Om
kwart over één
kijk ik op het internet naar de vertrektijden van de trein naar Den
Haag. Daar heb ik aan het eind van de middag een afspraak. Geen
treinverkeer tussen Dordrecht en Rotterdam, lees ik. Op last van de
brandweer. Een reden voor die last wordt niet gegeven. Er staat wel
dat er snelbussen rijden en dat we moeten rekenen op een uur
vertraging. Ik sluit de computer af en besluit direct op pad te gaan.
Ik heb nog tijd genoeg, maar je weet nooit hoe de reis gaat verlopen.
Ben ik te vroeg, dan kan ik mij altijd in café
De Posthoorn gaan vertreden.
Half
twee. Aan de Krispijnzijde van het station verzamelt zich een
groeiend aantal passagiers. Aan de centrumzijde wemelt het van
bewakers en politie. Er staat zelfs een ziekenwagen uit voorzorg. Aan
de kant waar die beambten nodig zijn, staat één
opgefokte NS'er zonder lontje. Er stopt een auto. Een moeder die even
haar dochter afzet. Er moet een koffer uit de achterbak gehaald. De
Autoriteit stapt er op af en sommeert tot vertrek. Een zinloze poging
tot intimidatie. Inmiddels blijkt de klassieke berber-met-grote-bek
gearriveerd. Er stopt een touringcar. Terwijl de passagiers
uitstappen roept de berber: 'Meneer, meneer, gaan wij dáár allemaal
in!' Geen onvertogen woord, maar de toon is provocerend. De
Autoriteit trapt er in. Terwijl de touringcar tot ieders verbazing
leeg wegrijdt, beent hij op de berber af om verhaal te halen. Verhaal
waarop? Er is niets verkeerds gezegd, hij staat voor aap. Zijn
laatste restje ingebeeld gezag wordt op pesterige wijze weggelachen.
Twee
uur. Nog steeds geen snelbussen, wel steeds meer mensen. Ik houd het
voor gezien en neem de stadsbus naar de Merwekade. Even later zet ik,
comfortabel in de waterbus, koers naar Rotterdam. Op het
Willemsplein, achter de aanlegplaats, staat tram 7 klaar. In een mum
ben ik op Rotterdam centraal, waar ik een intercity naar Den Haag
Hollands Spoor neem. Een eerdere sprinter laat ik lopen. De sprinter
is een mensonwaardig treintype, omdat er geen toiletten inzitten. In
Den Haag giet het van de regen. Bij de stationsboekhandel koop ik een
paraplu. De Posthoorn moet ik overslaan, maar ik kom tijdig en
aangenaam ontspannen op mijn afspraak.
©Kees
Klok
Foto:
auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten