Ik
heb eens tegen een vriendinnetje gezegd, tijdens een tocht door een
vrijwel ontvolkt deel van Ierland, dat ik geen enkele zomervakantie
meer wilde doorbrengen in een grote stad. Ik was onderwijzer in een
dorp tussen Rotterdam en Dordrecht. Een dorp waar veel spelers van
Feyenoord woonden, maar waar ook een stevige vertegenwoordiging van
bevindelijk Nederland, in strikte afzondering, een zondig leven
leidde. Tussen de middag (we hadden een pauze van anderhalf uur) ging
ik vaak met de collega van de vierde klas (ik had de derde) lunchen,
met een pilsje, in een nabij café
met uitzicht op het Waaltje. Het waren idyllische dagen, maar Ierland
was nog idyllischer.
Margarita
heette dat vriendinnetje. Ze was zestien jaar, tien jaar jonger dan
ik. Daar waren toen geen bezwaren tegen. Haar moeder was uit haar
leven verdwenen en haar vader, laten we hem een artistiek type
noemen, bekommerde zich niet om haar. Al voor ik Margarita leerde
kennen zag ik haar vaak in het Dordtse kroegencircuit met een harige
student, die later enige naam zou maken in de lokale politiek. Ze had
al vanaf haar dertiende omgang met hem, vertelde ze, maar zij was hem
na drie jaar zat. Tussen ons duurde het ook precies drie jaar, maar
toen in Ierland was de romance nog in volle bloei. De zomervakantie
was voor mij de mooiste tijd van het jaar en de belangrijkste reden
om het onderwijs in te gaan. Een paar weken zwierven we met ons
huurautootje over het groene eiland, dat ook in de stromende regen
nog beeldschoon is.
Als
het niet regende zochten we een verlaten plek, waar we ons
vereenzelvigden met de natuur. Margarita was een geboren naturiste en
ik liet mij daar graag in meeslepen. Het was eerst wel even wennen.
Ondanks haar leeftijd had ze aanzienlijk meer ervaring met de
spannende varianten van de carnale genoegens dan ik, maar ik leerde
snel bij. Zij had het op haar beurt allemaal van de harige student.
Op zo'n plek moet ik dat gezegd hebben, van die grote stad. De hitte,
de verkeersherrie, de stank, de krioelende mensen, de straatventers,
de bedelaars en de loom voortsjokkende, vermoeid kijkende toeristen.
Wij speelden liever Adam en Eva onder een lommerrijke boom. Soms
troffen we 's avonds een dorpspub met levende muziek. Dan danste ze
en zag ik, verliefd en trots, een Iers elfje in haar. Ik moet daar
nog weleens aan denken, als ik op een zwoele avond op een terras zit
in de wereldstad Thessaloniki (anderhalf keer Amsterdam). Margarita
is een paar jaar geleden overleden en ook de harige student leeft
niet meer. Mijn leven nam, na het vertrek van het Ierse elfje, enkele
onverwachte wendingen.
©Kees
Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten