Het
is warm en benauwd in de MacDonalds op het vliegveld van Athene, maar
als je jong bent en niet zoveel te verteren hebt, is het wel de plek
voor een betaalbare hap, voor je in het vliegtuig naar Amsterdam
stapt. Aan voedselverstrekking tijdens de vlucht schijnt Transavia
niet veel te doen. Ik neem straks afscheid van de groep etende
jongeren. Ik vlieg met Aegean Air naar een andere bestemming. Ik ben
weer even, nu nog heel even, leraar geschiedenis aan het Dordtse
Stedelijk Dalton Lyceum. Op reis in Athene met twee collega's en een
groep leerlingen uit V6. Vijf zonnige dagen in de herfstvakantie.
Iedere avond buiten aan de dis. De goden waren ons welgezind. Er was
zelfs een dag die een bezoek aan het strand rechtvaardigde. We namen
de tram van het Syntagmaplein naar Glyfada, waar de jongelui en mijn
collega's gingen bakken in de zon. Ik dook in een nabije strandtent
met een boek de middeleeuwen in. Ik kan strand alleen velen als er
kunstgras overheen is gelegd. Vroeger was dat anders, maar dat
bewaren we voor later.
Die
stranddag was een mooie afwisseling met de geschiedenis, archeologie
en filosofie waar we ons mee bezighielden. De bouwgeschiedenis van
het Parthenon hield ons iets te lang in haar greep, waardoor we onze
afspraak op de agora misten, maar die zijn we vanmorgen alsnog
nagekomen. We moesten wel uitkijken dat we niet onder de voet werden
gelopen door een kudde moddervette Amerikanen, die net van een
cruiseschip was gedreven.
De
laatste frieten zijn verslonden, het wordt tijd het luchtruim te
kiezen. De groep (drie jongens, tien meisjes en twee leraressen)
brengt me naar uitgang dertien, waar mijn airbus wacht. We nemen
afscheid. Ik bedank hen voor het fraaie hoedje dat ze mij cadeau
hebben gegeven omdat het ding dat ik jarenlang droeg Swiebertje niet
zou hebben misstaan. Ik vraag mij af wie van hen weet wie Swiebertje
was, maar omdat zij leven in een wereld vol artiesten die ik nog niet
zou herkennen als ik er over struikelde, houd ik mijn mond. Een
laatste keer zwaaien en ik sta alleen voor de bagagecontrole en de
fouillering.
Ik
zit te wachten tot ik de benauwde sigaar in mag, waarvan je altijd
maar weer moet zien of hij niet iets te vroeg zal terugkeren op de
grond. Ik probeer te bedenken wat het hoogtepunt was van dit reisje.
Letterlijk de Lykavittos, die de meesten van ons bestegen met de
leferique, een soort lift annex kabelbaan. Een paar leerlingen
beklommen hem te voet, een prestatie in de felle zon. Onder hen
Jenna, die het initiatief nam tot de reis en haar grotendeels
organiseerde. Was het het uitstapje naar Delfi, de navel van de
wereld? Was het de Akropolis, was het Romeins Athene of het Olympisch
Stadion, gerestaureerd voor de eerste moderne spelen van 1896?
Misschien de tempel van Hephaistos, of het magnifieke
Akropolismuseum, dat wacht op de terugkeer van de Elgin Marbles?
Waren het de maaltijden in Plaka, waar we na een beetje vriendelijk
onderhandelen voor alleszins redelijke prijzen goed en overvloedig
aten bij Zorbas, Palia Taverna Stamatopoulos, Spilea tis Akropolis en
Psarras, met levende muziek en een sfeervol verlichte Akropolis op de
achtergrond? Of was het de nazit in de aangename bars naast en op
steenworp afstand van het hotel, waar we de verjaardagen vierden van
Mozhdeh en Rowanne?
Ik
vind het moeilijk kiezen. Ik vond de hele reis een hoogtepunt. Het
was ook een beetje nostalgisch, met de laatste generatie leerlingen
die ik lesgaf voor ik het onderwijs vaarwel zei. Het was fijn op reis
te zijn met zo'n leuke groep jonge mensen waarin geen wanklank viel
en met wie het gezellig was zonder het dronken wangedrag, de herrie
en het gekeet dat ik in het verleden weleens meemaakte. Ik moet het
vliegtuig in. Het is voorbij, het leven van alledag staat weer voor
de deur.
©Kees
Klok
Foto:
auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten