Lieve
Stella,
Het
zal een jaar of tien geleden zijn dat we op een warme zomeravond aten
op een van de terrassen op het Navarinoplein. We waren wat vroeg voor
Griekse begrippen en de ondergaande zon wierp een mooi licht op het
archeologisch terrein met de resten van het paleis van caesar
Galerius en de omliggende gebouwen. 'Wat houd ik toch van de stad,
vooral als ik op deze plek zit,' zei je. Ik moest daar aan denken
toen ik gisteravond op het balkonnetje van Loxias zat, vanwaar je van
de andere kant een mooi uitzicht op de paleisresten hebt. Het was
zo'n zelfde avond als toen. Vanuit de zaak klonken liederen van Manos
Hatzidakis. Dezelfde liederen als op het cassettebandje dat jij me
leende in Minneapolis, voor in mijn walkman. 'Houd maar,' zei je,
toen we later afscheid namen in New York. Jij vloog terug naar
Griekenland, ik naar Dordrecht. In de herfstvakantie zou ik je
opzoeken in Thessaloniki. Dat was de eerste keer dat ik in
Griekenland kwam. Het cassettebandje heb ik nog. Ik speel het
regelmatig af sinds mijn cd-speler het niet meer doet. Hij moet
worden schoongemaakt, maar ik zie al twee jaar op tegen het
ontmantelen van alle snoeren en stekkers als ik hem uit de
stereotoren in het wandmeubel moet halen. Ik heb zo'n draagbaar ding,
radio, cassette- en cd-speler ineen, die ik af en toe van mijn
werkkamer haal en beneden gebruik. Zo'n zelfde als hier in het
Schrijfhuis. Ik heb daar ook nog je Dual platenspeler, die al hoog
bejaard was toen ik je voor het eerst bezocht. Hij doet het nog, ik
speel er je l.p.'s weleens mee af, tot bij sommige muziek de emoties
me even te veel worden.
Muziek.
Er is iemand in Dordrecht die gelooft dat ik niet om muziek geef,
omdat het mij nu eenmaal niet lukt allerlei namen van artiesten te
onthouden. Dat is natuurlijk grote onzin, maar het is hem niet uit
het hoofd te praten. Van Griekse muziek weet ik veel meer dan hij,
hij komt niet verder dan Maria Farandouri, maar ik ga in het café
niet met hem zitten wedijveren wie van wat het meest weet. Gisteren
bij Loxias heb ik weer volop genoten van Hatzidakis en van klassieke
rebetika. In mei was het alleen maar salsa wat er werd gedraaid. Daar
is niets mis mee, maar het is muziek die niet bij Loxias past.
Overigens blijf ik bij mijn al vaak uitgesproken mening dat een goed
café
eigenlijk geen muziek nodig heeft en zeker geen luide muziek, die je
het spreken belemmert. In de Griekse horeca heerst jammer genoeg
nogal eens de opvatting dat muziek moet en dat die heel hard moet. De
reden dat ik niet vaak in het prachtig gedecoreerde Ellinikon kom en
bij Prinkipos wel op het terras zit, maar zelden binnen, ondanks de
sfeervolle Jugendstilinrichting. Nu ik er aan denk. Henk van Zuiden
heeft een bloemlezing gemaakt met gedichten over muziek, onder de
titel Boem!
Paukenslag, waarin
hij jouw gedicht Muziek
is overal, uit je
bundel Eindeloze
nachten heeft
opgenomen. Henk Verweerd van Liverse denkt er over om jouw bundel
opnieuw uit te geven, maar dan tweetalig, met ook de Griekse
gedichten. Een aardig idee, maar ik moet er toch nog even over
denken, want de Griekse en Nederlandse gedichten zijn geen
vertalingen van elkaar. Je schreef je gedichten óf
eerst in het Grieks en herdichtte ze daarna in het Nederlands, of
andersom. De laatste jaren van je leven vooral andersom. Ik ben bang
dat onder de weinige mensen in Nederland die Nieuwgrieks kennen
iemand is die dat niet weet of begrijpt en gaat roepen dat je een
slordige vertaalster bent, of iets van dien aard, en aangezien ik
weet hoe nauwkeurig en goed je vertaalde, wil ik dat vermijden.
Een paar dagen geleden heb ik Vaso weer wat sieraden van
je laten uitkiezen. Wat ik nu nog heb liggen, geef ik in oktober aan
Marina. Ze is vorige maand dertien geworden. Ik kan me herinneren hoe
blij jij was met haar geboorte. 'Ik ga haar net zo goed Engels leren
als Vaso,' zei je. Ik was in Nederland tijdens haar verjaardag, maar
in mei heb ik haar al haar cadeau gegeven. Meestal geef ik boeken, maar toen is het geld geworden, want welk Grieks boek moet ik geven aan een pubermeisje uit de brugklas van de middelbare
school? Daar heb ik net even geen idee van. Ik zie haar overigens
maar weinig, zodat ze mij eigenlijk nauwelijks kent. Een oude,
buitenlandse man, die Grieks spreekt met een vreemd accent, boeken
schrijft en, bij de enkele keer dat zij hem ontmoet, meestal iets
cadeau geeft. De weduwnaar van een tante die al overleed toen ze net
zes was. Ze wordt wel erg mooi. Met haar grote, donkere, Byzantijnse
ogen doet ze mij denken aan de Fayoumportretten die we jaren geleden
zagen op een tentoonstelling in het Byzantijns museum.
Het
wordt een spannende avond: FC Dordrecht speelt zijn eerste wedstrijd,
na negentien jaar, in de Eredivisie. Uit tegen Heerenveen. Ik heb
drie jaar geleden, na vele jaren, weer eens een seizoenkaart gekocht
en daar eigenlijk geen ogenblik spijt van gehad. Ik ben behoorlijk
betrokken geraakt bij de club. Niet alleen vanwege het aantrekkelijke
voetbal, ook vanwege de goede sfeer. Onder de vaste supporters zijn
veel vrienden, oud-leerlingen en oud-collega's. Een van de spelers is
nog een oud-leerling van mij, met de zus van technisch directeur
Marco Boogers heb ik jaren als collega samengewerkt en zij is mij
opgevolgd als sectievoorzitster geschiedenis. Zij heeft mij samen met
Bettina Grissen heel veel werk uit handen genomen tijdens jouw ziekte
en mij daarna enorm gesteund, iets wat ik niet zal vergeten. Samen
met goede vriend en journalist Emile van der Velden schrijf ik voor
het programmaboekje bij de thuiswedstrijden en soms word ik gevraagd
iets bij te dragen aan het FC Dordrecht Magazine, wat ik natuurlijk
met genoegen doe. Bij DFC en FC Dordrecht ben ik zo min of meer de
opvolger van Kees Buddingh' geworden. Ik word vanavond door Elisa van
FC Dordrecht per sms op de hoogte gehouden, want ik heb nog steeds
geen iPhone of smartphone, waarmee ik op Facebook kan. Naar het zich
laat aanzien ga ik die ook niet kopen, ik zit al genoeg naar
beeldschermen te staren en heb geen enkele behoefte de hele
godganselijke dag met een telefoontje in de weer te zijn. Mijn
heimelijke wens is dat jouw achterneefje Dimitris Salpingidis nog
eens een seizoen bij ons komt spelen, maar dat zal wel nooit
gebeuren. Erg rijk is FC Dordrecht niet. Hij speelde trouwens een
glansrol in het Griekse team tijdens het wereldkampioenschap in
Brazilië. Ach, nu herinner ik mij uiteraard die ongelooflijk
spannende finale om het Europese kampioenschap in 2004, die wij in
een motel bij München
zagen, in het gezelschap van een aantal Griekse en enkele Portugese
vrachtwagenchauffeurs. Wat een feest werd het toen Griekenland won.
En hoe geweldig sportief reageerden de Portugezen, niet alleen door
ons te feliciteren, maar iedereen ook nog eens flink te trakteren.
Daar kan meneer Messi, die zich na de door Argentinië verloren
finale tegen Duitsland een erg slechte verliezer toonde, een
voorbeeld aan nemen.
Morgen is het volle maan. Zoals gebruikelijk is er een
gratis concert, dit keer in de tuinen van het Volkenkundig Museum. Ik
weet niet of ik er heen ga. Als ik gezelschap heb misschien wel,
alleen heb ik er geen zin in. Weet je nog dat we met Tilly en Vaso
eens naar zo'n concert zijn geweest, door Nena Venezanou, in de
citadel, op het terrein naast de Yedi Kuleh, de oude gevangenis. Die
was toen net gesloten en werd ingericht als museum. Bij wijze van
uitzondering mocht het publiek na afloop het gebouw bezoeken.
Lacherig gingen we met een stroom anderen 'sti filaki,' de bajes in.
Een deel is nu open voor het publiek als gevangenismuseum, een deel
dient als opslagplaats van de Archeologische Dienst. Waarom voor de
tuinen van het Volkenkundig Museum is gekozen, weet ik niet. Ze
lijken mij lang niet zoveel plaats te bieden als het terrein in de
citadel, maar ze zijn wel makkelijker bereikbaar.
In gedachten, altijd,
Kees
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten