Lieve
Stella,
Gisteren
lag er een mistsluier over de rivier. Bijna geluidloos gleden enkele
schepen langs. Ik denk dat ze op de radar voeren, want er klonk geen
misthoorn. Door het vocht en de koude, het was een graad of twee,
drie, was het alsof ik in een kelder liep. Een enorme kelder. Een
wereldkelder. De kou drong door mijn schoenzolen, ondanks mijn dikke
sokken. Ik heb een flinke bloeduitstorting op mijn rechter voet. Aan
de bovenkant. Ik kan mij niet herinneren dat ik die heb gestoten,
maar het maakte het lopen onaangenaam. Toch heb ik een flink stuk
afgelegd, want ik moest en zou over de Pottenkade. Na ruim een uur
was ik thuis. Ik verafschuw dit weer, ondanks de mysterieuze trekjes
van die mist. 's Avonds heb ik me opgesloten in huis. Bij de open
haard. Jouw open haard. Zonder jou was hij er nooit gekomen.
Normaal
gesproken ga ik op dinsdagavond naar 't Vlak, met de vrienden met wie
ik altijd in 't Vlak zit. Ik had nu afgezegd. Het zou gaan vriezen en
met die mist was er alle kans op gladheid. Ik heb me nooit veel aan
sneeuw of ijzel gelegen laten liggen. Gewoon een beetje uitkijken op
de fiets, maar ik kreeg sterk het gevoel dat ik niet meer de deur uit
moest gaan. Een dringend voorgevoel. Bovendien kwam er een
documentaire op de buis over Griekenland. Uitzending
gemist is geen
optie, daar komt het toch nooit van. De vrienden moeten het mij maar
niet kwalijk nemen. Op zomeravonden kan het heerlijk zijn, daar aan
de rivier. Op gure winteravonden zit ik liever thuis. Misschien
begint mijn lichtgevorderde leeftijd mee te spelen. Ik ben 's avonds
ook vaak moe. Ik geef natuurlijk niet toe dat dat iets met leeftijd
te maken heeft. Kom nou. Ik sta 's morgens te vroeg op en ik werk te
hard. Vandaag weer drieduizend woorden literair dagboek in de
computer gezet. Met die voet en met vierkante ogen van het staren
naar het scherm.
Genoeg
gezeurd over waaraan toch niets te doen is. Eigenlijk zou ik een
feestje moeten vieren. De nieuwe Poëziekrant,
waarin een paar gedichten van mij staan, is aangekomen. Dat is een
soort eredivisieniveau, al trek je met poëzie geen volle stadions.
Bovendien heb ik besloten een paar dagen de alcohol te laten staan.
Ik ben er dol op, op wijn en op al die zalige dingen als calvados,
oude Rutte, metaxa, tsipouro, de vier verschillende whisky's in de
bar, armagnac en de vecchia romagna die de jongedame die nu en dan
mijn bestaan opluistert, vorige week voor mij meebracht, maar mijn
broeken beginnen te strak te zitten en volgende week moet ik voor
controle naar de cardiologe en een goede indruk maken, zodat ze daar
geen spijt krijgen dat ze mij vorig jaar het leven hebben gered. Ik
moet nog veel schrijven en dat gaat stukken beter als ik 's morgens
niet 'vermoeid' opsta vanwege het glasheffen.
Ik
was even in Thessaloniki, tijdens die documentaire. Over een broer en
een zus die een benzinestation uitbaten in de bovenstad, richting
Sykies, niet zo ver van het appartement dat ik altijd huur als ik in
de stad ben. Over hoe ze proberen te overleven en hoe moeilijk dat is
met klanten die hun stookolie niet kunnen betalen, maar die je niet
in de kou wil laten zitten. Over de wanhoop van de mensen van wie het
pensioen alweer wordt gekort, terwijl ze al niet rondkwamen, of van
de ontslagen filiaalhouder die geen werk meer kan vinden, zoals
zoveel anderen, en die met zijn gezin van lieverlee wegzakt in
armoede en zelf in een depressie. Over, want daar komt het op neer,
de harteloosheid van de Noord-Europeanen, die wel de eigen banken
hebben gered, na jarenlang miljarden aan Zuid-Europa te hebben
verdiend, en nu met 'oplossingen' komen die de hele economie, het
hele land in diepe ellende hebben gestort. Jij weet net zo goed als
ik dat de Grieken zelf niet vrijuit gaan. Decennia van ongekend
uitbundig consumentisme, van almaar lenen zonder je te bekommeren om
een goed gestructureerde economie en een niet-corrupte, goed werkende
overheid. Ja, dan dondert de boel op een gegeven ogenblik in elkaar,
zoals al vaker is gebeurd in de geschiedenis van het land. Allemaal
waar, maar als vrienden in narigheid zitten, help je, ook al is het
deels hun eigen schuld, en dan kom je niet aan met rechtse
rancunepraatjes en een opgeheven vinger.
Eigenlijk
wil ik helemaal niet over politiek schrijven. Ik wil nooit meer over
politiek schrijven. Ik wil schrijven over mist op de rivier en over
de vlammen in de open haard, die mij doen denken aan de vlammende
haren van voornoemde jongedame. Ik wil schrijven over jou, veel over
jou. Over hoe wij door Mistras wandelden, tussen de radeloze
Byzantijnen die, evenals de huidige Grieken, de ondergang in de ogen
kijken. Constantinopel is net gevallen. In Mistras en in de Pontus
houden de laatste resten van de Romeinse beschaving nog heel even
stand. Op Samothraki zwierven we rond tussen de ruïnes van een nog
oudere beschaving, door een tijd dat de Olympische goden nog geen
plaats hadden gemaakt voor het bloedig fanatisme uit de woestijn, dat
op zoveel plaatsen weer de kop opsteekt.
Vanmorgen
bleek de mist opgetrokken. Er is geen nieuws. Dat wil zeggen, we
zitten zonder radio en televisie, want de kabelmaatschappij heeft
storing. In heel de buurt zitten mannen in oranje hesjes in
verdeelkasten te rommelen. Ik kan voor nieuws op zoek op Facebook,
maar ik laat liever de mistsluier nog even hangen. Ik houd Facebook
aan omdat het mij in contact brengt met mensen die ik anders uit het
oog had verloren en ik kan er mijn schrijfwinkeltje onder de aandacht
brengen, maar net als op de snelweg kom je er ook veel idioten tegen en
onnoemelijk veel onzin.
Omdat
januari de verschrikkelijkste maand van het jaar is, één lange,
éénendertig dagen durende maandag, heeft iemand Gedichtendag
uitgevonden. Op de laatste donderdag van januari. Veertien jaar
geleden alweer trok ik met een groep dichters op Gedichtendag door
Zeeland. We lazen gedichten voor over de watersnoodramp van 1953. Ik
was twee en had de mazelen. Daardoor mocht ik mijn bed niet uit. De
hele dag zette ik een keel op van jewelste, tot ik alleen nog maar
hees kon piepen. Ik maakte mij niet populair bij de familie uit de
Hoekse Waard, die voor het water was gevlucht en bij ons onderdak
kreeg. Later vertelde ik mijn leerlingen weleens dat ik ondanks mijn
leeftijd en die mazelen leiding gaf aan het reddingswerk. Als je
zoiets vaak genoeg vertelt, ga je het vanzelf geloven. Daarmee kun je furore maken op Facebook, of populistisch politicus worden. Als ik mag kiezen, ben
ik liever met jou op Samothraki.
In
gedachten, altijd,
Kees
Dordrecht,
25 januari 2017
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten