woensdag, augustus 20, 2014

Brieven aan Stella (6)




Lieve Stella,

Het zal een jaar of tien geleden zijn dat we op een warme zomeravond aten op een van de terrassen op het Navarinoplein. We waren wat vroeg voor Griekse begrippen en de ondergaande zon wierp een mooi licht op het archeologisch terrein met de resten van het paleis van caesar Galerius en de omliggende gebouwen. 'Wat houd ik toch van de stad, vooral als ik op deze plek zit,' zei je. Ik moest daar aan denken toen ik gisteravond op het balkonnetje van Loxias zat, vanwaar je van de andere kant een mooi uitzicht op de paleisresten hebt. Het was zo'n zelfde avond als toen. Vanuit de zaak klonken liederen van Manos Hatzidakis. Dezelfde liederen als op het cassettebandje dat jij me leende in Minneapolis, voor in mijn walkman. 'Houd maar,' zei je, toen we later afscheid namen in New York. Jij vloog terug naar Griekenland, ik naar Dordrecht. In de herfstvakantie zou ik je opzoeken in Thessaloniki. Dat was de eerste keer dat ik in Griekenland kwam. Het cassettebandje heb ik nog. Ik speel het regelmatig af sinds mijn cd-speler het niet meer doet. Hij moet worden schoongemaakt, maar ik zie al twee jaar op tegen het ontmantelen van alle snoeren en stekkers als ik hem uit de stereotoren in het wandmeubel moet halen. Ik heb zo'n draagbaar ding, radio, cassette- en cd-speler ineen, die ik af en toe van mijn werkkamer haal en beneden gebruik. Zo'n zelfde als hier in het Schrijfhuis. Ik heb daar ook nog je Dual platenspeler, die al hoog bejaard was toen ik je voor het eerst bezocht. Hij doet het nog, ik speel er je l.p.'s weleens mee af, tot bij sommige muziek de emoties me even te veel worden.

Muziek. Er is iemand in Dordrecht die gelooft dat ik niet om muziek geef, omdat het mij nu eenmaal niet lukt allerlei namen van artiesten te onthouden. Dat is natuurlijk grote onzin, maar het is hem niet uit het hoofd te praten. Van Griekse muziek weet ik veel meer dan hij, hij komt niet verder dan Maria Farandouri, maar ik ga in het café niet met hem zitten wedijveren wie van wat het meest weet. Gisteren bij Loxias heb ik weer volop genoten van Hatzidakis en van klassieke rebetika. In mei was het alleen maar salsa wat er werd gedraaid. Daar is niets mis mee, maar het is muziek die niet bij Loxias past. Overigens blijf ik bij mijn al vaak uitgesproken mening dat een goed café eigenlijk geen muziek nodig heeft en zeker geen luide muziek, die je het spreken belemmert. In de Griekse horeca heerst jammer genoeg nogal eens de opvatting dat muziek moet en dat die heel hard moet. De reden dat ik niet vaak in het prachtig gedecoreerde Ellinikon kom en bij Prinkipos wel op het terras zit, maar zelden binnen, ondanks de sfeervolle Jugendstilinrichting. Nu ik er aan denk. Henk van Zuiden heeft een bloemlezing gemaakt met gedichten over muziek, onder de titel Boem! Paukenslag, waarin hij jouw gedicht Muziek is overal, uit je bundel Eindeloze nachten heeft opgenomen. Henk Verweerd van Liverse denkt er over om jouw bundel opnieuw uit te geven, maar dan tweetalig, met ook de Griekse gedichten. Een aardig idee, maar ik moet er toch nog even over denken, want de Griekse en Nederlandse gedichten zijn geen vertalingen van elkaar. Je schreef je gedichten óf eerst in het Grieks en herdichtte ze daarna in het Nederlands, of andersom. De laatste jaren van je leven vooral andersom. Ik ben bang dat onder de weinige mensen in Nederland die Nieuwgrieks kennen iemand is die dat niet weet of begrijpt en gaat roepen dat je een slordige vertaalster bent, of iets van dien aard, en aangezien ik weet hoe nauwkeurig en goed je vertaalde, wil ik dat vermijden.

Een paar dagen geleden heb ik Vaso weer wat sieraden van je laten uitkiezen. Wat ik nu nog heb liggen, geef ik in oktober aan Marina. Ze is vorige maand dertien geworden. Ik kan me herinneren hoe blij jij was met haar geboorte. 'Ik ga haar net zo goed Engels leren als Vaso,' zei je. Ik was in Nederland tijdens haar verjaardag, maar in mei heb ik haar al haar cadeau gegeven. Meestal geef ik boeken, maar toen is het geld geworden, want welk Grieks boek moet ik geven aan een pubermeisje uit de brugklas van de middelbare school? Daar heb ik net even geen idee van. Ik zie haar overigens maar weinig, zodat ze mij eigenlijk nauwelijks kent. Een oude, buitenlandse man, die Grieks spreekt met een vreemd accent, boeken schrijft en, bij de enkele keer dat zij hem ontmoet, meestal iets cadeau geeft. De weduwnaar van een tante die al overleed toen ze net zes was. Ze wordt wel erg mooi. Met haar grote, donkere, Byzantijnse ogen doet ze mij denken aan de Fayoumportretten die we jaren geleden zagen op een tentoonstelling in het Byzantijns museum.

Het wordt een spannende avond: FC Dordrecht speelt zijn eerste wedstrijd, na negentien jaar, in de Eredivisie. Uit tegen Heerenveen. Ik heb drie jaar geleden, na vele jaren, weer eens een seizoenkaart gekocht en daar eigenlijk geen ogenblik spijt van gehad. Ik ben behoorlijk betrokken geraakt bij de club. Niet alleen vanwege het aantrekkelijke voetbal, ook vanwege de goede sfeer. Onder de vaste supporters zijn veel vrienden, oud-leerlingen en oud-collega's. Een van de spelers is nog een oud-leerling van mij, met de zus van technisch directeur Marco Boogers heb ik jaren als collega samengewerkt en zij is mij opgevolgd als sectievoorzitster geschiedenis. Zij heeft mij samen met Bettina Grissen heel veel werk uit handen genomen tijdens jouw ziekte en mij daarna enorm gesteund, iets wat ik niet zal vergeten. Samen met goede vriend en journalist Emile van der Velden schrijf ik voor het programmaboekje bij de thuiswedstrijden en soms word ik gevraagd iets bij te dragen aan het FC Dordrecht Magazine, wat ik natuurlijk met genoegen doe. Bij DFC en FC Dordrecht ben ik zo min of meer de opvolger van Kees Buddingh' geworden. Ik word vanavond door Elisa van FC Dordrecht per sms op de hoogte gehouden, want ik heb nog steeds geen iPhone of smartphone, waarmee ik op Facebook kan. Naar het zich laat aanzien ga ik die ook niet kopen, ik zit al genoeg naar beeldschermen te staren en heb geen enkele behoefte de hele godganselijke dag met een telefoontje in de weer te zijn. Mijn heimelijke wens is dat jouw achterneefje Dimitris Salpingidis nog eens een seizoen bij ons komt spelen, maar dat zal wel nooit gebeuren. Erg rijk is FC Dordrecht niet. Hij speelde trouwens een glansrol in het Griekse team tijdens het wereldkampioenschap in Brazilië. Ach, nu herinner ik mij uiteraard die ongelooflijk spannende finale om het Europese kampioenschap in 2004, die wij in een motel bij München zagen, in het gezelschap van een aantal Griekse en enkele Portugese vrachtwagenchauffeurs. Wat een feest werd het toen Griekenland won. En hoe geweldig sportief reageerden de Portugezen, niet alleen door ons te feliciteren, maar iedereen ook nog eens flink te trakteren. Daar kan meneer Messi, die zich na de door Argentinië verloren finale tegen Duitsland een erg slechte verliezer toonde, een voorbeeld aan nemen.

Morgen is het volle maan. Zoals gebruikelijk is er een gratis concert, dit keer in de tuinen van het Volkenkundig Museum. Ik weet niet of ik er heen ga. Als ik gezelschap heb misschien wel, alleen heb ik er geen zin in. Weet je nog dat we met Tilly en Vaso eens naar zo'n concert zijn geweest, door Nena Venezanou, in de citadel, op het terrein naast de Yedi Kuleh, de oude gevangenis. Die was toen net gesloten en werd ingericht als museum. Bij wijze van uitzondering mocht het publiek na afloop het gebouw bezoeken. Lacherig gingen we met een stroom anderen 'sti filaki,' de bajes in. Een deel is nu open voor het publiek als gevangenismuseum, een deel dient als opslagplaats van de Archeologische Dienst. Waarom voor de tuinen van het Volkenkundig Museum is gekozen, weet ik niet. Ze lijken mij lang niet zoveel plaats te bieden als het terrein in de citadel, maar ze zijn wel makkelijker bereikbaar.

In gedachten, altijd,

Kees


Foto: auteur


Geen opmerkingen: