donderdag, augustus 14, 2014

Brieven aan Stella (4)




Lieve Stella,

Het is niet zo bloedheet als gisteren. Toen was het tot ver in de avond niet te harden. Nu is het wisselend bewolkt en viel er zojuist zelfs een, onbetekenend, spatje regen. De ventilator is vorig jaar kapot gegaan. Ik heb hem met een lorrenboer meegegeven. Ik had natuurlijk een nieuwe moeten kopen, maar waarom negentig euro uitgeven als ik er misschien nog maar een weekje plezier van heb? Tijdens mijn volgende bezoek heb ik hem naar alle waarschijnlijkheid niet nodig. Waar ik daarna zal logeren, weet ik niet. Misschien verandert er uiteindelijk helemaal niets. Het zal niet de eerste keer zijn dat plannen die zeker lijken toch niet doorgaan. Ooit besloten we, als we eenmaal in Griekenland zouden wonen, al die eilanden waar ik nog nooit, jij soms wel, was geweest te gaan bereizen. Door jouw overlijden is er niets van gekomen. Het enige nieuwe eiland dat ik heb ontdekt is Skyros. Ik ben er nu zo'n keer of vijf geweest, heb er vrienden gemaakt, en zal er, als alles loopt zoals bedoeld, nog regelmatig komen. Drie jaar geleden heb ik ook een Nederlands eiland ontdekt, waar we nooit eerder waren: Texel. Tijdens het traditionele familieweekeinde in augustus. Sindsdien ga ik er nu en dan heen om te wandelen, te fietsen en mijn kop lekker te laten uitwaaien.

Met Kostas en Vassiliki ben ik drie jaar geleden een paar dagen naar Samothraki geweest. Dat was voor hen de eerste keer. Voor mij was het een ontroerend weerzien met dat ietwat raadselachtige eiland met zijn door Tolkien geïnspireerde bossen en zijn elfachtige meisjes. We logeerden in Therma, dit keer in hotel Orfeas. Van daaruit bezochten we al die plekken waar we zoveel fijne uren doorbrachten. Het had voor onze komst een aantal dagen hard geregend, waardoor het pad naar de watervallen van de Fonias deels glad en gevaarlijk was. Kostas en Vassiliki wilden toch persé de tocht maken. Ik heb op hen gewacht in de feeërieke tuin van de uitspanning bij de brug over de weg naar Kamariotissa, wat het gedicht I jeffira tou Fonia opleverde, dat in mijn jongste bundel Hoe de wereld zich zou openen staat. In 2012 uitgegeven bij Liverse. Ik vind het een van mijn beste gedichten. Toen ik vorig jaar tijdens een poëziemiddag in Antwerpen optrad, op uitnodiging van Bert Bevers, droeg de voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen het tijdens zijn openingswoord voor. In Chora herkenden de waard van Lefkos Pyrgos en zijn Franse vriendin mij direct. Zij schrokken toen ze hoorden van jouw ziekte en overlijden. Ik ben ook langs slager Zolotas gelopen, maar de winkel stond leeg, net als, voor zover we konden zien, dat leuke appartementje boven de zaak, waar wij ooit logeerden.

Vaso woont tegenwoordig in Athene. Overgeplaatst door de bank, naar de internetafdeling. Het bevalt haar wel, heb ik de indruk. In haar vrije tijd is ze vrijwilligster bij een vereniging die oude en bijzondere gebouwen fotografeert en beschrijft. Heeft ze ook nog iets aan haar diploma van civiel ingenieur. Ze heeft een flat in Pankrati, een van de prettigere buurten van de stad. Toen ze anderhalf jaar geleden vertelde dat ze naar Athene ging verhuizen was ik even bang dat ze in een van die gribussen terecht zou komen, achter het Larissastation of rondom het Omoniaplein, maar dat viel mee. Ik heb in ieder geval een reden om af en toe weer eens naar Athene te gaan. Niet dat het mijn stad is, ik kan nog steeds het enthousiasme van Frans van Hasselt niet delen, maar de wijk van Vaso is wel aangenaam, evenals de Plaka en het centrum tussen het Syntagmaplein en metrostation Monastiraki. Daar was ik vorig jaar oktober, in de herfstvakantie, met een groepje V6-leerlingen van mijn oude school (de meesten oud-leerlingen die ik in de onderbouw had) en twee oud-collega's. Ze wilden graag Athene zien en ik kon dat via Labrys Reizen voor ze regelen, met zelfs nog een excursie naar Delphi er bij, voor een heel schappelijke prijs. Ik trad, met officiële vergunning van het ministerie, anders word je gelyncht, op als gids. Was ik weer even een weekje leraar. Nu ja, meer een ondeugende oom, die hen tot tot diep in de nacht meenam naar allerlei leuke barretjes in de buurt van het hotel. Van het rookverbod trekt niemand zich in Griekenland gelukkig iets aan en van het verbod om alcohol aan minderjarigen te verkopen ook niet. Het was een erg leuke groep, er is geen enkel exces geweest en de reis is daardoor probleemloos verlopen. Heel toevallig waren er gedurende die dagen net even geen stakingen, demonstraties en rellen. Goede reclame voor Griekenland.

Frans van Hasselt, die ik af en toe opzocht in Athene om samen uit eten te gaan, uiteraard bij Zorbas, is in februari 2011 overleden. Zomaar in zijn slaap. De avond tevoren had hij nog geanimeerd met vrienden bij Zorbas gegeten, 's morgens trof zijn hulp hem dood in bed. Een mooie dood, maar het was te vroeg voor Frans. Hij stond, ondanks dat hij slecht ter been was, nog volop in het leven. Schreef zelfs nog weleens wat voor het NRC-Handelsblad en was bezig aan een volgend boek, samen met Agnes Dijk. Tweeëntachtig is hij geworden. Hij is in Athene begraven, op het protestantse deel van, naar ik meen, de Tweede Begraafplaats. Ik kreeg het bericht van zijn overlijden van Hero Hokwerda, die naar de begrafenis ging. Wilde ik ook wel, maar ik was net die dag teruggekomen uit Griekenland en kon zo snel geen vlucht meer vinden, althans geen vlucht die niet exorbitant was geprijsd. We hebben hem in Nederland herdacht door allemaal, ik bedoel zoveel mogelijk van zijn Nederlandse vrienden en bekenden, om twaalf uur 's nachts zijn favoriete rebetika, Nichtose Choris Fengari, te draaien. Nu ik dit schrijf, springen de tranen weer in mijn ogen. Niet alleen vanwege de herinneringen aan Frans, maar ook aan jou en de uren die we gedrieën bij Zorbas doorbrachten. En op andere plekken, toen Frans nog goed ter been was en hij ons tot diep in de nacht meesleepte naar concerten en skiladika. In Zorbas hangt een mooie foto van hem, met daaronder in het Nederlands en Grieks een korte levensbeschrijving. Als ik in Athene kom, eet ik er vrijwel altijd. Ik word als een goede vriend ontvangen en Frans is nog vaak het onderwerp van gesprek.

In de verte, uit de richting van de Olympus, die door de waterdamp boven zee vandaag niet te zien is, rommelt het. Er zijn onweersbuien voorspeld en ik denk dat Zeus bezig is uit zijn middagdutje te ontwaken. Ik ben jouw editie van I Claudius van Robert Graves aan het herlezen. Na twintig jaar is het nog even inspirerend als toen. Ik vind die Romeinen nare, wrede vechtjassen, maar ze hebben ons wel die hele Griekse godenwereld cadeau gedaan. Een naar mijn idee heel wat aangenamere godsdienst dan de leer van die woestijntiran. Hoe zouden de Griekse en Europese cultuur er uitzien als er geen christendom overheen zou zijn gewalst? We zullen het nooit weten en misschien zou het vies tegenvallen. Tenslotte was de Grieks-Romeinse wereld ook niets menselijks vreemd. Zeus is inderdaad wakker. Als het maar wel bij een bui blijft, want ik heb weinig zin door een rivier te moeten banjeren als ik straks de heuvel beklim voor bus 14, richting Loxias. Ik ga voorlopig het zonnescherm maar eens optrekken.

In gedachten, altijd,

Kees


Foto: auteur



Geen opmerkingen: