zaterdag, februari 16, 2013

In het voetspoor van...


Alice stuurt mij The Complete Poems and Songs van Robert Burns. Ik ben er blij mee. Het is lang, heel lang geleden dat ik in Schotland het geboortehuis van Burns bezocht. Dat was in 1978. Ik was op doortocht naar de Hebriden, op weg naar Ullapool, vanwaar je naar Stornoway op Lewis kunt varen. Ullapool maakte op mij zoveel indruk dat ik er een gedicht over schreef. Ik had in die tijd als beginnend dichter nog geen uitgever. Ik zette het in Onder Slieve League, een bundel in eigen beheer. Het boekje ziet er niet uit, maar ik vind het vers Middag in Ullapool nog steeds heel aardig. Ullapool was zonovergoten zomers. Op die reis viel nauwelijks regen, ondanks de reputatie van Schotland op dit gebied. De enige dag dat het goot was in Lochmaddy op North Uist, een door en door calvinistisch gat. Op een zondag. In de loop van de dag reed ik naar Lochboisdale op South Uist. Daar zwaait Rome de scepter, scheen de zon en waren de pubs wel open.

Mijn oud-leerlinge Alice is al vele jaren lerares geschiedenis in Schotland. In mijn voetsporen getreden, maar op afstand. Mijn oud-leerlingen verspreiden zich meer en meer over de wereld. Werk, studie of toeval. Zo'n toeval dat Stella en mij bij elkaar bracht in Minneapolis en haar vervolgens naar Dordrecht. Ik ken het toeval van Alice niet, maar een Dordts meisje in de Schotse hooglanden, dat spreekt tot de verbeelding. Nog niet zo lang geleden sprak ik haar toen ze even in Nederland was. Ik vertelde van mijn belangstelling voor Burns en andere Britse schrijvers, vooral uit de 18e en 19e eeuw.

Ik ga mij weer eens terdege verdiepen in de poëzie van Schotlands nationale bard. Daarna wil ik naar Schotland voor zijn brieven en dagboeken. Die kan ik met een handomdraai bestellen, maar ik ben een enthousiast bezoeker van plekken waar schrijvers zijn geboren, hebben gewoond en gewerkt. Zo was ik laatst in augustus in Portsmouth, de geboorteplaats van Dickens, en in december in Londen in een huis waar hij heeft gewoond en dat nu het Charles Dickens Museum is. Eveneens in augustus bezocht ik Steventon in Hampshire, waar Jane Austen woonde. Een van mijn favoriete plekken is Plas Newydd in Wales, het landhuis van The Ladies of Llangollen. Eleanor Butler en Sarah Ponsonby hebben zelf weliswaar geen literaire faam, maar zij ontvingen wel talloze dichters en schrijvers. Het is een plaats waar ik graag terugkom. Ik was in het huis in Grasmere waar William Wordsworth woonde met zijn zus Dorothy, die daar een boeiend dagboek over bijhield. Ik moet beslist een keer naar Dorchester, naar Max Gate, waar Thomas Hardy lang woonde. Misschien moet ik weer eens op reis door Engeland, Wales en Schotland, in het voetspoor van mijn favoriete schrijvers. Bij voorkeur met het vervoer uit de 19e eeuw, de stoomtrein en de postkoets, maar het zal wel een huurauto worden. Van het riante voorschot dat mijn uitgever mij voor deze geheide bestseller gaat betalen. Wie weet kom ik dan nog wel meer oud-leerlingen tegen. Ik weet van Margriet in Londen en van Mariëlle in Oxford. Misschien wordt het tijd voor een oproep op Facebook, maar eerst moet ik even met Heer Uitgever in conclaaf.

©Kees Klok


Geen opmerkingen: