Ik
weet het, ik ben meer van de liefde
dan
van liefdespoëzie,
maar
zodra ik je zie
begint
het stormen in mijn kop
en
tuimelen de woorden over elkaar heen
om
gretig de dromen te beschrijven
die
zich als beukende golven aandienen
's
nachts in het huis aan de spoorlijn,
die
voert naar plaatsen als Wladiwostok, Istanboel,
Salerno,
Malmberget of Roodeschool.
Ik
zou je er heen willen slepen in een
maalstroom
van vervoering en genot,
maar
als ik 's morgens wakker word, de botten stram,
de
spieren stijf, en moeizaam opsta,
dan
doemt daar weer het zwarte gat
van
al die jaren die ons scheiden.
'Zo'n
dertig maar,' zei je met een glimlach
en
je hand heel even zacht over mijn rug.
Dordrecht,
29 mei 2015
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten