen. Wij koesteren een tere genegenheid die
behoedzaam moet worden bewaard en ook zijn er diepe loyaliteiten aan
het verleden.
Tegen de
oudere herenromantiek valt weinig te doen, vrees ik. Je wordt er
tegen wil en dank door overvallen. Laatst nog. Dan is het oppassen om
je niet te gaan gedragen als de schooljongen die je eigenlijk wil
zijn. Langs haar huis fietsen in de hoop een glimp van haar op te
vangen, stiekeme briefjes sturen, of, meer eigentijds, bedekte
toespelingen op Facebook. Het is van een heerlijke, maar tegelijk
deprimerende spanning. Je bent geen zeventien jaar meer en onschuldig
vrijen is ook allang een wensdroom gebleken.
©Kees
Klok
©tekening: Annemarie Peters
©tekening: Annemarie Peters
1 opmerking:
Allemachtig, Kees,lezende over het jaar 1969 in dit stuk realiseer ik me voor de zoveelste keer dat ik toch wel heel, heel echt een "ouwe", drieletterige zak ben geworden. In dat jaar was ik 41 jr en kwam net terug van een driejarige buitenlandplaatsing. Voor die tijd had ik al drie jaren als militair in het voormalige Ned.Indië doorgebracht. Daar voor de tweede wereldoorlog ervaringen.Kees, je hebt nog heel wat jaartjes voor je, Stof jezelf af voor je er over twintig jaar spijt van krijgt dat je het niet deed.
Hartelijke groet van Wim.414
Een reactie posten