woensdag, januari 11, 2017

Complot




Ik zit in het complot om aartshertog Franz Ferdinand te vermoorden, maar ik moet dringend urineren. Iemand wijst mij een toilet. De deur hangt bijna een meter boven de vloer. Ik kijk in een pot vol drollen en trek door. De drollen verdwijnen maar gedeeltelijk. Ik raak eerst in paniek, maar begin, ondanks mijn walging, toch te pissen. Daarna schrik ik wakker.  

Vroeger mocht je geen pissen zeggen. Dat vonden ze een onfatsoenlijk woord. Ik werd geïnterviewd door Janny Groen, een oud-klasgenote, die stage liep bij de NCRV. Ze maakte een radioprogramma over dromen. Ze had gehoord dat ik mijn dromen opschreef, maar niet dat ik daar alweer mee was opgehouden. Ik mocht over de mooiste dromen vertellen, die ik deels verzon. Ik mocht geen onfatsoenlijke woorden gebruiken, die werden door de eindredactie geknipt.

Ik vertelde dat ik vaak over de stad vloog. Ik gebruikte dan de schoolslag, zodat het een soort luchtzwemmen was. Er kwamen ook mooie eilanden en tuinen in mijn dromen voor. Dat ik eigenlijk alleen droomde van wateren in gore toiletpotten, of bezemkasten, vertelde ik haar niet. Janny maakte een mooie uitzending, met dromerige muziek. Nu schrijft ze in de Volkskrant. Daar is niets dromerigs aan, evenmin als aan de moord in Sarajevo.

Foto: auteur


Geen opmerkingen: