vrijdag, februari 08, 2013

Als een narcis


Soms lijd ik aan wat ik maar oudere herenromantiek noem. Dan denk ik tedere gevoelens te koesteren voor een dame. Niet zelden is die dame 'van mijn leeftijd, alleen dertig jaar jonger,' zoals Gerard Reve dat zo treffend wist uit te drukken. Meestal is de dame in kwestie, eigenlijk nog een meisje, zich van niets bewust. Dat is maar goed ook, vooral voor mijn eigenwaarde.

In 1969 ging ik als jong scholier op bezoek bij Kees Buddingh'. Hij was toen eenenvijftig. Ik vond dat heel oud. Zijn vrouw was jonger, zesenveertig schat ik, en eveneens oud in mijn ogen. Onlangs sprak ik een oud-leerlinge van zesenveertig. Ik vond haar jong, sprankelend en aantrekkelijk. 'Van mijn leeftijd, alleen vijftien jaar jonger,' om nogmaals in de geest van Reve te spreken.

Het komt door onze gekluisterdheid aan het lichaam. Aan wat straks wordt aangeduid als het stoffelijk overschot. Dat veroudert, verwelkt als een bloem en sterft uiteindelijk af. Je hoopt dat dat met zo weinig mogelijk pijn en ellende gepaard zal gaan. Ik ben niet bang voor de dood, wel voor het pad erheen. Terwijl je lichaam de weg van alle narcissen gaat, blijft je geest jong. Een verschijnsel dat al vele malen is beschreven en bezongen, dat voor veel leed zorgt en soms voor wat tijdelijk geluk, als twee geesten zo met elkaar overeenkomen dat het physique niet meer telt.

Bijna veertig jaar geleden, ik was drieëntwintig, trouwde ik met een meisje van negentien. Ze was niet alleen erg mooi, maar ook heel begaafd. Ze kon goed zingen, tekenen en schrijven, maar ze had moeite te kiezen, zodat geen van drieën goed uit de verf kwam. Het duurde niet lang of bepaalde karaktertrekken begonnen te botsen. We hadden nog geen enkele levenservaring, konden het huwelijk niet aan en gingen uit elkaar. Onze geesten bleven jong, tot op de dag van vandaag. Nu is zij schrijfster in een stad niet ver van Amsterdam. Een grootmoeder met een bewogen leven achter zich. Ik ben een stoffige weduwnaar in de provincie. Nu en dan zoeken wij elkaar op en dan kan het zijn dat de passie even opflakkert, maar na zo'n nacht laten wij elkaar weer los. De illusies uit het verleden zijn niet te herleven, alleen te dromen. Wij koesteren een tere genegenheid die behoedzaam moet worden bewaard en ook zijn er diepe loyaliteiten aan het verleden.

Tegen de oudere herenromantiek valt weinig te doen, vrees ik. Je wordt er tegen wil en dank door overvallen. Laatst nog. Dan is het oppassen om je niet te gaan gedragen als de schooljongen die je eigenlijk wil zijn. Langs haar huis fietsen in de hoop een glimp van haar op te vangen, stiekeme briefjes sturen, of, meer eigentijds, bedekte toespelingen op Facebook. Het is van een heerlijke, maar tegelijk deprimerende spanning. Je bent geen zeventien jaar meer en onschuldig vrijen is ook allang een wensdroom gebleken.

©Kees Klok

©tekening: Annemarie Peters




1 opmerking:

Wim Jilleba zei

Allemachtig, Kees,lezende over het jaar 1969 in dit stuk realiseer ik me voor de zoveelste keer dat ik toch wel heel, heel echt een "ouwe", drieletterige zak ben geworden. In dat jaar was ik 41 jr en kwam net terug van een driejarige buitenlandplaatsing. Voor die tijd had ik al drie jaren als militair in het voormalige Ned.Indië doorgebracht. Daar voor de tweede wereldoorlog ervaringen.Kees, je hebt nog heel wat jaartjes voor je, Stof jezelf af voor je er over twintig jaar spijt van krijgt dat je het niet deed.
Hartelijke groet van Wim.414