Naast
de Leuvebrug staat een klein, literair-historisch monument. Het
brugwachtershuisje. Al heel lang niet meer als zodanig in gebruik.
Wie niet beter weet, loopt er al gauw achteloos aan voorbij zonder
het informatiebordje te zien en zonder in de gaten te hebben dat het
tegenwoordig in gebruik is als transformatorhuisje. De twee
brievenbussen ernaast vallen meer op. Niet alleen omdat brievenbussen
zeldzaam beginnen te worden, maar ook door de lelijke kleur. Waarom
niet gewoon stemmig rood, zoals in Engeland?
Zou
er ooit een brugwachter hebben gewoond? Ik vraag het mij af, het
lijkt er net iets te klein voor. Wel heeft er korte tijd een dichter
in gewerkt: Kees Buddingh', aan het einde van de jaren vijftig. Met
twee kleine kinderen thuis in de Bankastraat moest de dichter omzien
naar een rustiger werkomgeving. Het leegstaande brugwachtershuisje
bood een, zeer tijdelijke, oplossing. In de onvolprezen
Buddingh'-biografie van Wim Huijser (Dichter bij Dordt,
Amsterdam 2015) staat te lezen hoe de dichter, bezig aan een
belangrijke vertaling, er de winter doorkwam. Met ijsvoeten en van
kou verstijfde vingers, want hoe klein ook, het huisje bleek niet
warm te stoken. Zijn verblijf heeft niet erg lang geduurd. Toen ik
Buddingh' leerde kennen, had hij allang onderdak gevonden in Pictura.
Evenmin tochtvrij en ook met stookproblemen, maar hij hield het er
heel wat langer uit.
Over
de kleumende woordkunstenaar publiceerde ik het gedicht Laag pitje, in het door buurvrouw Elvira Oomens fraai geïllustreerde
boekje Fijn de brug staat open. Daarin staat een wandelroute
langs de vele Dordtse brugwachtershuisjes. Elk daarvan wordt bezongen
door een dichter. Het is een uitgave van Bobby Kinghe en gratis
verkrijgbaar bij het VVV, dat we, geen idee waarom, tegenwoordig
'Intree Dordrecht' moeten noemen. Die malle naam is vast het bedenksel van een beginnende stagiair bij een of ander
reclamebureau.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten