Lieve
Stella,
Het
is niet zo bloedheet als gisteren. Toen was het tot ver in de avond
niet te harden. Nu is het wisselend bewolkt en viel er zojuist zelfs
een, onbetekenend, spatje regen. De ventilator is vorig jaar kapot
gegaan. Ik heb hem met een lorrenboer meegegeven. Ik had natuurlijk
een nieuwe moeten kopen, maar waarom negentig euro uitgeven als ik er
misschien nog maar een weekje plezier van heb? Tijdens mijn volgende
bezoek heb ik hem naar alle waarschijnlijkheid niet nodig. Waar ik
daarna zal logeren, weet ik niet. Misschien verandert er uiteindelijk
helemaal niets. Het zal niet de eerste keer zijn dat plannen die
zeker lijken toch niet doorgaan. Ooit besloten we, als we eenmaal in
Griekenland zouden wonen, al die eilanden waar ik nog nooit, jij soms
wel, was geweest te gaan bereizen. Door jouw overlijden is er niets
van gekomen. Het enige nieuwe eiland dat ik heb ontdekt is Skyros. Ik
ben er nu zo'n keer of vijf geweest, heb er vrienden gemaakt, en zal
er, als alles loopt zoals bedoeld, nog regelmatig komen. Drie jaar
geleden heb ik ook een Nederlands eiland ontdekt, waar we nooit
eerder waren: Texel. Tijdens het traditionele familieweekeinde in
augustus. Sindsdien ga ik er nu en dan heen om te wandelen, te
fietsen en mijn kop lekker te laten uitwaaien.
Met
Kostas en Vassiliki ben ik drie jaar geleden een paar dagen naar
Samothraki geweest. Dat was voor hen de eerste keer. Voor mij was het
een ontroerend weerzien met dat ietwat raadselachtige eiland met zijn
door Tolkien geïnspireerde bossen en zijn elfachtige meisjes. We
logeerden in Therma, dit keer in hotel Orfeas. Van daaruit bezochten
we al die plekken waar we zoveel fijne uren doorbrachten. Het had
voor onze komst een aantal dagen hard geregend, waardoor het pad naar
de watervallen van de Fonias deels glad en gevaarlijk was. Kostas en
Vassiliki wilden toch persé de tocht maken. Ik heb op hen gewacht in
de feeërieke tuin van de uitspanning bij de brug over de weg naar
Kamariotissa, wat het gedicht I
jeffira tou Fonia
opleverde, dat in mijn jongste bundel Hoe
de wereld zich zou openen
staat. In 2012 uitgegeven bij Liverse. Ik vind het een van mijn beste
gedichten. Toen ik vorig jaar tijdens een poëziemiddag
in Antwerpen optrad, op uitnodiging van Bert Bevers, droeg de
voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen het tijdens
zijn openingswoord voor. In Chora herkenden de waard van Lefkos
Pyrgos en
zijn Franse vriendin mij direct. Zij schrokken toen ze hoorden van
jouw ziekte en overlijden. Ik ben ook langs slager Zolotas gelopen,
maar de winkel stond leeg, net als, voor zover we konden zien, dat leuke
appartementje boven de zaak, waar wij ooit logeerden.
Vaso woont tegenwoordig in Athene. Overgeplaatst door de
bank, naar de internetafdeling. Het bevalt haar wel, heb ik de
indruk. In haar vrije tijd is ze vrijwilligster bij een vereniging
die oude en bijzondere gebouwen fotografeert en beschrijft. Heeft ze
ook nog iets aan haar diploma van civiel ingenieur. Ze heeft een flat in Pankrati, een van de
prettigere buurten van de stad. Toen ze anderhalf jaar geleden
vertelde dat ze naar Athene ging verhuizen was ik even bang dat ze in
een van die gribussen terecht zou komen, achter het Larissastation of
rondom het Omoniaplein, maar dat viel mee. Ik heb in ieder geval een
reden om af en toe weer eens naar Athene te gaan. Niet dat het mijn
stad is, ik kan nog steeds het enthousiasme van Frans van Hasselt
niet delen, maar de wijk van Vaso is wel aangenaam, evenals de Plaka
en het centrum tussen het Syntagmaplein en metrostation Monastiraki.
Daar was ik vorig jaar oktober, in de herfstvakantie, met een groepje
V6-leerlingen van mijn oude school (de meesten oud-leerlingen die ik
in de onderbouw had) en twee oud-collega's. Ze wilden graag Athene
zien en ik kon dat via Labrys Reizen voor ze regelen, met zelfs nog
een excursie naar Delphi er bij, voor een heel schappelijke prijs. Ik
trad, met officiële vergunning van het ministerie, anders word je
gelyncht, op als gids. Was ik weer even een weekje leraar. Nu ja,
meer een ondeugende oom, die hen tot tot diep in de nacht meenam naar
allerlei leuke barretjes in de buurt van het hotel. Van het rookverbod
trekt niemand zich in Griekenland gelukkig iets aan en van het verbod
om alcohol aan minderjarigen te verkopen ook niet. Het was een erg
leuke groep, er is geen enkel exces geweest en de reis is daardoor
probleemloos verlopen. Heel toevallig waren er gedurende die dagen
net even geen stakingen, demonstraties en rellen. Goede reclame voor
Griekenland.
Frans
van Hasselt, die ik af en toe opzocht in Athene om samen uit eten te
gaan, uiteraard bij Zorbas, is in februari 2011 overleden. Zomaar in
zijn slaap. De avond tevoren had hij nog geanimeerd met vrienden bij
Zorbas gegeten, 's morgens trof zijn hulp hem dood in bed. Een mooie
dood, maar het was te vroeg voor Frans. Hij stond, ondanks dat hij
slecht ter been was, nog volop in het leven. Schreef zelfs nog
weleens wat voor het NRC-Handelsblad en was bezig aan een volgend
boek, samen met Agnes Dijk. Tweeëntachtig is hij geworden. Hij is in
Athene begraven, op het protestantse deel van, naar ik meen, de
Tweede Begraafplaats. Ik kreeg het bericht van zijn overlijden van
Hero Hokwerda, die naar de begrafenis ging. Wilde ik ook wel, maar ik
was net die dag teruggekomen uit Griekenland en kon zo snel geen
vlucht meer vinden, althans geen vlucht die niet exorbitant was
geprijsd. We hebben hem in Nederland herdacht door allemaal, ik
bedoel zoveel mogelijk van zijn Nederlandse vrienden en bekenden, om
twaalf uur 's nachts zijn favoriete rebetika, Nichtose
Choris Fengari,
te draaien. Nu ik dit schrijf, springen de tranen weer in mijn ogen.
Niet alleen vanwege de herinneringen aan Frans, maar ook aan jou en
de uren die we gedrieën bij Zorbas doorbrachten. En op andere
plekken, toen Frans nog goed ter been was en hij ons tot diep in de
nacht meesleepte naar concerten en skiladika.
In Zorbas hangt een mooie foto van hem, met daaronder in het
Nederlands en Grieks een korte levensbeschrijving. Als ik in Athene
kom, eet ik er vrijwel altijd. Ik word als een goede vriend ontvangen
en Frans is nog vaak het onderwerp van gesprek.
In
de verte, uit de richting van de Olympus, die door de waterdamp boven
zee vandaag niet te zien is, rommelt het. Er zijn onweersbuien
voorspeld en ik denk dat Zeus bezig is uit zijn middagdutje te
ontwaken. Ik ben jouw editie van I
Claudius
van Robert Graves aan het herlezen. Na twintig jaar is het nog even
inspirerend als toen. Ik vind die Romeinen nare, wrede vechtjassen,
maar ze hebben ons wel die hele Griekse godenwereld cadeau gedaan.
Een naar mijn idee heel wat aangenamere godsdienst dan de leer van
die woestijntiran. Hoe zouden de Griekse en Europese cultuur er
uitzien als er geen christendom overheen zou zijn gewalst? We zullen
het nooit weten en misschien zou het vies tegenvallen. Tenslotte was
de Grieks-Romeinse wereld ook niets menselijks vreemd. Zeus is
inderdaad wakker. Als het maar wel bij een bui blijft, want ik heb
weinig zin door een rivier te moeten banjeren als ik straks de
heuvel beklim voor bus 14, richting Loxias. Ik ga voorlopig het
zonnescherm maar eens optrekken.
In gedachten, altijd,
Kees
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten