Lieve Stella,
Waarom laat je geen baard staan? vroeg je. Ik meen tijdens een etentje in downtown Minneapolis. Ik vond dat een vermakelijke vraag. Een paar weken voordat ik naar Amerika vertrok, toen ik een nieuw paspoort aanvroeg, had ik besloten om na zeventien jaar mijn baard maar eens af te scheren. Ik ging een nieuw avontuur tegemoet en daar hoorde een nieuwe kop bij. Dat avontuur was die reis naar Amerika, waar ik een paar maanden zou gaan studeren aan de Universiteit van Minnesota. Ik had, net als jij, een Fulbrightbeurs gekregen. Gekozen als een van de vier uit een groep van vierenveertig kandidaten. Vanwege mijn vlotte babbel, denk ik. Ze willen daar op de prairie, in wat de Amerikanen zelf 'fly over land' noemen, ook weleens echt Engels horen en daar lijkt het mijne wel op. Jij dacht in het begin ook, net als de Amerikanen, dat ik ergens uit Engeland kwam. Toen was ik daar wel een beetje trots op, nu, met die vreselijke Brexitchaos denk ik er ietsje anders over. Ik ben al mijn hele leven een enthousiaste anglofiel, maar dat enthousiasme staat onder druk, al ben ik van de weeromstuit begonnen aan de vertaling van een serie gedichten van Joanne Limburg, een van mijn Britse literaire vrienden die faliekant tegen de Brexit zijn.
Na jouw vraag liet ik mijn baard weer staan. Tot nu toe en het zit er niet in dat ik hem ooit weer afscheer. Het liefst laat ik alles zoals het was voor jouw overlijden. Dat geldt zeker voor ons huis, al moet ik misschien toch eens aan een nieuw bankstel, voor ik door het onze heen zak. Dat geldt eigenlijk ook voor de eettafel en stoelen, waarover ik steeds mijn benen dreig te breken, over die stoelen dan, omdat de poten licht naar achteren buigen en ik daar na vijfendertig jaar nog niet aan gewend ben. Bij wijze van spreken dan. Ik ben diep in mijn hart nogal conservatief. Niet politiek, ik heb bij de laatste verkiezingen braaf op een partij gestemd die gematigd 'links van het midden' staat, maar in mijn persoonlijk leven houd ik niet zo van veranderingen en in het credo 'verandering is vooruitgang' geloof ik niet altijd, laat staan dat vooruitgang per definitie verbetering betekent. Ja, soms. De vooruitgang in de medische wetenschap, bijvoorbeeld, prima, daar heb ik mijn leven aan te danken, je weet wel, en dat jij veel te jong bent gestorven komt toch vooral omdat het onderzoek op het terrein van jouw ziekte nog niet ver genoeg was gevorderd, maar over het algemeen is het raadzaam om bij veranderingen niet te hard van stapel te lopen en enige behoedzaamheid te betrachten.
Al die lelijke gebouwen die in Dordrecht zijn neergeplempt nadat omwille van de vooruitgang (wat in feite 'ruim baan voor de auto' betekende) een deel van het historisch centrum meedogenloos werd gesloopt. Laat het een waarschuwing zijn tegen ambitieuze politici en projectontwikkelaars.
In Amerika zijn ze nog veel meer van afbreken en eigentijds opbouwen, met als gevolg dat, op een enkele uitzondering na, de steden en dorpen als twee druppels water op elkaar lijken, eigenlijk moet ik in de verleden tijd schrijven, want ik ben na ons avontuur nooit meer teruggegaan, en het 'oldest house in the USA', waarvan we er een stuk of wat zijn tegengekomen, toen we ter afsluiting van de studie een rondreis maakten, nooit ouder dan misschien tweehonderd jaar is. Tweehonderd jaar, dat is maar twee keer zo oud als ons eigen huis.
Gunstige uitzonderingen vond ik New Orleans en Boston, althans de historische centra, en, om de een of andere reden, New York, maar het is algemeen bekend dat New York geen Amerika is. Een andere wereld, met een andere dynamiek. Ik heb het nooit begrepen: ik ben allergisch voor hoogbouw, ik haat woontorens en wolkenkrabbers, maar in New York voelde ik mij toch thuis. Voor ik naar Minneapolis vloog verbleef ik een week in een appartement van de New York University in West 3rd Street, vlakbij de Village en Washington Square. Ik had het prima naar mijn zin, evenals aan het einde van onze rondreis, toen we nog een paar dagen in New York verbleven, voor jij naar Thessaloniki en ik naar Dordrecht terugkeerde. Amerika leek toen nog het land van de ongekende mogelijkheden, de anti-rookhysterie stond nog in de kinderschoenen, terwijl Ronald Reagan bezig was een einde te maken aan de Koude Oorlog, al realiseerden wij ons dat nog niet. Onder die oppervlakte van schone schijn bleek echter een samenleving in deerniswekkend verval te bestaan. Lees Amerika. Land van de begrensde mogelijkheden van Maarten van Rossem er nog maar eens op na.
De belangrijkste gebeurtenis van mijn leven was de kennismaking met jou en al die mooie jaren samen, die daar op volgden. Toch was mijn reis bijna niet doorgegaan, want tot vlak voor mijn vertrek twijfelde ik of ik eigenlijk wel zou gaan. Ik vond de VS een merkwaardig land vol idioten en geestdrijvers, zoals de meer dan dertig miljoen halvegaren die geloven dat we in 'de eindtijd' zitten. Een land waar iedereen elkaar met vuurwapens naar het leven stond en waar ze bovendien een merkwaardig soort Engels spraken. De Pilgrim Fathers, die nog een tijdje in Leiden onderdak vonden, vormden in mijn ogen ook een bijzonder nare en rare club. De echo's van hun akelige godsdienstfanatisme vind je volop in The Scarlet Letter van Nathaniel Hawthorne, een boek dat ik uit jouw bibliotheek leerde kennen, maar dit terzijde. Het was een vertekend beeld. In geen land heb ik zoveel vriendelijke, gastvrije en behulpzame mensen ontmoet als in de VS, al verkeerden wij natuurlijk wel in een academisch milieu en niet in een achterbuurt. Jou heb ik aan Amerika te danken, maar dat had wel als gevolg dat mijn historische belangstelling zich verplaatste in de richting van het moderne Griekenland (en zo langzamerhand in de richting van de Levant), weg van de West naar de Oost.
Ik heb prettige herinneringen aan de VS en toch ben ik, zoals ik al schreef, nooit meer teruggegaan. Niet alleen vanwege de reis. Die is lang, maar nog te overzien, maar het heeft ook te maken met het gedoe met paspoort, visum en een waslijst vragen die je tegenwoordig schijnt te moeten beantwoorden, terwijl ik jou niet meer heb om samen de reis te maken. Het was een van de plannen die we hadden voor na mijn pensionering. Nog eens terug naar de plek waar we verliefd werden op elkaar, waarbij we dan en-passant de familie in Stillwater konden bezoeken, en die delen van het land, van het continent, verkennen waar we bij de rondreis niet aan toe waren gekomen. Zonder jou lijkt dat me allemaal te veel moeite en blijf ik liever op mijn knusse Eiland van Dordrecht, of in ons vertrouwde Griekenland of Engeland. Hoewel, met die Brexit.... Ik heb mij nog steeds niet opgegeven voor de Annual Conference van de Dickens Fellowship in Eastbourne, want ik heb geen idee wat er de komende weken staat te gebeuren. Kun je straks nog met je Europese ID door Engeland reizen, bijvoorbeeld. Ach, ik zie wel. Misschien bezoek ik in plaats van Eastbourne wel weer Cambridge, waar het mij vorig jaar, ondanks een paar ijskoude dagen, uitstekend is bevallen, al wil ik niet te veel beslag leggen op Jeanine haar tijd. Ze heeft het druk genoeg met haar proefschrift. Ik moet voorlopig verder met mijn boekje over de Dordtse letteren in historisch perspectief. Het aardige daarvan is, dat ik het een beetje kan combineren met mijn belangstelling voor de Dordtse patriotten. Daarna doemt alweer een ander thema op, maar dat vertel ik je nog even niet, want voor je het weet staat in de plaatselijke pers dat de Dordtse historicus Kees Klok zich bezig gaat houden met dit of dat en als er dan, zoals met zoveel dingen, weinig van terechtkomt, heb je wat uit te leggen.
In jouw land herdenken ze vandaag het begin van de onafhankelijkheidsoorlog. Uiteraard weer met bombastische parades van scholieren, studenten en het leger. Dat vertoon is mij allemaal wat te nationalistisch, met dat gemarcheer, die honderden vlaggen, straaljagers en tanks, maar goed, 's lands wijs 's lands eer. Ieder het zijne, als bij ons de koning verjaart loopt een deel van het volk als een zwakzinnige rond met oranje opblaaskronen op de kop. Ook traditie, toch?
In gedachten, altijd,
Kees
Dordrecht, 25 maart 2019
Foto: archief auteur.