vrijdag, augustus 30, 2013

Literair dagboek (2008/2)


Bij Uitgeverij Liverse verschenen mijn literaire dagboeken En vooral: de gordijnen dicht (2008), Idioten ontloop je nergens (2010) en Reisgriep (2012). Deel vier, Mijn koffers gepakt, is in wording en zal, als alles loopt zoals bedoeld, medio 2014 verschijnen. Onder de titel Literair dagboek zal ik nu en dan een fragment uit het komende boek opnemen.

Woensdag, 3 september:
Zeven weken geen last gehad van de 'migraine' achter mijn oog. Vanmorgen vier uur lesgegeven en het begint weer.

Maandag hadden we de traditionele opening van het schooljaar, met 's middags de borrel van rector Beuvens. Daarna met collega's Jan Vlot, Tommy Weijers en John v.d. Kuil gegeten bij Pom Lai. Dinsdagmorgen 'wat vermoeid,' maar ik was op school niet nodig. Er een kalm dagje van gemaakt. Alleen wat brugklasboeken opgehaald.

Donderdag, 4 september:
Gegeten bij Archie en Petra. Gezellig, maar vrij vroeg naar huis gegaan. Ik was moe en wilde nog wat lezen. Gisteravond met Brian een leuke avond bij de familie Noorman. Te veel gedronken, vanmorgen 'zeer vermoeid' naar school, waar ik er achter kwam dat mijn lessen niet om half negen, maar om tien voor elf begonnen. De brugklassen hadden sportdag. Dat had ik na vierendertig jaar voor de brugklas zelf kunnen bedenken. Morgen Bapo-dag. Ik ga de bovenverdieping schoonmaken (zondag de benedenverdieping) en daarna schrijven of vertalen. Ik ben niet tevreden over mezelf: te weinig ritme en regelmaat.

Zaterdag, 6 september:
Marja, René en Brian na Visser getrakteerd op een etentje bij Kantje Boord. Ik vertelde de anekdote van Jan Eijkelboom over het toilet van Reve. Een idioot die verderop zat begon kwaad te roepen dat hij nog zat te eten. Verbijsterend dat hij ons kon horen, er was veel lawaai in de zaak. Iemand die niet begreep hoe hij zichzelf voor schandaal zette met het ostentatief, of liever, obsessief afluisteren van een gesprek onder wildvreemden. Wij reageerden niet, maar een restaurateur dient zo iemand natuurlijk direct buiten de deur te zetten.

Maandag, 8 september:
Het beviel mij gisteren aanvankelijk niets dat de poëziemanifestatie Drechtsteden Gedicht op in plaats van in het Hof werd gehouden. Het was akelig koud en regenachtig. Toch was het uiteindelijk geslaagd. Een keur aan goede dichters en performers: Levi Weemoedt, Mustafa Stitou, Marieke van Leeuwen, L.F. Rosen, Remco Campert, Tjitske Jansen, Jules Deelder en een twaalfjarig talent uit Papendrecht, Renate Jacobson. Leuk om Tjitske weer eens te ontmoeten. Ze woont tegenwoordig in een boeddhistisch centrum in Schotland, waar ze zorgt voor een man van drieënnegentig. Zorgt ze ook wel voor zichzelf? Ik vond haar erg mager. Ik heb haar een exemplaar van En vooral: de gordijnen dicht gegeven. Ik kreeg een CD van haar, waarop ze gedichten leest met begeleiding door Jasper le Clercq (Je hebt alles en je hebt mij). In de foyer, die voor de artiesten open was, zitten praten met Tjitske, de begeleider van Jules Deelder, Deelder zelve, Remco Campert en Levi Weemoedt. Deelder haalde herinneringen op aan de Dordtse dope-scene in de jaren zestig, waarvan ik veel intimi ook heb gekend. Hij deed een hilarische imitatie van wijlen Jan Vrolijk. Omdat zijn vrouw van dat soort hebbedingetjes houdt, heb ik hem mijn speldje van '1650' (de aktie om Gezicht op Dordrecht voor het museum te behouden) cadeau gedaan. Ik heb Amarantha Groen, mijn veelbelovende oud-leerlinge, die gisteren met een paar gedichten in Meander stond, aan Tjitske voorgesteld. Ik hoop dat het klikt tussen die twee bijzondere meiden.

Voor het eerst sinds Griekenland thuis gekookt (appelkerrie). Daarna bij de televisie in slaap gevallen. Ik had de KRO-documentaire over dubieuze praktijken van de regering rond de joint strike fighter willen zien, maar na de Engelse versie van Tussen kunst en kitsch hield het bij mij op. Met Thijs en Brian gegeten bij de Italiaan en daarna de avond bij Han en Bep doorgebracht, waar we op traditionele wijze zijn doorgezakt.

Donderdag, 11 september:
Mooi weer vandaag. Zonnig, vijfentwintig graden. Na school lang op de veranda gezeten. Gelezen, maar mij ook weer eenzaam gevoeld. Geen zin in koken. Langs de afhaal-chinees gegaan en op de veranda gegeten. Langzaam begon het weer om te slaan en verschenen er onweerswolken boven de stad. Voor morgen, als ik met Brian naar Amsterdam ga, is regen voorspeld. De temperatuur zal zo'n tien graden dalen. De zomer, voor zover er in Nederland zomer is geweest, lijkt definitief voorbij.

De eerste avond deze week alleen. Maandag kwamen Henk en Hetty Nieboer langs om het jubileumboek van DFC te brengen. De club van Buddingh' bestaat 125 jaar. Dinsdagavond hadden we Dichterskring bij Jehanne. Mijn gedicht over de platanen in het Oranjepark viel in goede aarde. Woensdag bij de Thai gegeten met Marja, René en Brian. Brian trakteerde.

Zaterdag, 13 september:
Monumentenweekeinde. Van 13.00u tot 14.00u mijn monumentenlezing gegeven in de remonstrantse kerk. Evenals vorig jaar. Toen was Stella er nog bij en hadden we geen idee van de naderende verschrikking. Druk was het niet, maar de aanwezigen waardeerden mijn verhaal.

Gisteren met Brian naar Amsterdam geweest. Herbert ontmoet in de Ooievaar op de kop van de Zeedijk. Het was afgrijselijk weer. Lunch in De Waag, sfeervol verlicht met kaarsen. Daarna Brian Onze Lieve Heer op Solder laten zien. Doodsangsten uitgestaan om Brian, vanwege al die enge trappen die hij nauwelijks op en af kon. Onderweg een beeldschone raamhoer die mij wenkte. Als ik alleen was geweest, was ik misschien wel naar binnen gegaan. Daarna tot etenstijd terug naar de Ooievaar. Diner bij Bird. Goed, maar toch iets minder dan de Dordtse Thai. Bediend door twee oogverblindende en heel beschaafde Thaise meisjes. Voor de terugreis, met de trein van tien voor tien, een laatste wijntje in de Ooievaar genomen.

Vanmorgen meel gehaald bij de molen en de fruit- en wijnvoorraden aangevuld. Vandaag eten we buiten de deur, morgen is er het buffet van Karin, maar de rest van de week ga ik koken. Ik ga iets te onbekommerd met mijn geld om.

Maandag, 15 september:
Gisteren de vijftigste verjaardag van Karin gevierd, in de Geertekerk in Utrecht. Een mooi feest, maar wel overschaduwd door de ziekte van John. Wel bijzonder dat het in de kerk zelf plaatsvond en niet, wat ik verwachtte, in een zaaltje er achter. Er werd heel mooi gezongen door Jeanine, die je zienderogen volwassen ziet worden. Een talent! Karin en Hugo mogen zich gelukkig prijzen met zulke leuke, begaafde kinderen.

Dinsdag, 16 september:
Net op tijd terug van school om de troonrede aan te horen en daarbij al spoedig in slaap te vallen. Stella zou het een mooi schouwspel hebben gevonden met al die hoeden. Het had iets van carnaval.

Iets op het weblog geschreven over de melancholie, weemoed en nostalgie in mijn poëzie. Ik ben een soort van romantisch-realist, of andersom. Ik heb er het gedicht Aan de Merwede bij gezet. Van dichten en vertalen is ondertussen weinig gekomen. Ik raak de discipline een beetje kwijt.


Personen:

Archie en Petra - vrienden (Dordrecht)
Brian - neef (Newton-le-Willows)
Stella - overleden echtgenote
Han en Bep - vrienden (Dordrecht)
familie Noorman - vrienden (Dordrecht)
Marja en René - zus en zwager (Dordrecht)
Thijs - vriend (Dordrecht)
Hetty en Henk Nieboer (vrienden, Dordrecht), Henk voorzitter DFC
Jehanne - lid Dordtse Dichterskring
Herbert - vriend (Amsterdam)
Karin - nicht (Utrecht)
Hugo - echtgenoot van Karin
John - neef (Londen)
Jeanine - dochter van Karin en Hugo

maandag, augustus 26, 2013

Lunch op Hackfort


Een zonnige zaterdagmiddag. Onze stoet neven, nichten, nichtjes en neefjes fietst in een kalm tempo op kasteel Hackfort af. Ik berijd een hybride fiets. Een paar uur geleden wist ik nog niet wat dat was, een hybride fiets. Blijkt iets als een toerfiets te zijn, met de versnellingen van een racefiets. Vierentwintig versnellingen. Ik gebruik er maar drie, net als wanneer ik op Stella's fiets door Dordt rijd. Waarom zou je meer willen? Enkele familieleden hebben een elektrische fiets weten te bemachtigen. Kunnen ze achter die irritante amateurwielrenners aan, in die idiote kleding, die denken dat het pad uitsluitend van hen is. Wij gaan altijd een dag fietsen tijdens ons jaarlijkse familieweekeinde, waarbij de groep gemakkelijk uitwaaiert. De snelheidsmaniakken bekijken het maar, tenzij ze beleefd en tijdig bellen, dan weten wij van wijken. In voorgaande jaren regenden we steevast zeiknat. Vandaag is een welkome uitzondering.

Er lijkt even lichte paniek in het koetshuis, waar de horeca is gevestigd, als onze groep neerploft, maar de ontvangst is hartelijk. Vooral als we tevreden blijken met de voorgestelde lunch en niet zonodig à la carte hoeven te bestellen. We begrijpen het probleem als bijna twintig mensen onaangekondigd komen aankakken. De lunch bestaat uit veel vers en dat vers komt uit de prachtige moestuin van het kasteel, waar nog heel oude gewassen als pastinaken worden verbouwd. Als we later door die tuin dwalen, moet ik denken aan de eveneens fraaie moestuinen van onze Dordtse Villa Augustus. Alleen ervaar ik daar de bediening wel als vriendelijk, maar structureel in een staat van wanorde en is zij hier aangenaam efficiënt. Dat men bij Villa Augustus de werkstudenten nog steeds niet goed lijkt in te werken, begrijp ik niet. Ik zou er vaker komen als er werd bediend zoals op Hackfort.

Het kasteel zelf is niet voor het toevallig langsfietsende publiek toegankelijk. De watermolen, waar de boeren van het domein in vroeger tijden hun graan moesten laten malen, kan wel worden bezichtigd. Hij staat stil vanwege de lage waterstand door de droge zomer. Een enthousiaste vrijwilliger geeft uitleg. Daarna wandelen we door het romantisch ogende bos voorbij de molen, terrein dat mij bekend voorkomt. Ik herinner mij niet waarom. Misschien was ik hier ooit met Stella, lang geleden, toen we logeerden in een hotelletje in het nabije Lochem. Daar moesten we bijna smeken om zeep voor de badkamer. Het mens dat de boel bestierde vond dat de gasten hun eigen zeep maar moesten meebrengen. Ook in het landhuis bij Vorden, dat we dit weekeinde huren, ontbreekt ieder spoor van zeep. De voorraad toiletpapier is minimaal. Ik zal maar geen conclusie trekken over de gulheid van de Achterhoekers of hun opvattingen over reinheid. Daarvoor werden we op Hackfort veel te aardig ontvangen.

©Kees Klok


vrijdag, augustus 23, 2013

Literair dagboek (2008)


Bij Uitgeverij Liverse verschenen mijn literaire dagboeken En vooral: de gordijnen dicht (2008), Idioten ontloop je nergens (2010) en Reisgriep (2012). Deel vier is in wording en zal, als alles loopt zoals bedoeld, medio 2014 verschijnen. Onder de titel Literair dagboek zal ik nu en dan een fragment uit het komende boek opnemen.

Woensdag, 13 augustus 2008:
Thessaloniki
Sinds maandagavond een vervelende pijn, rechtsonder in mijn rug. Misschien een verkeerde beweging gemaakt, of te lang in een verkeerde houding gezeten. Maandagmiddag een hapje gegeten bij het Varken. Half litertje witte wijn er bij. Ik vroeg daarna om nog een kwart liter, maar er werd weer een halve gebracht. Met de bus naar huis, waar de combinatie vermoeidheid, hitte en witte wijn me te veel werd. Op het balkon gaan zitten en 's avonds laat pas weer wakker geworden. Bril weg. Overal gezocht. Vond hem tenslotte op de grond op het balkon. Een geluk dat ik er niet op ben gaan staan. Ik moet toen in een verkeerde houding hebben gezeten.

Ik ben nog maar één keer de berg op geweest. Met spierpijn ga ik niet, maar als die over is, moet ik er weer heen. Al word ik lui en heb ik moeite mij er toe te zetten. Ook de warmte weerhoudt me.

Gisteren met Anastasia naar de Experimentele School gegaan om een Chronika op te halen. Stella's gedichten staan er in. Nu eens een tijdschrift waarvan de redactie wél woord houdt. Aan de collega van dienst, een vriendelijke, mij onbekende man, gevraagd of ze Styliani op de homepage willen veranderen in Stella. Er is notitie van gemaakt. Daarna met A. koffie gedronken bij Hatzi, boven het Aristotelespark. Bij een nicht van haar, die een verzekeringskantoor heeft in de buurt, namen en telefoonnummers van Griekse familieleden uit Constantinopel opgehaald en die 's avonds naar de Lameijers gemaild voor hun documentaire. Gegeten bij De Geuren van Smyrna, op de markt van Modiano, dicht bij Louloudadika. De ingang is net iets vóór het Nederlandse consulaat. Later voegde Vaso zich bij het gezelschap. Weer een liter wijn op, maar nu gemengd met souroti en zie: niets aan de hand. Uiteindelijk met Vaso koffie gedronken bij het Varken en fit thuisgekomen, op die rugpijn na.

Donderdag, 14 augustus:
Thessaloniki
Nadat ik gisteren pijnstillers had genomen verdween de rugpijn voor de rest van de dag. Nu is ze weer terug, hoewel minder.

Gisteravond om half twaalf nog telefoon. Ik schrok, maar het was Soula. Of ik een paar dagen meega naar Grevená. Nee. Uitgelegd dat ik mij in mijn eigen flat nu het prettigst voel. Ondanks de drukkende hitte: gisteren 36°, vandaag ook. We hebben afgesproken voor vrijdag, hier of in de Ioanninastraat.

Rond deze tijd openen de nichakia hun bloemen en beginnen de bijen boodschappen te doen. Dat heeft iets gezelligs. Er komen stille dagen aan. Morgen Maria Hemelvaart, daarna het weekeinde. Alle familieleden en vrienden zijn de stad uit. Klok houdt het fort alleen en is zich extra bewust van de leegte die zijn grote liefde heeft achtergelaten.

Op het tv-nieuws weer akelige beelden van oorlog in de Kaukasus. Weer die afschuwelijke, stoere mannen in camouflagepakken en huilende, ontredderde vluchtelingen. Dit keer heeft de onbezonnen president van Georgië de hoofdstad van de afvallige regio Zuid-Ossetië plat laten schieten en nu is hij verontwaardigd en verbaasd dat de Russen terugslaan. Gelukkig is Georgië geen lid van de NAVO, al zouden die domme Amerikanen dat graag zien. Dan hadden we een wereldoorlog gehad om een paar bergtoppen met een bevolking van tweemaal Zwijndrecht. Ik denk liever aan andere zaken. Aan de kroniek waaraan ik gisteren wat heb gewerkt, nadat ik het biografische stuk over Stella had geschreven dat Thanasis gaat vertalen. Aan de boodschappen die ik straks nog moet doen en aan seks met Milèna Matla.

Volop aan het lezen in The Mitfords. Boeiend, zeker voor een historicus, maar minder ontroerend als Two Lives. De zusjes M. zijn van dezelfde generatie als mijn moeder en haar zussen. De jaren dertig, de oorlog, de wederopbouw, allerlei raakvlakken. Oom Harold bij de RAF. Tante Ann, die in de armoedige naoorlogse jaren (1947) in Engeland ging wonen. Mijn moeder, die voor de oorlog was getrouwd met iemand die haar in Duitsland voor een ander liet schieten. De Mitfordkinderen, die van de zusjes, zijn zo'n beetje van mijn generatie. Die lazen in Engeland dezelfde comics als ik.

Vrijdag, 15 augustus:
Thessaloniki – Maria Hemelvaart
Ik werd vanmorgen om kwart over zes wakker en dacht 'als ik nu niet naar de berg ga, ga ik nooit meer.' Om tien over half zeven, net voor zonsopgang, ging ik op pad. Om tien over acht was ik terug. Ik heb toch nog conditie. De rugspier voel ik bijna niet meer. Het was een heerlijke wandeling. Ik voelde mij dicht, heel dicht, bij Stella. Ze liep naast mij, raakte me bijna aan. Blij dat ik gegaan ben. Na douche en ontbijt nu aan de tweede koffie. Ik voel mij fitter dan in de voorgaande dagen en energieker.

De nichakia staan geweldig te bloeien. De bijen zoemen af en aan. We genieten nog even van de relatieve koelte voor de bloedhete dag. Het wordt vandaag 36° tot 38°, afhankelijk van de zender waarop je naar het weerbericht kijkt. Vroeger werd het na 15 augustus koeler, milder, maar het weer is in de war. Het blijft nog minstens een week erg warm.

Gisteren Brian geschreven om hem te bedanken voor het boek. Wellicht is hij nog op vakantie op Skiathos. Ook een tweede gedicht van Moniza vertaald. Bij het vertalen mis ik de raad van Stella. Ik heb echt een meelezer nodig, maar wie? Daarna wilde ik om zes uur even naar een café in de buurt wandelen, maar het was nog steeds te warm om de deur uit te gaan. Later heerlijk op het balkon gezeten, tot het te donker werd om te lezen. Toen nog een tijd bij de ventilator zitten schrijven.


Verklaring personen:

Stella - in 2007 overleden echtgenote
Vaso - nichtje van Stella 
Anastasia - huwelijksgetuige (koumbara) en oud-collega van Stella
Soula - nicht van Stella 
Thanasis - Thanasis Georgiadis, Grieks dichter en vertaler
Milèna Matla - oud-leerlinge
Tante Ann - jongere zus van moeder
Oom Harold - echtgenoot van tante Ann 
Moniza - Moniza Alvi, Engelse dichteres
Brian - neef, eveneens historicus


zondag, augustus 18, 2013

Kutvogels


Het is de laatste dagen druk in de tuin. Kraaien, eksters en merels vliegen ruziënd af en aan. Dat komt door de perenboom. Vorig jaar zat er geen peer aan, dit jaar hangt hij vol en nu het fruit begin te rijpen laten de vogels zich niet meer afschrikken door de cd'tjes die we er in hebben gehangen. De kraaien hadden als eerste door dat die reflecties van het zonlicht niets voorstelden. We hebben al twee plukronden gedaan, maar er hangt nog genoeg in om te smullen. Wij zijn nogal vogelvriendelijk, vooral in de winter, maar we hebben ons verheugd in een fatsoenlijke perenoogst. Dan zie je liever geen vliegende rovers in je boom. Er liggen genoeg peren op de grond om het hele vogelbestand in de buurt langdurig te voeden, maar nee, daar moeten de eigenwijze beesten niets van hebben, ze willen wat er nog aan de takken hangt.

Ik kom niet veel op de kermis. De meeste attracties interesseren me geen lor, ik vind het er altijd een niet te harden herrie, er lopen te veel idioten rond en het geld vliegt uit je zak. Wel was het de enkele keren dat ik op een kermis kwam altijd prijs. Bij de schiettent. Door een of andere onbekende oorzaak heb ik, vreedzaam als ik toch ben, een goede hand van schieten. Na even inschieten, om de spreekwoordelijke afwijking van de buks te ontdekken, ging de ene prijs na de andere mee naar huis. In mijn middelbare schooltijd ging ik in de zomer regelmatig logeren bij een oom en tante op een boerderij in Strijensas. Daar vormden vogels, die vrijmoedig door de schuren vlogen, een nog grotere plaag dan die in mijn tuin. Mijn oom had een luchtbuks en maakte graag gebruik van mijn kwaliteiten als scherpschutter. De mussen vielen voortduren van het dak of uit de hanenbalken. Niet dat het veel hielp, er kwamen altijd weer andere, maar je had in ieder geval het idee dat je iets deed om het leed te keren.

Later leerde ik Kees Buddingh' kennen. Buddingh' sloeg zelfs geen muggen dood. Die werkte hij door het open raam de kamer uit. De katten waren de baas in huize Buddingh'. Als een kat op Kees zijn stoel zat, ging hij ergens anders zitten. Ik had het hart niet hem te vertellen dat ik als puber met plezier de mussen uit de nok schoot. Ik zou het mij nu ook niet meer in mijn hoofd halen, ik ben in de loop van de jaren diervriendelijk geworden, al sla ik muggen nog wel dood. Of dat de invloed van Buddingh' is weet ik niet, misschien is het wel gewoon een zaak van volwassen, wijzer en beschaafder worden. De meeste peren zijn geplukt, we kunnen wekenlang stoofpeertjes eten. Tot vervelends toe. Misschien moeten we die kutvogels daarom toch maar van de rest laten genieten, als een voorschotje op de winter.

©Kees Klok


zondag, augustus 11, 2013

Mookerheide


Aan de rand van Groesbeek wachten twee motoragenten ons op om de supportersbus van FC Dordrecht naar het stadion van Achilles '29 te begeleiden. Het is bewolkt, maar droog. De sfeer in de halfvolle bus doet me denken aan mijn tijd in het onderwijs: een schoolreisje, maar met andere muziek en bier voorhanden. FC Dordrecht blijkt wel zes of zeven verschillende clubliederen te hebben. Ze komen allemaal voorbij. Er wordt gezongen: 'Wij zijn de jongens van Den Braven, wij blijven altijd draven.' Een regel die verwijst naar een tijd dat de helft van het bescheiden legioen nog moest worden geboren.

Doorgaans kom ik alleen bij thuiswedstrijden, maar omdat er aardig weer wordt verwacht en de rit naar Groesbeek niet al te lang is, heb ik mij laten overhalen. Toen we een richtingbord Mookerheide zagen, moest ik denken aan de veldslag uit 1574, toen Spaanse troepen er het huurlingenleger van Lodewijk en Hendrik van Nassau verpletterden. Beide broers van Willem van Oranje kwamen daarbij om het leven. Een voorbode voor het wedstrijdverloop misschien?

De agenten leiden de bus naar een apart deel van de parkeerplaats, achter een rood lint. Bij het uitstappen krijgen we van de meereizende stewards, twee dames en twee heren, ons toegangsbewijs. Bij de ingang van wat een eenvoudig sportcomplex blijkt te zijn, zie ik nauwelijks politie. Twee bescheiden tribunes en verder staanplaatsen langs de lijn, waarboven af en toe de zon tussen de wolken door piept. Bij de kaartcontrole worden we begroet als oude bekenden. We splitsen ons. Een deel slentert alvast naar het veld. Ik loop met een groepje, waaronder enkele oud-leerlingen, naar de kantine, die goed gevuld is met de aanhang van de tegenpartij. Daartussen hier en daar een FC Dordrechtshirt of -sjaal. Geen onvertogen woord, geen vijandig gebral, geen spoor van het bonobonogedrag dat je ziet bij supporters die het Kaninefatenstadium nog niet te boven zijn. We drinken gezellig een pilsje tussen de Groesbekers. Even waan ik mij bij een thuiswedstrijd van DFC.

FC Dordrecht begint aan de tweede wedstrijd van de competitie. De eerste, tegen MVV, werd glansrijk gewonnen. Gevaar dus: het idee dat dit klusje ook wel even geklaard zal worden. Achilles '29 geeft direct vol gas, zoals Dordt deed tegen de Limburgers. De Dordtenaren hebben het er even moeilijk mee, maar herstellen zich snel. Het wordt 0-1. Onmiddellijk slaan de Groesbekers terug: 1-1. Het blijft gemoedelijk langs de lijn, al geeft de wijze waarop scheidsrechter Vink de wedstrijd leidt, zonder overigens een kaart te trekken, af en toe gemopper. 'Meneer Vink!,' roept iemand van de Dordt-aanhang bestraffend. Een creative geest komt tot: 'Blinde vink!' Af en toe klinkt de strijdkreet 'republiek Dorderecht!' De stewards eten ontspannen een patatje. FC Dordrecht maakt voor de rust 1-2 en weet de rest van de wedstrijd Achilles van zich af te houden met aantrekkelijk, aanvallend spel. Riskant, er gaat nogal eens een duel verloren, maar het wordt beloond met een eindstand van 1-4.

De motoragenten brengen ons weer netjes naar de A15 en wuiven vriendelijk ten afscheid. Eenmaal op de snelweg gaat het bier rond. Tevreden gezichten, vanwege de winst, maar ook vanwege de prettige sfeer rond de wedstrijd. 'Geweldig, eindelijk eens niet ontvangen als een troep criminelen,' zegt een doorgewinterde supporter. 'Gefeliciteerd met de overwinning,' twittert iemand van Achilles '29. 'Bedankt voor de gastvrijheid,' twittert een FC Dordt-aanhanger terug. Wij laten de Mookerheide achter ons.

©Kees Klok


zondag, augustus 04, 2013

Kop in het zand


Onlangs was ik te gast bij Goedemorgen Nederland op Radio 1. We spraken over de Griekse crisis. Aan het eind van het gesprek kwamen we op de vraag of de kosten, de maatschappelijke en politieke kosten, om Griekenland te redden niet te hoog zijn. Het is nog maar de vraag of de ingrijpende bezuinigingen en economische veranderingen die de Grieken met het mes op de keel worden afgedwongen, het land zullen redden. De regering roept wel dat er tekenen van herstel zijn, maar in het dagelijks leven is daar nog weinig van te merken, in tegendeel. De werkloosheid blijft stijgen en vooral de jongeren worden daar onevenredig zwaar door getroffen. De gezondheidszorg, altijd al een chaos, ook voor de crisis, is een vrijwel failliete boel.

Deze twee factoren zorgen op zich al voor veel onacceptabel menselijk leed. Groeiende dakloosheid, een verdubbeling van het aantal zelfmoorden, een stijging van het aantal onnodige sterfgevallen door gebrek aan medicijnen, of doordat medische zorg voor grote groepen burgers moeilijk toegankelijk is geworden. Voeg daar nog een aantal andere grote maatschappelijke problemen bij, al dan niet veroorzaakt door de crisis, en het feestelijke beeld is compleet. Onder het menselijk leed dat het medicijn van dokter Trojka veroorzaakt kun je ook de daling van het aantal huwelijken rekenen. In het overwegend traditionele Griekenland, waar vaak nog fronsend wordt neergekeken op ongehuwd samenwonen, daalt als gevolg daarvan het voor de crisis ook al lage geboortecijfer.

De economische en maatschappelijke neergang heeft een braindrain veroorzaakt. Tienduizenden Grieken proberen in het buitenland aan de slag te komen. Het grootste deel daarvan bestaat uit hoogopgeleide jongeren, waarvan mag worden aangenomen dat ze grotendeels voor de Griekse samenleving zijn verloren. Van de jongeren die achterblijven is bijna tweederde werkloos. Hoe langer de crisis aanhoudt, hoe waarschijnlijker het wordt dat deze generatie als verloren moet worden beschouwd. De desillusie is hoog, met alle gevaren van dien.

De twee grootste politieke gevaren zijn de sterke radicalisering, zowel naar links als naar rechts, en de groeiende afkeer van de Europese Unie. Vooral de opkomst van extreem rechts, in de vorm van de Gouden Dageraad, heeft spectaculaire vormen aangenomen. De Gouden Dageraad is een volbloed nazistische partij die zich manifesteert door straatterreur, het zingen van de Griekse versie van het Horst Wessellied en een openlijk uitgesproken verachting van de parlementaire democratie. De partij wordt geleid door aanhangers van de fascistische dictatuur uit de jaren 1967-1974. Als de Gouden Dageraad aan de macht zou komen is Griekenland voor Europa verloren en zijn de gevolgen niet te overzien. Een burgeroorlog of een gewapend conflict met Turkije zijn in dat geval niet uit te sluiten. Dan wordt het nog gezellig in de achtertuin van de Europese Unie. Aan wat dat voor de Unie kan betekenen durf ik eigenlijk niet te denken. Ik neem een voorbeeld aan Brussel, steek mijn kop in het zand en blijf het gif van dokter Trojka slikken.

©Kees Klok