dinsdag, juli 19, 2016

Oude doos




Ik zit op het terras van Orloff in Utrecht, waar ik mij ooit geestelijk en lichamelijk voorbereidde op mijn colleges. Voor ons deeltijdstudenten waren die meestal 's avonds of aan het eind van de middag. Koude Oorlog bij Maarten van Rossem, geschiedenis van Rusland bij Ab van Goudoever, Nederlands-IndiĆ« bij Jur van Goor. 

Bij Van Rossem rookten we, al hing er weleens een bordje dat dat verboden was. Niet vanwege de anti-rookmaffia, die toen nog maar net aan zijn hinderlijke bestaan was begonnen. Iets met de brandweer. De samengetrokken panden waar we die colleges volgden hadden van buiten prachtige, historische gevels, waarachter zich een labyrint bevond van kippenhokken, met elkaar verbonden door gangen en trappen met hier en daar een koffieautomaat en een sleets zitje. Het rook er naar bejaarde pater en jeugdig okselzweet.

Maandagmiddag en zomer. De studenten zijn de stad uit. Hun plaats wordt ingenomen door de zomercursisten die ik heb onderwezen inzake de jaren zestig in merkwaardig Nederland. Koosje Koster met haar krenten. Het bouwvakkersoproer en de Telegraafrellen. Korte rokjes en lang haar. De illusie van 'make love not war.' Fantasio en vloeistofdia's. We spoorden naar Amsterdam voor het grote avontuur om op de terugweg te ontdekken dat we waren afgescheept met gedroogde kamelenstront. Vijf provinciale provo's in onberispelijk witte spijkerpakken, waar moeders, die er niets van begrepen, een keurige vouw in hadden gestreken. Na het kinderspel kwam de serieuze studie met de serieuze baan, daarna de nog serieuzere studie met de nog serieuzere baan en tenslotte Claire die zegt dat ik niet bezig moet blijven met die oude doos, want dan kan ze net zo goed thuis gaan slapen.

Foto: auteur






Geen opmerkingen: