Het zou
altijd zulk mooi zomerweer moeten zijn als vandaag. We weten dat dat
niet kan. Onvermijdelijk zal het op een dag weer koud zijn en
regenen. Het weer is het ideale fenomeen voor beroepsklagers, een
soort die in het Nederlandse volk is oververtegenwoordigd. Het is
altijd te koud, te warm, te droog, te nat, het waait te hard, het
waait niet hard genoeg. Het obsessieve zaniken over het weer heeft
soms kwalijke gevolgen. Het KNMI en allerlei andere weerprofeten
worden er zenuwachtig van. Soms wordt daarom te vroeg een weeralarm
afgegeven, of te laat. In beide gevallen is er paniek in het land en
volgt een stortvloed van kritiek. Een overgrootvader van mij in
Nijkerk had de gave om 's morgens na een blik op de lucht het weer
voor de hele dag te weten. Die gave is door de extreme urbanisatie
van Nederland zeldzaam geworden.
Zonnig
zomerweer associeer ik met meisjes en de prille liefde. Met de
zomervakanties in Engeland, waarin ik optrok met Susan, met Wendy,
met Veronique, met Heather, al waren die twee laatsten
eendagsvliegen. Als ik was opgegroeid in een minder preutse omgeving
had ik one night stand kunnen schrijven. Ik kan mij maar één
jeugdvriendinnetje herinneren dat ik niet op een zomerdag heb leren
kennen. Dat was Leanne, op een uitzonderlijk zonnige dag in december
1970. Ook Annemarie, mijn eerste vrouw, en Stella, de grote liefde in
mijn leven, leerde ik kennen in de zon. Op 3 juli 1987, een
bloedhete, zonovergoten dag in Minneapolis, kwamen Stella en ik
elkaar voor het eerst tegen.
De
zon is de kern van de natuur die wij soms zo bewonderen. Die natuur
trekt haar eigen plan. Een programma van willekeur waarop wij, al
menen we anders, maar marginale invloed hebben. De Engelse schrijver
Julian Barnes verloor zijn grote liefde, Pat Kavanagh, na een
verbijsterend kort ziekbed. Hij schreef daarover de novelle Levels
of Life, in het
Nederlands vertaald als Hoogteverschillen.
Daarin zegt hij: 'Het is gewoon het universum dat zijn gang gaat.' Er
is geen rechtvaardigheid in de natuur, voeg ik daar aan toe. Stella
overleed op de bewolkte, koude, regenachtige tweede kerstdag van
2007. Vijf dagen later begroeven we haar in Griekenland. Ik bleef als
laatste achter nadat de kist was gezakt. Er verscheen een kerel met
een schop die zwijgend het graf begon te vullen. Zelfs de milde,
Griekse winterzon kon mijn ontzetting niet verzachten.
©Kees
Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten