zaterdag, januari 07, 2017

Goud





Vannacht had ik een droom. Dat is geen opzienbarende mededeling. Iedereen droomt. Een tijdlang schreef ik mijn dromen op. Althans wat ik mij ervan herinnerde. Dat moet je direct doen nadat je ontwaakt uit een droom. Wacht je tot 's morgens, dan ben je hem meestal kwijt. Als je niet wakker wordt, gaat de droom aan je voorbij. Misschien verzon ik weleens iets bij het noteren.

In deze droom was ik in een Grieks-orthodoxe kerk. Een grote, met verschillende kapellen. Een soort doolhof. Ik liep er verkleed als pope. Waarom weet ik niet. Ik ben geen pope, maar omdat ik Grieks spreek nam iedereen mij serieus. De kerk was vol mensen. Er waren drie trouwpartijen aan de gang. Ik liep maar wat rond en zei tegen iedereen die mijn hand kuste: 'Ο Θεός μαζί σας' (God zij met u). Dat vonden ze prachtig. Een man gaf mij een klompje goud. Ik vond dat ik het niet kon houden, maar ik durfde het niet in een van de offerblokken te doen. Na lang zoeken vond ik een sjofel gekleed mannetje in een schamel kantoortje. Hij borg het goud op in een lade. Daarna ging ik naar buiten. Aan de overkant van de straat stond mijn overleden vriend Lupius. Ook als pope verkleed. Toen hij mij zag, begon hij te lachen.

Op de zondagsschool hoorden we het verhaal van Jozef en de vrouw van Potifar. Dat was een geil wijf dat met de rechtschapen Jozef iets wilde doen waarover de juffrouw niet sprak. Ze was door de Heere toch al gestraft met een klompvoet. De rechtschapen Jozef die niet wilde doen wat de vrouw van Potifar verlangde, werd vals beschuldigd en in het gevang geworpen. Dat overkomt leraren soms, als ze een rotmeid geen voldoende geven. Jozef wist zich de gevangenis uit te kletsen met mooie praatjes waarin hij dromen uitlegde. Hij werd er zelfs onderkoning mee en bleef toch rechtschapen. Of ik ooit heb gedroomd van de vrouw van Potifar, weet ik niet, maar dat goud had ik beter kunnen houden.


Geen opmerkingen: