woensdag, september 02, 2015

Open brief aan Dr. K. Dijkhof, staatssceretaris van Veligheid en Justitie



Dr. K. Dijkhof
Staatssecretaris van Veligheid en Justitie
Postbus 20301
2500 EH Den Haag


Dordrecht, 2 september 2015

Betreft: Márcia en Gláucio


Geachte heer Dijkhof,


Dank allereerst dat Marcia, Glaucio en hun moeder in Nederland mogen blijven. Daar ligt hun toekomst en daar zullen zij na hun studie een nuttige bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van onze samenleving. Ik hoorde het goede bericht terwijl ik met enkele oud-collega's, docenten van de school waar Marcia haar VWO-diploma behaalde, onderweg was om te demonstreren bij het detentiecentrum waar het gezin was vastgezet in afwachting van hun verbanning uit Nederland. Even heerste grote blijdschap, genade had gezegevierd boven recht, zoals het in een beschaafde samenleving hoort.

De vreugde was echter niet ongedeeld, want wat had u besloten? De vader van het gezin moet vertrekken, een hechte familie moet uiteen worden gerukt. Waarom? Op grond van een vage verdenking van oorlogsmisdaden. Het is de Nederlandse overheid niet gelukt om in vijftien jaar te bewijzen dat deze verdenking gegrond is. In Angola bestaan, voor zover ik heb begrepen, geen verdenkingen tegen de vader, het openbaar ministerie heeft verklaard geen redenen te zien tot vervolging, maar kennelijk denkt de IND daar anders over. Hoe is dat mogelijk, meneer Dijkhof? Hoe is het mogelijk dat u op grond van een dergelijke vaagheid besluit iemand het land uit te zetten?

Ik heb zo'n drieëndertig jaar onderwijs gegeven in het vak geschiedenis en staatsinrichting en mijn leerlingen daarbij altijd voorgehouden hoe belangrijk de beginselen van de rechtsstaat zijn. Een van die beginselen luidt dat iemand niet schuldig is voordat hij/zij door de rechter is veroordeeld. De vader van dit gezin is nooit door een rechter veroordeeld, nee, hij is zelfs niet door het openbaar ministerie aangeklaagd. Ik neem voetstoots aan dat u als staatssecretaris mijn mening deelt dat aan de principes van de rechtsstaat niet mag worden getornd. Ik hoop dat u het daarom van het grootste belang vindt dat ook aan de vader van dit gezin recht wordt gedaan. Ik verzoek daarom als betrokken burger van dit land dat u hem per omgaande een verblijfsvergunning verleent, of op zijn minst een grondig justitieel onderzoek laat verrichten naar voornoemde verdenkingen en hem tijdelijk verblijf verleent tot zo'n onderzoek is afgerond.


Met vriendelijke groet,


drs. C.A. Klok,

gepensioneerd senior-docent geschiedenis & staatsinrichting


Geen opmerkingen: