Op
13 februari aanstaande is het zover. Dan
presenteert uitgeverij Liverse deel IV van mijn literair dagboek,
Mijn koffers gepakt. Om 17.00u in poffertjessalon Visser aan
de Groenmarkt 9 te Dordrecht. Hier voor het laatst een voorproefje.
Woensdag,
1 oktober:
Bij
tandarts Hans Poort geweest voor controle. Besloten nog niet aan
verdere kronen en bruggen te beginnen. Pappen en nathouden. Ik heb
hem een exemplaar van En vooral: de gordijnen
dicht! gegeven. De rest van de middag zitten
vertalen voor Liverse en de 'administratie' bijgewerkt.
Chrétien
Breukers stuurde een e-mail met een heel zinnig commentaar op mijn
gedicht Café Mignon.
Al
twee dagen met de auto naar school, met lichte tegenzin. Er vallen af
en toe verschrikkelijke hoosbuien en het stormt.
Al
dagen pijn aan mijn linkervoet en rechterschouder. Ik wacht nog een
week. Als het dan niet over is ga ik langs de dokter.
Als
je per trein reist, lijkt Nederland één grote bouwput. Bij het
station van Rotterdam, Amsterdam, Leiden, Utrecht en straks ook
Dordrecht: overal kuilen, zand, shovels en bouwtroep. Al dat gegraaf
en geploeter en dat in een land dat over een paar honderd jaar toch
is ondergelopen (aldus Gerard Reve).
Op
2 november is de presentatie van het zeugmaboek van Han van Gorkom en
Jacques Noorman (Hier zet men thee en over de
Eufraat). Gisteren heb ik Tg3 de
'quelque-chose-beweging' geleerd. Al 'choserend' zijn we de school
doorgegaan. Erg gelachen. Vooral om verbouwereerde collega's die er
uiteraard niets van snapten. Ik vraag mij af wanneer Liverse IJzeren
logica wil uitbrengen. Eind november lijkt me
wel een mooie tijd.
Lees
naast The Peacemakers
in de dagboeken van Arthur Japin. Nu en dan nogal zijig. Hij doet erg
aan 'name dropping.' Hij schrijft niet per dag, of om de paar dagen,
maar per maand, wat op de een of andere manier een gekunstelde indruk
maakt. Ik ben pas aan het begin, misschien wordt het beter.
Donderdag,
2 oktober:
Ontroerd
door dagboekaantekeningen van Ingrid Vanderveeken in het laatste
nummer van Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift. Over de dood van
haar vierenveertigjarige stiefzus aan kanker. Veel herkenbaars weer.
Later op de avond Marja en René op de borrel. Dat bracht afleiding.
Daarna direct gaan slapen en daardoor Maarten van Rossem gemist bij
Pauw & Witteman. Als ik had gekeken was ik waarschijnlijk in
slaap gevallen. Dat ligt niet aan Maarten, maar aan de buis.
Er
staat nog steeds een verse roos bij Stella's portret, maar met het
heftig invallen van de herfst zal de nabloei wel snel voorbij zijn.
Ze was dol op rozen en het mooist is natuurlijk rozen uit eigen tuin.
Zondag,
5 oktober:
De
dagen vliegen om zonder dat er genoeg uit mijn handen komt. Donderdag
waren Thijs, Jacques en Liesbeth hier om opnamen te maken voor de
website van het zeugmaboek. Daarna werd het door de wijn iets te
gezellig. Ik morste een glas rood op het Nepalese tapijt. We
probeerden het zo goed mogelijk schoon te maken. Eerst witte wijn
erover en daarna water en zeep. Morgen ga ik er nog eens met
tapijtreiniger overheen. Een kleed is natuurlijk een
gebruiksvoorwerp, maar het moet niet vol vreselijke vlekken komen te
zitten.
Gistermorgen
in het auditorium van het Da Vinci College verdere opnamen gemaakt.
Herbert was er speciaal voor uit Amsterdam gekomen. Gevraagd of hij
in Dordt bleef, maar hij had een afspraak en moest direct weer terug.
Thuis voor mijn weblog gaan schrijven en verder gegaan met het
vertaalwerk.
Aan
het eind van de middag bij Marja en René de brievenbus leeggehaald
(ze zijn een weekeinde weg) en daarna naar Visser gewandeld.
Geborreld met Thijs en Lupius en met z'n drieën gegeten bij de
Italiaan. Ik kreeg er last van brandend maagzuur, maar was toch zo
eigenwijs om door te gaan met de wijn en daarna koffie en veccia
romana te nemen. Toen we rond negen uur uitgegeten waren, vonden we
het te vroeg om naar huis te gaan. Bij Arina nog een borrel gehaald.
Vannacht last van mijn maag.
Bij
Blokker twee bakvormen gekocht voor het brood en een wok. Daarna bij
Visser verder gelezen in Japin. Soms goede passages, maar ook een
hoop slap geklets. Lupius heeft gelijk, het is een ijdele poseur.
Het
Vrieseplein is de hangplek geworden van een groep verslaafden,
dronkaards en gestoorden. Uit het Leger des Heils, uit de inrichting
in het Kasperspad, of weet ik waar vandaan. Op de een of andere
manier trekt dat plein, met het gat van de ingestorte panden tussen
het casino en het vroegere pand van de familie Van Gorkom, als een
magneet. Ze staan of zitten te schreeuwen, te schelden en te zuipen.
De politie kijkt de andere kant op en ik ga tegenwoordig via de Johan
de Wittbrug de stad in.
©Kees
Klok
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten