Als op een
warme zomeravond de zon ondergaat en de straatverlichting wordt
ontstoken, verandert de Wolwevershaven bijna in een feeëriek stukje
Venetië. Ik zit op het terras van café
't Vlak, waar op dinsdagavonden de Kees Klok Fanclub bijeenkomt. Die
naam is louter list, bedrog en misleiding, een geintje uit de speelse
geest van dichter Peter M. van der Linden, want wie denkt dat er op
zo'n avond diepgaand en vol bewondering over mijn boeken wordt
gesproken, komt bedrogen uit. Het is geen bevlogen clubje gewijd aan
een literair idool, zoiets als het Buddingh'-genootschap, maar een
los-vast gezelschap mensen die wekelijks borrelen en van gedachten
wisselen. Er komt van alles aan de orde. De lotgevallen van DFC en FC
Dordrecht, die van De Willige Dame, het goede nieuws dat die
gruwelijk lelijke Ark van Noach voorgoed uit Dordrecht gaat
verdwijnen (en we daardoor hopelijk worden verlost van een stel
halfgare geestdrijvers), of de perikelen van de plaatselijke
politiek, om maar even wat te noemen. Het is vrijwel windstil. Achter
de huizen van de Aardappelmarkt rijst, omringd door een lichte nevel,
verrassend snel de volle maan. 'Net een schilderij,' merkt iemand op.
Het is een zeldzaam ogenblik van grote schoonheid, dat even tot
stilte noodt. Daarna hervat zich het gesprek. Er wordt nog een rondje
besteld.
Als
kind moest ik weinig van clubjes hebben, tenzij ik er zelf een
stevige rol in kon spelen. Ik was een blauwe maandag bij de
padvinderij, waar een soort militaire hiërarchie heerste die mij
niet zo beviel. Ik kon er de boventoon niet voeren. Ik was heel kort
bij Jong Jubal, omdat ik dwarsfluit wilde leren, maar achter zo'n
tambour-maître wilde ik niet aan. Bovendien waren ze er te vroom en
te oranjegezind. Nee, ik richtte liever mijn eigen club op en zo
begon ik met vrienden Bobby Kinghe en presideer ik tegenwoordig,
tussen weer andere vrienden, bij het Genootschap ter Bevordering van
Eb en Vloed. Ook het Instituut voor Plurale Meervoudsvorming (de naam
is van Jacques Noorman) is nog niet geheel ingeslapen.
De
Kees
Klok Fanclub heb ik
niet opgericht en ik voer er niet de boventoon. Ik laat mij de club
welgevallen omdat het samenzijn aan de schilderachtige haven meestal
bijzonder aangenaam is. Een enkele keer neemt koning Alcohol de
leiding. Dan komt bij sommige aanwezigen Hollandse humor naar boven.
Hollandse humor is afzeikhumor, onderbroekenlol ten koste van. Op
zo'n avond trek ik mij liever terug in mijn ivoren dichterstoren.
©Kees
Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten