Je
hebt weleens dat urenlang een bepaald liedje door je hoofd speelt. Je
kunt er maar niet vanaf komen. Waarom juist die keer dat liedje is
soms verklaarbaar (iemand floot het, het kwam toevallig op de radio),
maar soms ook helemaal niet. Dan is het zomaar bij je naar binnen
gevallen. Ik heb dat ook met woorden. Soms zweeft zomaar een woord
mijn kop in dat zich urenlang opdringt. Vandaag is dat het woord
watervlo.
Wat
heb ik met watervlo? Je alleen al de vraag stellen is licht absurd.
Watervlooien, die hadden we vroeger op de sloot achter de tuin, waar
ik met vriendjes stekelbaarsjes ving. Die bakten we vervolgens op het
kinderfornuis dat we voor zulke gevallen afpakten van mijn zusje. Het
stonk. Of het smaakte weet ik niet, na het bakken werden de
verschrompelde resten snel weggegooid. Watervlooien kon je vangen met
een netje. Sommige mensen deden dat voor hun aquarium. Wij hadden
geen aquarium, anders had ik daar beslist stekelbaarsjes ingedaan.
Watervlo?
Is dat niet het 'krinkelend, wrinkelend, waterding' van Guido
Gezelle? Ook wel draaikever of schrijverke genaamd. Inderdaad, Het
Schrijverke is de titel van misschien wel Gezelles bekendste
natuurgedicht. We moesten dat op de Mulo uit ons hoofd leren, samen
met De cactus van Jan van
Nijlen. Dat was het literatuuronderwijs dat we genoten in de jaren
die volgens sommige medeburgers de gouden tijd van een
geweldig en gedegen onderwijs was: twee Nederlandse, twee Duitse,
twee Franse en twee Engelse gedichten uit het hoofd. Dreunde je die
op je mondeling examen netjes, foutloos en zonder een al te kazig
accent op, dan kon je rekenen op een voldoende. Dankzij 'Maître
Corbeau, sur un
arbre perché, tenait
en son bec un fromage.'
of iets van die strekking, het is lang geleden, verdiende ik een
voldoende op mijn mondeling, zonder verder ook maar een beetje
fatsoenlijk Frans te spreken.
Ik
dacht niet aan Gezelle en diens aardige museum in Brugge toen de
watervlo in mij schoot. Ik dacht helemaal niet aan poëzie en evenmin
aan de lange, vrijwel geheel zelf betaalde weg van de Mulo naar de
Universiteit Utrecht. Ik zag geen sloot met stekelbaarzen voor mij en
kleine, wrede jongetjes met een echt werkend speelgoedfornuis. Er
zijn mensen die van zo'n raadsel een religieuze psychose krijgen. Ik
leg mij er gewoon bij neer. Niet alles hoeft verklaarbaar te zijn.
©Kees
Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten